Ruim duizend jaar geleden behoorde de nederzetting die nu El Castillo de Huarmey wordt genoemd tot de meest gewijde plekken van Peru. Dat was althans de overtuiging van archeoloog Miłosz Giersz van de Universiteit van Warschau. Talloze mensen hadden Giersz ervoor gewaarschuwd dat het verrichten van opgravingen op deze plek heel lastig zou worden en vrijwel zeker een verspilling van geld en tijd zou blijken te zijn. De enorme heuvel was al ondermijnd door talloze tunnels van plunderaars, die er naar oude graven en hun kostbare grafgiften hadden gezocht. Wat ooit een heilige plek was, was nu een door kuilen ontsierde vindplaats op vier uur rijden ten oosten van Lima – een maanlandschap waar talloze stoffelijke resten uit het verleden en ook veel modern afval rondslingerden.

Maar Giersz keek verder dan het afval en richtte zich op de stukjes textiel en de potscherven die hij overal op de hellingen van de heuvel zag liggen. Ze waren afkomstig van de weinig bekende Peruaanse Wari-cultuur, waarvan het kerngebied verder naar het zuiden lag. In 2010 begon Giersz samen met zijn kleine onderzoeksteam te onderzoeken wat hij hier onder de grond vermoedde. De bodem werd met een magnetometer in kaart gebracht en de omgeving werd met een camera aan een hoge vlieger vanuit de lucht gefotografeerd. De resultaten van dat onderzoek leverde iets op wat generaties van grafrovers over het hoofd hadden gezien: de vage contouren van ondergrondse muren langs een steenrichel ten zuiden van de heuvel.

In samenwerking met de Peruaanse archeoloog Roberto Pimentel Nita begonnen Giersz en zijn team aan opgravingen, waarbij de resten van een uitgestrekt complex van torens en hoge muren werd blootgelegd. De bouwwerken waren ooit in donkerrode verf geschilderd en strekten zich over de hele zuidflank van de vindplaats uit. Nadere analyse toonde aan dat het om een Wari-tempel ten behoeve van de voorouderverering ging.

Een paar aardewerken kruiken dat met grijnzende gezichten is versierd behoort tot de meer dan duizend grafgiften die in de intacte tombe van El Castillo zijn aangetroffen
Een paar aardewerken kruiken dat met grijnzende gezichten is versierd, behoort tot de meer dan duizend grafgiften die in de intacte tombe van El Castillo zijn aangetroffen.
Robert Clark/National Geographic

Toen de onderzoekers in de herfst van 2012 verder groeven onder een laag zware, trapezevormige bakstenen, ontdekten ze iets wat maar weinig Andes-archeologen verwachten te vinden: een niet-geplunderd koninklijk graf. In de tombe waren vier voorname Wari-vrouwen bijgezet – mogelijk koninginnen of prinsessen. De dames werden vergezeld door maar liefst 54 andere hooggeplaatste personen, zes mensenoffers en ruim duizend grafgiften van de hoogste kwaliteit: zware gouden oorsieraden tot zilveren kommen en van bijlen van koperlegering tot kostbare stoffen en kleurrijk aardewerk.

De Wari

Rond de zevende eeuw na Chr. kwam de Wari-cultuur in de Ayacucho-vallei op en heerste lang vóór de tijd van de Inca’s over het Peruaanse kustland, en dat in een periode van herhaaldelijke droogten en milieucrises. Ze ontwikkelden zich tot meesterbouwers, die aquaducten en netwerken van kanalen aanlegden om hun terrasvelden te irrigeren.

In de buurt van de moderne stad Ayacucho stichtten ze een uitgestrekte hoofdstad, die nu bekendstaat als Huari (Wari). Op haar hoogtepunt moet de bevolking van Wari zo’n 40.000 zielen hebben geteld, tweemaal zoveel als het Parijs van die tijd. Vanuit dit bastion slaagden de krijgsheren van de Wari erin hun grondbezit vele honderden kilometers naar het zuiden uit te breiden, over vrijwel het gehele Andesgebergte en kustland van het huidige Peru. Daarmee vormden ze in de ogen van veel archeologen het eerste Andes-rijk in Zuid-Amerika.

Map
Map
National Geographic

Onderzoekers hebben zich lange tijd afgevraagd hoe de Wari hun enorme rijk in dit onherbergzame gebied konden opbouwen – hetzij door middel van veroveringen, hetzij door het smeden van bondgenootschappen of door een of andere combinatie van beide strategieën. Anders dan de meeste imperiale grootmachten hadden de Wari geen beschikking over een schrift en lieten ze geen geschreven archieven na. Maar de rijke vondsten in El Castillo, op zo’n achthonderd kilometer van de oude hoofdstad Wari, beantwoorden veel van de vragen.

Pikillaqta was een van de grootste en meest imposante nederzettingen van het Waririjk Tijdens opgravingen op deze vindplaats kwam een reusachtig complex van ruim zevenhonderd aparte bouwwerken aan het licht
Pikillaqta was een van de grootste en meest imposante nederzettingen van het Wari-rijk. Tijdens opgravingen op deze vindplaats kwam een reusachtig complex van ruim zevenhonderd aparte bouwwerken aan het licht.
Mark Green/Alamy

Nadat de Wari hun invloedssfeer onder controle hadden gekregen, liet de nieuwe heerser een paleis aan de voet van El Castillo bouwen, waarna zijn opvolgers de steile heuvel in de loop van tijd hebben uitgebouwd tot een torenhoog complex ten behoeve van de voorouderverering. Om ook in het hiernamaals in nauw contact te blijven met de koninklijke dynastie, richtten leden van de adel hun eigen mausolea bovenop de heuvel op. Toen de beschikbare ruimte daar was gebruikt, legden ze terrassen over de hele helling van El Castillo aan en gebruikten deze uitsluitend voor de bouw van graftorens en tombes.

Volgens Giersz was El Castillo zó belangrijk voor de Wari-adel dat ze ‘waarschijnlijk alle beschikbare arbeidskrachten’ hebben gebruikt. In de opgedroogde mortel die voor de bouw van de inmiddels bijna opgegraven muren is gebruikt, zijn talloze handafdrukken gevonden, waarvan sommige afkomstig zijn van kinderen van elf jaar oud. Toen de bouwwerkzaamheden ergens in de tiende eeuw na Chr. eindigden, torende een immense, donkerrode necropool hoog boven de vallei uit.

Hoewel El Castillo door de doden werd bewoond, gaf de nederzetting een krachtige politieke boodschap aan de levenden af: de Wari-heersers waren nu de rechtmatige eigenaars van dit land. ‘Als je dit land wil beheersen, moet je ervoor zorgen dat jouw voorvaderen in het landschap aanwezig zijn,’ zegt archeoloog Krzysztof Makowski. ‘Dat is de logica van de Andes-volken.’

The rugged mountains and valleys of the Ayacucho region located some 9000 feet above sea level was where Wari culture emerged about 1400 years ago
The rugged mountains and valleys of the Ayacucho region, located some 9,000 feet above sea level, was where Wari culture emerged about 1,400 years ago.
Bert de Ruiter/Alamy/Age Fotostock

Het graf

De intacte grafkamer die in 2013 werd blootgelegd, ligt aan de westzijde van de necropolis. Daar hakten de Wari-bouwers een onderaardse ruimte ten behoeve van een keizerlijke tombe uit. Vrijwel alle doden die hier werden begraven, waren vrouwen en meisjes die binnen een periode van enkele maanden moeten zijn overleden, de meesten waarschijnlijk door natuurlijke oorzaken. Vier van de vrouwen lijken een hogere status te hebben gehad dan de anderen.

De Wari behandelden deze vier adellijke dames ook na hun dood met het grootste respect. Ze waren gehuld in kostbare tunieken en omslagdoeken, en voorzien van prachtige sierraden, van gouden oorringen tot elegante halskettingen met kralen van kristal. Hun gezichten waren beschilderd met heilige rode kleurstof en hun lichamen waren geplaatst in de zithouding die zo kenmerkend is voor Wari-begrafenissen. Daarna waren hun resten in stoffen omhulsels gewikkeld.

In kleine zijkamers waren kostbare grafgiften geplaatst, waaronder zware stoffen die gewilder waren dan goud, koorden met knopen erin die khipus of quipus worden genoemd en voor het tellen van goederen voor de keizerlijke huishouding werden gebruikt, en lichaamsdelen van de Andes-condor, een vogel waarmee de Wari-adel zich associeerde. (Zo werd een van de titels van de keizer aangeduid met het woord ‘mallku’, dat in de Wari-taal ‘condor’ betekende.)

Met behulp van heldere geometrische vormen zijn Wariheersers op deze aardewerken kruiken uitgebeeld
Met behulp van heldere geometrische vormen zijn Wari-heersers op deze aardewerken kruiken uitgebeeld.
Robert Clark/National Geographic

Sociale status lijkt in de dood even belangrijk te zijn geweest als tijdens het leven. De rouwenden legden de voornaamste vrouwen in aparte zijkamers van de tombe. De belangrijkste van allemaal, een vrouw van rond de zestig, was omringd door zeldzame kostbaarheden, waaronder meerdere paren oorringen, een ceremoniële bronzen bijl en een zilveren kelk. Het kostbaarst was misschien wel het weefgerei van goud. Wari-vrouwen waren zeer vaardige wevers en vervaardigden een tapijtachtige stof met een hogere garendichtheid dan die van de beroemde Vlaamse en Nederlandse lakenwevers van de zestiende eeuw.

De oudere dame heeft de bijnaam ‘Huarmey Queen’ gekregen en haar stoffelijke resten onthullen talrijke details over het leven van de vrouwelijke Wari-elite. Zorgvuldig onderzoek van haar beenderen heeft aangetoond dat ze het grootste deel van haar leven zittend heeft doorgebracht maar haar bovenlichaam veel heeft gebruikt – de typische ‘skelethandtekening’ van iemand die haar leven al wevend heeft doorgebracht. Ook miste ze enkele tanden, wat past bij het tandbederf dat optreedt door het geregeld drinken van chicha, een zoet alcoholisch brouwsel op basis van maïs dat alleen door de Wari-elite gedronken mocht worden.

Gezicht uit het verleden

Onder archeologen staat Oscar Nilsson bekend om zijn levensechte gezichtsreconstructies van mensen uit een ver verleden. Vijf jaar na de ontdekking van de intacte grafkamer van El Castillo de Huarmey wilde het team van Miłosz Giersz het gezicht laten reconstrueren van de belangrijkste dode in de tombe, de zogenaamde ‘Huarmey Queen’. En ze wisten aan wie ze dat moesten vragen.


Nilssons benadering berust niet alleen op het maken van CT-scans, maar is daarnaast ‘hands-on’. Om het gezicht van de koningin te reconstrueren maakte hij eerst een scan van haar schedel voor het uitprinten van een 3D-model. Wetenschappers schatten dat de dame op het moment van haar overlijden rond de zestig moet zijn geweest; daarnaast hadden ze haar etnische afkomst en gewicht kunnen bepalen, waardoor Nilsson de dikte van haar gezicht goed kon inschatten. Hij gebruikte plasticine om haar gelaatstrekken te boetseren en bedekte die naderhand met een ‘huid’ van siliconen.


Het eigen haar van de koningin was goed bewaard gebleven, zodat Nilsson haar haarstijl kon nabootsen met behulp van een pruik van menselijk haar van een oudere Andeaanse vrouw, die in een Peruaanse pruikenwinkel was gekocht. Van begin tot eind had Nilsson voor zijn verbluffende reconstructie zo’n 220 uur nodig. Zijn werk biedt mensen nu de kans om dit koninklijke gelaat opnieuw te aanschouwen.

In een grote gemeenschappelijke ruimte achterin het grafcomplex waren vrouwen van lagere adel tegen de muren van de onderaardse ruimte bijgezet. Op enkele uitzonderingen na lag naast iedere vrouw een kistje ter grootte van een schoenendoos dat was vervaardigd van afgesneden rietstengels. Daarin lag weefgerei van het type dat door de Wari werd gebruikt voor de vervaardiging van stoffen.

Alle adellijke vrouwen die in El Castillo werden begraven, hadden hun leven aan deze kunstnijverheid gewijd. Toen het graf klaar was om hermetisch te worden afgesloten, schepten arbeidskrachten meer dan dertig ton steengruis in het complex en dekten het af met een laag zware bakstenen van adobe. De tombe zou eeuwenlang intact blijven en daarmee de rijkdommen, kennis en tradities van de Wari voor latere generaties bewaren.

Onderzoekers weten nog altijd niet precies waarom er zo’n abrupt einde aan het Wari-rijk is gekomen. Een van de populairste hypotheses onder experts is de mogelijkheid dat de regio rond het jaar 1000 door extreme droogte werd getroffen. Maar toen het einde eenmaal kwam, ging alles heel snel. Op één vindplaats, waar de Wari zich wijdden aan het vervaardigen van aardewerk, lijken de pottenbakkers hun werktuigen van de ene dag op de andere te hebben achtergelaten en overhaast te zijn gevlucht, mogelijk door het binnenvallen van een nog onbekende stam.

Maar de Wari lieten een historische beschaving achter en hadden in de Andes een fenomeen gecreëerd dat nooit helemaal zou verdwijnen: het idee van een aaneengesloten en uitgestrekt rijk. Vierhonderd jaar later zouden de Inca’s hun eigen rijk op deze fundamenten opbouwen.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com