De omstreden dolfijnenjacht bij het Japanse stadje Taiji is al acht dagen gaande en de vissers hebben tot nu toe minstens zeven tuimelaars gevangen. Naar verwachting duurt het jachtseizoen nog tot maart 2022.
De jacht wordt georganiseerd door de Vissersvereniging Isana, die van de Japanse overheid toestemming heeft gekregen om dit seizoen in totaal 1849 dolfijnen van negen verschillende soorten te doden of te vangen, waaronder tuimelaars, gestreepte dolfijnen, witlipdolfijnen en grampers.
Sommige van de zoogdieren worden gevangen en verkocht aan attractieparken en dolfinariums, vooral in Japan en China, maar volgens het Dolphin Project, een dierenwelzijnsgroep in Californië, worden er daarnaast honderden dolfijnen gedood en geslacht om hun vlees. (In de afgelopen jaren hebben vissers enkele honderden dolfijnen minder gevangen dan het quotum toestond).
In samenwerking met het Dolphin Project heeft activist Ren Yabuki, van de Japanse dierenwelzijnsgroep Life Investigation Agency de baai bij Taiji elke dag bezocht om de drijfjacht te filmen, het aantal gevangen dolfijnen bij te houden en beelden op sociale media te plaatsen. Yabuki heeft dit de afgelopen zes jaar elk seizoen gedaan.
“Wanneer de dolfijnen vanuit zee de baai in worden gedreven, voelt het alsof je bloed begint te koken en uit je lichaam wegtrekt,” zegt Yabuki. “Dolfijnen die niemand kwaad hebben gedaan, worden plotseling met veel geweld gevangen. Hun families worden uiteengerukt. Ze worden voor de ogen van hun familie- en groepsleden gevangen om te worden verkocht aan een aquarium of ze worden voor de ogen van hun broers en zussen gedood. (Lees meer over het onderzoek naar gedachten en gevoelens bij dieren.)
Lees ook: Populatie van bedreigde rivierdolfijnen in Cambodja het grootst in 20 jaar
De jacht maakte in 2009 internationaal veel kritiek los toen in de documentaire The Cove (‘De baai’) werd onthuld hoe de vissers van Taiji honderden dolfijnen in de baai bijeendreven om ze daar te vangen of af te slachten.
Het stadsbestuur van Taiji wilde niet reageren op verzoeken om commentaar van de kant van National Geographic maar heeft de jacht in andere media verdedigd met het argument dat het om een vierhonderd jaar oude traditie gaat. Critici wijzen erop dat de moderne jacht – met clusters motorboten die hele groepen dolfijnen bijeendrijven, vaak om ze aan dolfinariums te verkopen – is ontstaan uit een traditie waarmee de vissers ooit in hun levensonderhoud voorzagen.
Volgens ooggetuigenverslagen van vrijwilligers van het Dolphin Project doden de vissers de dolfijnen meestal door ze onder hun blaasgat met een speer te doorboren om zo hun ruggengraat te breken. Maar soms worden de dolfijnen daarbij niet meteen gedood en blijven ze daarna nog bewegen. Andere ooggetuigen hebben bericht dat kalveren van gedode moeders weer worden vrijgelaten, hoewel de jonge dieren daar zonder moeder niet kunnen overleven. (Lees meer over de dwergvinvis, een dolfijnensoort, die vlakbij de baai van Taiji negentien dagen lang in visnetten verstrikt zat, waarna de vissers een touw om zijn staart bonden en hem achter een boot aan sleepten totdat het dier verdronk.)
In Taiji is dolfijnenvlees nog altijd populair, maar in de rest van Japan is de vraag naar walvissen- en dolfijnenvlees de laatste jaren afgenomen en hebben veel groothandelaren op dit gebied hun deuren gesloten.
Volgens The Washington Post kan een dolfijn vanwege zijn vlees ruim vierhonderd euro opleveren, terwijl een levend gevangen tuimelaar voor wel 6500 tot 10.000 euro aan een dolfinarium verkocht kan worden.
In het algemeen worden elk jaar tussen de honderd en tweehonderd dolfijnen ten behoeve van dolfinariums gevangen, aldus cijfers van het Dolphin Project. Volgens Tim Burns, coördinator van het Dolphin Project in Taiji, telt Japan naar schatting zeventig dolfinariums (meer dan enig ander land) en is dan ook de grootste afnemer van gevangen dolfijnen uit de baai.
‘Gigantische dolfijnenvijver’
Na internationale protesten, en onder druk van de World Association of Zoos and Aquariums, verbood de Japanse Association of Zoos and Aquariums (JAZA) in 2015 haar leden om nog langer dolfijnen uit de drijfjacht bij Taiji aan te kopen. Sommige Japanse dolfinariums trokken zich daarop terug uit de JAZA om hun centra met dolfijnen uit Taiji te kunnen blijven aanvullen.
Nadat de dolfijnen de baai in zijn gedreven, werken de vissers samen met dierentemmers om geschikte dolfijnen voor attractieparken uit te kiezen. De vissers drijven bijvoorbeeld “een groep van acht grampers bijeen, waarvan er eentje het ideale jonge wijfje is dat kan worden afgericht,” vertelt Burns. “En de rest wordt afgeslacht.”
Burns’ team verwacht dat veel van de dolfijnen die dit seizoen gevangen zullen worden, hetzij zullen belanden in het Walvismuseum van Taiji (een overheidsinstelling), hetzij in de Baai van Moriura, waar de Japanse regering tussen de honderd en tweehonderd dolfijnen in drijvende kooien houdt. Volgens de The Japan Times wordt deze ‘voorraad’ dolfijnen geregeld aangevuld met dieren die bij de drijfjacht in de baai van Taiji zijn gevangen. In het Walvismuseum van Taiji kunnen bezoekers in de giftschop snacks van walvissen- en dolfijnenvlees kopen en die tijdens het bekijken van de dolfijnenshows opeten.
Lees ook: Militaire walvissen en dolfijnen: wat doen ze en wie gebruikt ze?
The Japan Times bericht ook dat Taiji van plan is om de Baai van Moriura, met een oppervlakte van een kleine twintig hectare, om te toveren in één “gigantische dolfijnenvijver.” Maar voorlopig worden de dieren daar in meerdere drijvende kooien vastgehouden.
“Taiji heeft veel geld geïnvesteerd in de Baai van Moriura en in het opbouwen van zijn eigen populatie dolfijnen,” zegt Burns. Naarmate de druk groeit om een einde te maken aan de drijfjacht, zal het fokken van dolfijnen door het Walvismuseum waarschijnlijk toenemen, zodat de handel in de dolfijnen op peil kan blijven.
Vertegenwoordigers van het Walvismuseum van Taiji wilden evenmin reageren op verzoeken om commentaar van National Geographic.
Groeiende nationale beweging
Om verschillende culturele en juridische redenen wordt er in Japan minder gedemonstreerd dan in veel andere landen. Buitenlanders hekelen de drijfjacht vaak met behulp van bloederige en schokkende foto’s, terwijl demonstraties in Japan zelf weliswaar terughoudender zijn maar wel steeds wijdverbreider worden. Volgens Japan Forward hebben dit jaar enkele tientallen Japanse dierenactivisten op de openingsdag van de drijfjacht in Taiji gedemonstreerd, waarbij ze spandoeken meedroegen met daarop teksten als ‘Laat de dolfijnen vrij rondzwemmen’ en ‘Heb alle dieren lief’.
“Omdat de dolfijnenjacht en -handel in Taiji door Japanners wordt gerund, is het aan de Japanners om het voortouw te nemen,” zegt Yabuki. “Door de hele jacht vast te leggen en de reële uitbuiting van deze dieren en de connectie met aquariums en attractieparken te laten zien, kunnen mensen tot het besluit komen om centra voor dolfijnen in gevangenschap niet langer te ondersteunen.”
Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in het Engels op nationalgeographic.com
Wildlife Watch is een onderzoeksjournalistiek project van de National Geographic Society en National Geographic Partners, met speciale aandacht voor wildcriminaliteit en de uitbuiting van wilde dieren. Lees hier meer artikelen van Wildlife Watch en kom meer te weten over de missie van de National Geographic Society op natgeo.com/impact. Stuur tips, commentaren en verhaalideeën naar NGP.WildlifeWatch@natgeo.com.
Natasha Daly is redactrice van National Geographic, waar ze schrijft over het raakvlak tussen dieren en cultuur. Volg haar op Twitter en Instagram.