Een van de belangrijkste dieren in de wateren bij de noordelijkste punt van het meest zuidelijke continent ter wereld is meteen ook de meest winstgevende: het piepkleine Antarctische krill.
Deze krioelende, doorschijnende, garnaalachtige dieren worden door bijna alle andere dieren hier gegeten, van vissen en pinguïns tot zeehonden en walvissen. Krill ligt ook aan de basis van een wereldwijde visindustrie, waarin miljoenen dollars omgaan. Ze worden met netten opgehaald en tot pulp vermalen om als voer voor aquariumvissen of kweekzalm te dienen. Of ze worden uitgeknepen om hun olie, die onder andere in de Verenigde Staten in de farmacie wordt gebruikt.
Nu het leven langs de westkust van het Antarctisch Schiereiland verandert door klimaatverandering, waarschuwen wetenschappers en milieuadvocaten ervoor dat wilde dieren, en met name pinguïns, te veel stress ervaren. Volgens hen kan de situatie verergeren door de krillvangst.
Na jaren van onderhandelingen onder leiding van Greenpeace is er een akkoord bereikt. Een meerderheid van de visindustrie is afgelopen maandag formeel overeengekomen geen krill meer te vangen in de gebieden rond de bedreigde pinguïnkoloniën. De branche zegde ook toe de komende jaren te zullen helpen bij het opzetten van een netwerk van beschermde mariene gebieden om zeedieren beter te beschermen.
"We wilden baanbrekend zijn, laten zien dat we ons inzetten om de fauna van Antarctica te beschermen," aldus Kristine Hartmann, executive vice president van Aker BioMarine, een Noorse krillvisserij en de grootste ter wereld. "Dit voorstel is pas een eerste stap."
De reacties zijn overwegend positief.
"Het nieuws is fascinerend en veelbelovend," zegt Kim Bernard, universitair docent en krillexpert aan Oregon State University.
Heather Lynch, pinguïndeskundige en universitair hoofddocent aan Stony Brook University: "Nu de locaties van pinguïnkoloniën heel goed in kaart zijn gebracht, kunnen krillvisserijen veel minder ingrijpend te werk gaan. Hier is duidelijk sprake van een win-winsituatie. De visserijen kunnen vangen wat ze nodig hebben, terwijl de waardevolle gebieden worden vermeden."
De vraag is nu: is dat genoeg?
De basis van de voedselketen
In heel Antarctica zwemmen miljarden krillgarnaaltjes. Maar de vangst langs het witte continent concentreert zich voornamelijk rond de punt van het Antarctische Schiereiland. Deze regio is nu juist het hardst getroffen door klimaatverandering.
Aan de westkant van het schiereiland is de wintertemperatuur in veertig jaar tijd met vijf graden gestegen. Het zee-ijs dat het water het grootse deel van het jaar bedekt, groeit steeds langzamer aan en verdwijnt sneller. Er is meer neerslag in de vorm van regen.
Het gevolg is dat de koloniën van de enige echte Antarctische pinguïns, de Adéliepinguïn, dramatisch zijn geslonken. De krilletende zilvervis, ooit het hoofdvoedsel van pinguïns, is in sommige gebieden volledig verdwenen. Tegelijkertijd is het aantal ezelpinguïnsexplosief toegenomen. Deze soort, die zich gemakkelijk aanpast, is gewend aan warmere wateren en komt veel voor in Argentinië en Zuid-Afrika.
Zeeluipaardenzijn solitaire dieren die het zee-ijs gebruiken als platform om te jagen. Nu leven ze echter steeds vaker in groepen die dichter bij de kust op pinguïns jagen. Ze eten ondertussen ook vaker andere dieren. Bultrugwalvissen trokken voorheen naar het noorden wanneer het ijs terugkeerde. Nu blijven ze langer hangen en eten ze nog meer krill. En dat is alleen nog maar wat er nu bekend is. De regio is gewoon te groot om te begrijpen wat de impact is op veel andere diersoorten, van krabbeneters tot zeevogels zoals aalscholvers en jagers.
Het is niet helemaal duidelijk wat de effecten van de visserij op wilde dieren zijn. Het vangstquotum dicteert dat visserijen slechts een fractie van het krill mogen vangen. Dit quotum wordt echter nooit gehaald. Recent onderzoek van wetenschappers van de National Oceanic and Atmospheric Administration toonde echter aan dat "de krillvisserij een directe concurrent is van roofdieren die afhankelijk zijn van krill." De resultaten waren "in lijn met modellen die aantonen dat de krillvisserij een gevaar kan opleveren voor roofdieren die afhankelijk zijn van krill."
Het Verenigd Koninkrijk heeft inmiddels bij het consortium van landen dat toeziet op de visserij in Antarctica aangedrongen op een verbod op de krillvisserij in de zomer langs de kusten van het schiereiland. Dit gebeurde op advies van onderzoekers van het British Antarctic Survey. Visserijbeheerders lieten het tot dusver afweten, waardoor Greenpeace en andere milieugroeperingen de krillindustrie onder druk zetten om de traditionele visgronden te verlaten. Aker BioMarine ging ondertussen uit eigen beweging in gesprek met wetenschappers om manieren voor duurzamere visserij te vinden waarbij de fauna geen gevaar loopt.
Dit alles leidde tot de aankondiging eerder deze week.
Pinguïns beschermen
De nieuwe overeenkomst is de eerste verbintenis in zijn soort. Visserijen uit Noorwegen, China, Chili en Zuid-Korea zijn goed voor ongeveer 85 procent van de krillvangst. Ze kwamen overeen om in 2019 tijdens het broedseizoen niet in de buurt van pinguïnkoloniën te vissen. In 2020 zullen ze zelfs het hele jaar op minimaal dertig kilometer afstand blijven van pinguïnkoloniën.
"De belangrijkste zones bevinden zich rond ezelpinguïns, rond eilanden waar kinbandpinguïns broeden en bij de punt van het schiereiland, waar Adéliepinguïns leven," vertelt Cilia Holmes Indahl, director of sustainability bij Aker BioMarine.
Tegelijkertijd hebben de bedrijven het plan opgevat om samen te werken met milieuadvocaten en het instellen van beschermde mariene gebieden in de regio te steunen. Het gaat daarbij niet alleen om de Weddellzee, waar weinig wordt gevist, maar ook het gebied ten westen van het schiereiland en de nabijgelegen Scotiazee, het epicentrum van de visgronden.
Ze hebben ook ingestemd de aanbevolen procedures van visserijgroepen uit andere delen van de wereld over te nemen. Daarnaast zullen ze transparanter zijn over waar en wanneer ze hun producten lossen.
Niet alle krillvisserijen hebben de overeenkomst ondertekend. Sommige daarvan willen echter lid worden van een branchevereniging en moeten dan eerst instemmen met de richtlijnen.
"Het stemt me hoopvol dat zoveel Antarctische krillvisserijen hebben aangegeven de voorgestelde no-takezones langs het schiereiland te zullen respecteren," zegt Bernard van de OSU.
In verband met de snelle veranderingen in Antarctica is het belangrijk dat we doorzetten. Het zal nog enkele jaren duren voordat zal blijken of de branche haar verbintenis ook echt nakomt.
"Ik maak me wel zorgen dat een vrijwillige vangstbeperking de processen voor omvangrijkere en langdurigere mariene bescherming in de Antarctische regio kan doen vertragen," aldus Lynch van Stony Brook. "Een ander punt van zorg is dat deze overeenkomst voornamelijk op pinguïns is gericht, terwijl wetenschappers nog steeds veel kennis opdoen over wat andere dieren nodig hebben om te overleven. Hierdoor is er geen garantie dat deze beperkingen uiteindelijk toereikend zijn om zeedieren te beschermen."
Lynch voegt daaraan toe: "Zolang we ons realiseren dat dit het begin is van beschermende maatregelen en het hiermee niet is afgelopen, kunnen we dit als een succes beschouwen."