De prachtige paarsblauwe bloemen die elke twaalf jaar de heuvels van Zuid-India bedekken, worden bedreigd en zullen daardoor misschien nooit meer ontluiken.
Sinds het jaar dat de bloemheester Strobilanthes kunthianus voor het eerst werd beschreven, in 1838, heeft deze plant nog maar vijftien keer in bloei gestaan. De laatste keer dat de plant in de Zuid-Indiase deelstaat Kerala bloeide, was in 2006, het jaar waarin de Iraakse dictator Saddam Hoessein werd geëxecuteerd, Pluto tot dwergplaneet werd gedegradeerd en Italië wereldkampioen voetbal werd.
Twaalf jaar later staat de Neelakurinji of Kurinji, zoals hij door de plaatselijke bevolking wordt genoemd, opnieuw in bloei in het Nationale Park Eravikulam in de Zuid-Indiase deelstaat Kerala – de enige plek op aarde waar de bijzondere bloemen groeien.
“Eén enkele bloem maakt niet uit, maar als je een heel gebied met deze bloemen ziet, is het een romantische aanblik,” zegt G. Rajkumar, oprichter van de Save Kurinji Campaign Council. “Als je zoiets aanschouwt, word je meteen verliefd.”
De geschiedenis van de bloem gaat terug tot de eerste eeuw n.Chr., toen hij werd bezongen in de Sangam-poëzie van de Tamils. Leden van een stam in dit gebied, de Muthuvan, omschrijven nog altijd hun leeftijd aan de hand van het aantal keren dat ze de heester hebben zien bloeien.
Slinkende habitat
Tegenwoordig groeit de heester vrijwel alleen nog in het reservaat van Eravikulam; de zeldzame bloesems zijn in het grootste deel van deze regio niet meer te zien. Ooit gedijde de Kurinji op een hoogte tussen de 1500 en 2600 meter in de bergketen van de West-Ghats, een hotspot van biodiversiteit langs de zuidwestkust van India. Maar het grasland waar de heester groeit, wordt bedreigd door drie ontwikkelingen: oprukkende eucalyptus- en acaciaplantages, de uitbreiding van de landbouw en in de laatste jaren vooral het groeiende toerisme.
De evolutie en overleving van de Strobilanthes kunthianus zijn onverbrekelijk verbonden met deze bergachtige omgeving.
“De massale bloei van de Neelakurinji is wat voortplanting betreft een enorme explosie,” zegt Jomy Augustine, hoofd van de botanische afdeling van het St. Thomas College in Palai, Kerala. “De plant besteedt al zijn energie om succesvol te bloeien en vrucht te dragen. Als er iets met de ecologie van de West-Ghats gebeurt, dan heeft dat invloed op de voortplanting van de heester en daarmee op de diversiteit van Strobilanthes-soorten.”
Augustine publiceerde onlangs een boek over de 64 soorten Strobilanthes die in de West-Ghats groeien. Naast de Kurinji zullen dit jaar nog twintig andere soorten bloeien, met bloesems die in kleur variëren van wit en lavendelblauw tot donkerbruin. Al deze soorten groeien in heuvelachtig grasland.
Maar deze habitat is snel aan het verdwijnen. In een onderzoek dat in januari is gepubliceerd, is gekeken naar satellietopnamen die in de afgelopen veertig jaar van een bepaald gedeelte van de West-Ghats werden gemaakt. Daaruit bleek dat het grasland in die periode met 66 procent is geslonken. In dezelfde tijd groeide het aantal houtplantages in het gebied met een factor twaalf. Grasland was hier ooit het overheersende landschap maar is nu een zeldzame en verbrokkelde habitat geworden.
“De grote verrassing was dat deze verandering zo recent is,” zegt een van de auteurs van het onderzoek, Milind Bunyan van de Ashoka Trust for Research in Ecology. “De grootste verandering vond plaats tussen 1993 en 2003. In ecologische termen was dat gisteren.”
De bloemen beschermen
In het stadje Kodaikanal, in de Zuid-Indiase deelstaat Tamil Nadu, vond eerder deze zomer een tweedaagse bijeenkomst plaats om aandacht te vragen voor het verdwijnen van de Neelakurinji en zijn habitat, en om deelstaatregeringen op te roepen tot het instellen en beschermen van meer graslandgebieden.
N. Anand Kumar van het staatsbosbeheer in Tamil Nadu herinnert zich hoe hij de Strobilanthes kunthianusonlangs nog in bloei heeft zien staan. Toen er in januari 2018 een panter was gespot, trokken hij en zijn collega’s een uur lang door het gebied om naar pootafdrukken te zoeken. Diep in het woud stuitten ze op twintig bloeiende Kurinji-heesters.
“We waren zó verrast – het voelde alsof we de plant voor het eerst hadden ontdekt,” zegt Kumar.
Rajkumar van de Save Kurinji Campaign Council gelooft dat het nog steeds mogelijk is om de heuvels van deze regio weer met de paarsblauwe bloemen te verlevendigen; de eerste stap is de beëindiging van alle commerciële activiteiten in het gebied.
“Als ze de tijd krijgt om te genezen, zal de natuur zich herstellen en zal de habitat zichzelf repareren,” zegt hij. “In de nationale parken is de Neelakurinji veilig, maar alleen de rijken kunnen die gebieden bezoeken. Deze bloem zou door iedereen gezien moeten worden.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com