Een boom is soms méér dan alleen een boom. Amerikaanse ratelpopulieren behoren tot de meest voorkomende boomsoorten in Noord-Amerika en planten zich vaak voort door zichzelf te klonen. In dat geval is een opstand die lijkt op een groep afzonderlijke bomen in feite een verzameling van genetisch identieke planten. Witte stammen met glinsterende bladeren – groen in het voorjaar, en geel, oranje of rood in de herfst – schieten als zogenaamde ‘wortelopslagen’ op uit een wortelstelsel van enorme omvang. Elke opstand van ratelpopulieren is daardoor één enkel organisme.
Een kloon van de Amerikaanse ratelpopulier beslaat soms minder dan een halve hectare, maar breidt zich soms ook verder uit – véél verder. In enkele gevallen vormt een kloon zijn eigen bos.
In het centrale zuiden van Utah, in een gedeelte van een nationaal bospark waar het wemelt van de jeneverbessen en alsem, is op het 2700 meter hoge Colorado Plateau een merkwaardige opstand van Amerikaanse ratelpopulieren te vinden. In plaats van tientallen of zelfs honderden apart gekloonde stammen te omvatten, bestaat deze opstand uit maar liefst 47.000 bomen die allemaal uit één en hetzelfde wortelstelsel zijn voortgekomen. De kolossale opstand heeft de naam ‘Pando’ gekregen – Latijns voor ‘ik verspreid mij’ – en strekt zich uit over een oppervlakte van een kleine 43 hectare, tweemaal zo groot is als het vloeroppervlak van het Grand Central Station in New York.
Lees ook: Het verhaal van ’s werelds eenzaamste boom
Pando is een beroemdheid. In 2006 verscheen de boom op een postzegel, en in 2014 riep Utah de Amerikaanse ratelpopulier uit als ‘officiële boom’ van de staat. Maar door de manier waarop de landerijen en het vee in de omgeving van de boom worden beheerd, wordt Pando stukje bij beetje – kloon na kloon – vernield.
Langzame dood door duizend beten
Pando’s pracht is vooral gebaseerd op zijn enorme omvang. Voor zover bekend leeft er, althans bovengronds, geen organisme op aarde met een zo grote massa. Met een geschat totaalgewicht van bijna zes miljoen kilo weegt dit organisme driemaal zoveel als de zwaarste afzonderlijke boom ter wereld, een reuzensequoia in Californië met de bijnaam ‘General Sherman’. Pando weegt ongeveer net zoveel als 35 blauwe vinvissen, duizend olifanten of alle mensen die in 2022 de Super Bowl-finale bijwoonden.
Elke stam van Pando leeft 85 tot 130 jaar en brengt zelf weer nieuwe groene opslagen voort. Maar tegenwoordig worden de twijgjes en bladeren van deze uitlopers door muildierherten en loslopende koeien opgegeten.
Paul Rogers, adjunct-professor ecologie aan de Utah State University en directeur van de Western Aspen Alliance, bestudeert Pando al jaren. In 2018 spitte hij 72 jaar aan luchtfoto’s door en voerde de eerste alomvattende analyse van deze opstand door. Hij ontdekte dat het aantal stammen dat nieuwe opslagen voortbracht, kleiner was dan het aantal stammen dat afstierf. Uit een nieuwe inventaris in 2021, die nog niet voor publicatie is beoordeeld, blijkt een nog hoger overschot aan afstervende stammen.
Hoe lang Pando al heeft geleefd, is onduidelijk; sommigen schatten de ouderdom van dit organisme op 80.000 of zelfs één miljoen jaar, maar volgens Rogers zijn deze leeftijden zeer onwaarschijnlijk. De opstand is waarschijnlijk enkele duizenden jaren oud en in elk geval jonger dan het einde van de laatste IJstijd, rond 12.000 jaar geleden.
Zie ook: Oudste boom van Europa ontdekt
Maar het ecosysteem waarvan Pando deel uitmaakt, is sterk veranderd door de mens, die grote roofdieren als wolven, beren en poema’s heeft uitgeroeid en grazend vee in het bosgebied heeft geïntroduceerd. Als we volgens Rogers geen betere manier vinden om Pando tegen grazend vee en wild te beschermen, dan zal dit opmerkelijke organisme van de aardbodem verdwijnen.
Lees ook: Ook bomen doen aan 'social distancing' om ziekten te voorkomen | National Geographic
‘Stel je voor dat je een stadje van 50.000 inwoners binnenloopt waar iedereen 85 jaar oud is,’ zegt hij. ‘Dat is het geval met de plantenweefsels van Pando.’
De opstand veroudert, terwijl de nieuwe generatie scheuten niet lang genoeg overleeft. ‘En dat gebeurt onder onze ogen,’ zegt Rogers.
Het probleem met Pando
Pando is een beetje een mysterie. Zijn opstand van 1087 stammen per hectare (gemiddeld één stam om de drie meter) begint zo’n anderhalve kilometer ten oosten van Mallard Bay, aan het Fish Lake in het Fishlake National Forest in Utah, en strekt zich vandaar tientallen kilometers naar het westen uit, over een terrein dat bestaat uit vulkanisch gesteente en dat bezaaid is met grote zwerfkeien, waarvan sommige zo groot zijn als auto’s. Hoe kon dit gevaarte zo kolossaal worden? Niemand die het echt weet. Maar het feit dat Pando deze omvang heeft bereikt en dat ratelpopulieren op het noordelijk halfrond zo wijdverbreid zijn, wijst erop dat er mogelijk nog veel grotere opstanden van deze soort bestaan die gewoon nog niet ontdekt zijn.
Rogers heeft dagenlang in de schaduw van Pando gewerkt. Hij heeft er gedichten over geschreven, waarin hij beschrijft hoe nietig hij zich in de aanwezigheid van dit reusachtige organisme voelt. De pracht van Pando boezemt hem een ontzag in dat hij maar moeilijk kan omschrijven.
Het bestaan van de opstand werd voor het eerst wereldkundig gemaakt door een wetenschapper van de University of Michigan genaamd Burton Barnes. Halverwege de jaren zeventig wandelde hij door dit bos en vergeleek de bladeren van de opstand met die van naburige bomen. Daardoor kon hij onderscheid maken tussen de stammen die uit het wortelstelsel van Pando waren opgeschoten en stammen van andere bomen in de buurt. Tientallen jaren later namen andere wetenschappers DNA-monsters van 209 stammen van Pando en bevestigden dat Barnes gelijk had. Deze enorme opstand van bomen was feitelijk één plant.
Al geruime tijd is bekend dat Pando kampt met de nodige gezondheidsproblemen. Eind jaren tachtig besloot de US Forest Service bij wijze van experiment twee kleine stukjes van het bos te rooien. Op die plek schoot daarna niets meer op. In 1992 rooiden ze een andere stukje en omheinden ze het met een hek. Dat gedeelte van Pando is nu een nieuwe, zeer dichte opstand, van stammen met een doorsnede van circa twaalf centimeter die allemaal ruim tien meter hoog zijn.
Hoe kan dat? Als je een ratelpopulier kapt, afbrandt of verwondt, reageert de boom met het produceren van nieuwe opslagen. Stanley Kitchen, emeritus-onderzoeker bij de US Forest Service, kent opstanden van Amerikaanse ratelpopulieren die ruim 8600 opslagen per hectare hebben geproduceerd – ‘zóveel dat het lijkt alsof je door een maïsveld loopt.’ Vruchtbaarheid is dus het probleem niet.
In 2018 slaagden wetenschappers er eindelijk in de gezondheidsproblemen van Pando duidelijk te identificeren. Op 65 testpercelen hielden Rogers en een collega gegevens bij over het aantal dode en levende stammen, het aantal nieuwe opslagen en de bladbedekking – en ook de hoeveelheid uitwerpselen van muildierherten. De duidelijkste aanwijzing voor een gezond bos was de hergroei, en de aanwezigheid van de herten kwam overeen met een matige hergroei.
Van augustus tot oktober, wanneer bloemen en andere planten verdorren, verleggen de muildierherten hun graasgebied naar Pando om zich vóór de herfst vet te mesten met eiwitten. Rond dezelfde tijd mogen ook veehouders met een speciale vergunning hun koeien ongeveer twee weken lang in dit bosgebied laten grazen. Al deze dieren doen zich tegoed aan de verse scheuten van Pando, die daardoor worden afgeknabbeld voordat ze tot heuse stammen kunnen uitgroeien.
Mogelijke oplossing
De oplossing is echter wat ingewikkelder dan het probleem. Herten en elanden vallen onder het staatsbosbeheer van de staat, die onder druk staat om het aantal herten ten behoeve van de jacht op peil te houden. Maar in de omgeving van Pando is de jacht verboden. Het is een recreatiegebied dat door veel toeristen wordt bezocht en zelfs een paar blokhutten telt. De dieren weten dat ze daar veilig zijn en hebben in de loop der decennia geleerd om zich daar te verzamelen.
Rogers heeft al heel wat suggesties aangereikt gekregen: het gebruik van vuurwerk of losse flodders om de herten af te schrikken of het verjagen van de dieren met terreinwagens. Maar geen van deze ideeën vindt hij haalbaar. Ook het ombuigen van graaspatronen in een bos dat voor allerlei doeleinden wordt gebruikt, is niet eenvoudig. Sommige veehouders laten hun vee hier al generaties lang grazen.
Er zou geld van een privédonor beschikbaar zijn om het gebied te laten omheinen, maar die hekken zouden permanent onderhouden moeten worden. Rogers vraagt zich bovendien af of we deze opmerkelijke opstand wel willen omheinen, als in een dierentuin. ‘Dat is geen oplossing voor de oorzaak van het probleem,’ zegt hij.
Op dit moment vertonen de gedeelten van Pando die niet voor wetenschappelijk onderzoek zijn omheind, uiteenlopende ecologische ontwikkelingen, waarbij verschillende planten opschieten op plekken waar de bomen niet meer opkomen. Rogers denkt dat dit te danken is aan het feit dat er veel meer daglicht valt op plekken waar geen volgroeide stammen meer groeien. Door Pando op te delen in afgebakende en open gedeelten, ‘zouden we het meest uniforme woud dat we op aarde kennen, een heel nieuw aanzicht geven,’ zegt Rogers.
Maar in een andere opstand op een naburige berg ziet Kitchen enige reden tot optimisme. Daar hadden grazende elanden en koeien en ook de jarenlange onderdrukking van bosbranden ertoe geleid dat een grote opstand van de Amerikaanse ratelpopulier langzaam werd verdrongen door dennen en sparren. In 2015 ontwierpen Kitchen en anderen binnen de US Forest Service in overleg met jagers, milieubeschermers, beambten van de staat en landeigenaren een nieuw tienjarenplan om de Amerikaanse ratelpopulier op de berg te redden. Het plan hield in dat jagers meer herten en elanden mochten afschieten als zou blijken dat deze dieren de jonge scheuten van de opstand bleven afgrazen.
Niet alle problemen op de berg zijn daarmee opgelost, geeft Kitchen toe, maar er lijkt iets te veranderen en er schieten weer nieuwe stammen op.
Rogers is voorstander om zo’n plan ook op Pando toe te passen en daarnaast zo snel mogelijk het handvol herten af te schieten dat aan dit bosgebied gewend is geraakt. Daarnaast zouden er enkele aanpassingen van de graasprotocollen doorgevoerd moeten worden. Volgens hem zullen ‘we hoe dan ook het afgrazen moeten stoppen,’ zegt hij.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com