In de Saree Factory hangen medewerkers pas geverfde banen stof in de zon te drogen waarna ze worden opgevouwen en naar de winkel getransporteerd In India worden de meeste saris tegenwoordig machinaal geweven maar in het land werken nog altijd ruim 26 miljoen traditionele handwevers in het ambacht Bij de vervaardiging van saris bestaan er grote verschillen in weef en verfmethoden terwijl het kledingstuk ook per regio verschillend wordt gedragen

Het woord ‘sari’ betekent in het Sanskriet ‘stofreep’. Maar voor de Indiase vrouwen – en enkele mannen – die zich al duizenden jaren in sari’s van zijde, katoen of linnen wikkelen, zijn deze lange stofbanen meer dan eenvoudig kledingstukken. Het zijn symbolen van nationale trots, ze getuigen van traditionele (en tegelijk geavanceerde) designs en ambachtelijkheid, en ze weerspiegelen de rijke diversiteit van India’s 29 deelstaten.

“De sari is zowel een symbool als iets alledaags. Met zijn vermogen om de persoonlijkheid van de drager zowel te verhullen als te onthullen spreekt hij tot de verbeelding van de mensen op het subcontinent,” schrijft de in Delhi wonende textielhistorica Rta Kapur Chishti, auteur van Saris of India: Tradition and Beyonden medeoprichtster van Taanbaan, een stoffenfabrikant die zich wijdt aan het behoud en de bevordering van traditionele Indiase spin- en weefmethoden.

De eerste vermelding van sari’s is te vinden in de Rig-Veda, een hindoegeschrift in versvorm dat rond 3000 v.Chr. ontstond, terwijl van de eerste tot de zesde eeuw na Chr. los omgeslagen kledingstukken in de Indiase beeldhouwkunst opdoken. Wat Chishti “dat magische, naadloze kledingstuk” noemt, is uitermate geschikt voor het zinderend hete klimaat van India en de kuise kledingvoorschriften van zowel hindoes als moslims. Sari’s worden traditioneel ook door vrouwen in andere Zuidoost-Aziatische landen gedragen, waaronder Pakistan, Bangladesh en Nepal.

India is een van de laatste grote kunstnijverheidsculturen van de wereld. Het is een grootmacht in het verven, bedrukken en weven van zijde, katoen en andere stoffen, technieken die bij de vervaardiging van de naar schatting dertig regionale variëteiten van de sari worden toegepast. In de stad Benares aan de rivier de Ganges buigen wevers zich over traditionele houten weefgetouwen om de beroemde en bij bruiden geliefde zijdesari’s van Benares te vervaardigen, doorgaans in felrode kleuren en bestikt met metaalgarens of zari. In de tropische deelstaat Kerala wordt nog de overwegend witte sari mundum neryathum gedragen, waarin wordt aangesloten op stijlen die populair waren voordat de industrialisering van de negentiende eeuw de prachtige anilineverven introduceerde, in het palet van levendige, waskrijtachtige tinten die nu overal op het subcontinent te zien zijn.

In West-Bengalen wordt de zijden Balchuri-sari afgezet met brede banen en is gebaseerd op ontwerpen die op de muren van de terracottatempels in de regio zijn te bewonderen. “Elke sari vertelt een verhaal over de samenleving en de mensen eromheen,”zegt Darshan Dudhoria, directeur van de onlinewinkel Indian Silk House Agencies.

Maar door de globalisering en de druk om steeds goedkopere kleding te produceren is de machinaal geweven sari in de afgelopen decennia steeds populairder geworden. Veel matige aftreksels van het traditionele gewaad worden in China geproduceerd, eerbiedwaardige families van wevers zijn werkloos geworden en oude weefgetouwen staan ongebruikt in verlaten weverijen.

Sommige vrouwen, vooral op het platteland, wikkelen zich als alledaagse kleding nog altijd in lange banen van katoen, linnen of andere stof. “Je ziet sari’s vaker bij oudere vrouwen, de tantes en oma’s van een bepaald gebied. Zij dragen de sari meestal permanent,” zegt Cristin McKnight Sethi, een expert in Zuidoost-Aziatische stoffen en professor in de kunstgeschiedenis aan de Corcoran School of the Arts and Design van de George Washington University. Jongere vrouwen en stadsbewoonsters kiezen volgens haar steeds meer voor westerse kledij of dragen doordeweeks een salwar(een pakje dat bestaat uit een tuniek en een broek) en kleden zich alleen op bruiloften of bij andere feestelijkheden in een kleurrijke sari. Het kledingstuk begeleidt jonge hindoemeisjes bij hun symbolische overgang naar volwassenheid, de Ritu Kala Samskara, een ceremonie waarbij ze voor het eerst een sari of halve sari dragen. Soms zelfs wordt de sari als politiek uithangbord gedragen.

Volgens Chishti zijn er ruim honderd manieren om de sari te draperen, afhankelijk van de regio, de stofsoort, de lengte en breedte van het doek en de bezigheden van de drager op die dag. Ze heeft een reeks video’s gemaakt waarop tientallen drapeermethoden worden voorgedaan. “De jongere generaties willen ermee kunnen experimenteren en de sari op verschillende manieren dragen,” zegt ze.

Tot de ‘technieken’ om een sari te draperen behoren de veelgebruikte Nivi-drapering – elkaar overlappende banen die rond het middel worden gewikkeld en uitmonden in de pallu, het vaak fraai gedecoreerde eindstuk van de stofbaan, die over de linkerschouder wordt gedrapeerd – en de Dharampur-drapering, die vaker op het platteland wordt gebruikt en waarbij het lange, rechthoekige doek op vernuftige wijze in een hoogvallende pofbroek wordt omgetoverd. Bij de meeste saridrachten worden een choli (kort topje) en een slanke half-petticoat gedragen, waarbij de petticoat vaak ook dient om alle omslagen en plooien op hun plek te houden. Sommige sariplooien moeten met behulp van haarpinnen of veiligheidsspelden worden vastgezet, andere zijn meer losvallend, als een origamispel van stof.

De Indiase samenleving is verweven met de sari. Vrouwen in kleurrijke sarivarianten fietsen door de drukke straten van Mumbai, in Bollywood treden actrices er in op en in Rajasthan zie je families van meerdere generaties in de sari rondlopen.

Bezoekers die door de pracht en mythe van het kledingstuk worden verleid, kopen een exemplaar in een van de sariwinkeltjes. Anders dan traditionele gewaden in andere culturen is de sari niet voorbehouden aan mensen van een bepaalde nationaliteit of geloofsovertuiging. “Ik denk niet dat het voor een westerlinge respectloos is om een sari te dragen,” zegt Chishti. “Het is eerder een eerbetoon.” Ook als je een oogverblindende sari vermaakt tot een blouse of rok, of als kunstwerk aan de muur hangt, is daar volgens Sethi niets mis mee.

Toeristen, stedelingen en bruiloftsgasten kopen de sari van hun gading in winkeltjes die je in elk azuurblauw straatje van Jodhpur of op elke levendige markt van Mumbai kunt vinden. Ze worden ook verkocht in wat grotere en sjiekere boetieks, zoals Ekaya Banaras in Delhi, dat bekendstaat om zijn handgeweven zijdesari’s en zijn steun aan ruim achtduizend wevers in Benares, of Nalli in Chennai (Madras), dat al sinds 1928 bestaat en twee uitgestrekte verdiepingen van een Art Deco-gebouw in de wijk T. Nagar beslaat.

Waar je ook op zoek gaat naar het kledingstuk, overal zie je stapels netjes opgevouwen sari’s van zijde, katoen en chiffon in alle kleuren van de regenboog. Bij een straatverkoper kost een sari soms niet meer dan zo’n zeventien euro, maar wie een prachtexemplaar uit Benares wil kopen, is bijna tienduizend euro kwijt. “De aanschaf van een sari is meestal een langdurig proces: je koopt de stof bij de ene winkel, laat ergens anders een blouse op maat maken en koopt de petticoat weer bij een ander winkeltje,” zegt Sethi.

Voor het kopen van de juiste sari is een complex gelaveer tussen winkels en kleermakers nodig en dus is een sari geen kledingstuk dat je snel zult wegdoen. “Het is een stuk stof met een symbolische waarde en er zijn ongekend veel variaties,” zegt Sethi. “De sari neemt een belangrijke plek in en moet zeker gevierd worden.”

De Indiaas-Amerikaanse reisjournaliste Charu Suri is in Madurai in India geboren en woont als jazzcomponiste en -pianiste in de VS. Volg haar op Instagram. De fotografen Tuul en Bruno Morandi wonen in Frankrijk. Volg hen op Instagram.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com