In hun nieuwe studie stellen de auteurs dat de ijskap op Groenland veel sneller afsmelt dan voorheen werd aangenomen. Maar de grootste verrassing is misschien wel dat de afsmelting ten koste gaat van de eigenlijke ijskap, niet van de gletsjers op Groenland.

Het nieuwe onderzoek verscheen op 21 januari in de Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS) en toont aan dat het merendeel van de aanhoudende afsmelting tussen begin 2003 en half 2013 ten koste ging van het zuidwesten van de Groenlandse ijskap, waar vrijwel geen gletsjers zijn te vinden.

Groenland, het grootste eiland ter wereld, lijkt rond 2002-2003 het punt te hebben bereikt waarop het tempo van afsmelting plotseling is versneld, aldus hoofdauteur Michael Bevis, aardwetenschapper aan de Ohio State University. In 2012 lag de jaarlijkse afsmelting inmiddels op het “ongehoorde” niveau van viermaal het tempo van 2003, zei Bevis in een interview.

Veel van deze versnelde afsmelting vond plaats in het zuidwesten van Groenland, een deel van het eiland dat tot voor kort niet werd gezien als een gebied waar de ijskap snel verdween. Wetenschappers hadden zich eerder vooral gericht op het zuidoosten en noordwesten van Groenland, waar grote gletsjers reusachtige brokken ijs de Atlantische Oceaan in duwen.

“We zagen een groot probleem in de toegenomen afkalving van ijsbergen van enkele grote gletsjers op Groenland,” zei Bevis. “Maar nu moeten we nóg een ernstig probleem erkennen: grote hoeveelheden ijs verdwijnen steeds meer als smeltwater, als rivieren die in zee uitmonden.”

Uit gegevens van de GRACE-satellieten van de NASA en van gps-stations die overal op Groenland zijn opgesteld, blijkt dat Groenland tussen 2002 en 2016 naar schatting 280 miljard ton ijs per jaar is kwijtgeraakt. Die gemiddelde afsmelting is genoeg om de staten Florida, New York en wat kleinere Amerikaanse staatjes tot aan de heupen met smeltwater te doen overstromen.

“Dit zal bijdragen aan de wereldwijde stijging van de zeespiegel. We zien dat de ijskap een omslagpunt heeft bereikt,” zei Bevis.

In de dichtgevroren Hudsonbaai in het Canadese Manitoba houdt een ijsbeer haar welpen in de gaten De baai staat bekend om zijn vele ijsberen maar hun aantallen gaan achteruit

De ijskap van Groenland is op sommige plaatsen drie kilometer dik en bevat genoeg ijs om de zeespiegel wereldwijd met zeven meter te doen stijgen. Gedurende de twintigste eeuw is Groenland in totaal circa negen biljoen ton ijs kwijtgeraakt, wat heeft gezorgd voor een kwart van de wereldwijde zeespiegelstijging. (Er is ongeveer 360 miljard ton ijs voor nodig om de wereldzeeën met één millimeter te doen stijgen.)

Maar het ijs op Groenland valt in het niet bij de ijskap op de Zuidpool, die de wereldzeeën met 57 meter zou doen stijgen als hij geheel zou afsmelten. Alarmerend is dat ook het ijs op de Zuidpool steeds sneller afsmelt, waarbij inmiddels zesmaal meer ijs per jaar verdwijnt dan veertig jaar geleden, zo blijkt uit een onderzoek dat op 14 januari in de PNASverscheen. In de afgelopen tien jaar bedroeg de gemiddelde afsmelting op de Zuidpool 252 miljard ton ijs per jaar.

Hetzelfde geldt voor de gletsjers van westelijk Noord-Amerika, waar de afsmelting sinds de vroege jaren 2000 bijna is verviervoudigd, tot 12,3 miljard ton per jaar, zo is uit recent onderzoek gebleken.

Wat veroorzaakt het smelten?

De opwarming van de aarde met slechts één graad Celsius is de grote boosdoener achter de versnelde afsmelting van de ijskappen. Op Groenland ontdekten onderzoekers dat de ijskap gedurende de zomers aan de oppervlakte afsmolt, als gevolg van een combinatie van hogere temperaturen en een negatieve fase in de Noord-Atlantische Oscillatie (NAO) – een natuurlijke luchtdrukfluctuatie die tijdens zijn negatieve fase warm en zonnig weer naar het westen van Groenland brengt. Vóór 2000 leidde dit fenomeen niet tot een duidelijke afsmelting, aldus Bevis, maar sindsdien is de afsmelting tijdens de negatieve fase van de NAO enorm geweest.

Dat sluit volgens hem aan op de combinatie van de cyclus van de El Niño-Zuidelijke Oscillatie (ENZO) met koraalblekingen. In de periode 1997-1998 leidde een krachtige El Niño tot grootschalige blekingen van vrijwel alle tropische koraalriffen op aarde. Voorheen hadden soortgelijke ENZO-episoden amper invloed op de riffen, maar in 1997 was de temperatuur van de tropische zeeën als gevolg van de opwarming van de aarde inmiddels tot een niveau gestegen waarop de bijkomende invloed van een El Niño te veel bleek voor de koralen. Wanneer er nu een El Niño plaatsvindt, gaat dat steevast gepaard met koraalblekingen.

Uit het onderzoek van Bevis blijkt dat de ijskap op Groenland vooral in het zuidwesten van het eiland wordt blootgesteld aan El Niño-achtige weersfluctuaties die de bestaande opwarming nog versterken, aldus Jason Box, glacioloog van het Nationaal Geologisch Onderzoek voor Denemarken en Groenland (GEUS). En het is duidelijk dat steeds meer van de totale afsmelting ten koste gaat van de oppervlakte van de ijskap zelf, niet van gletsjers die in zee uitmonden, zei Box.

Al wat nodig is om de ijskap op Groenland te doen afsmelten, is een temperatuurstijging van één graad Celsius en wat zonlicht. “Het kwam vroeger zelden voor dat de temperatuur op de ijskap boven het vriespunt kwam, maar dat is niet meer zo,” zei Bevis. Elke graad bovenop die ene graad Celsius zorgt ervoor dat de afsmelting verdubbelt.

En nu?

Als er niet snel maatregelen worden genomen om het verbruik van fossiele brandstoffen terug te dringen en daarmee de opwarming van de aarde tot staan te brengen, dan zou het ijs op Groenland voor een groot deel of geheel kunnen afsmelten en tot een zeespiegelstijging van zeven meter kunnen leiden, waarschuwtRichard Alley, glacioloog aan de Penn State University. Dat zou plaatsvinden op een tijdschaal van eeuwen. Maar binnen tientallen jaren kan een opwarmingsdrempel worden bereikt, waardoor de afsmelting van het Groenlandse ijs onomkeerbaar zou worden als dat hoge niveau lang genoeg zou aanhouden, zei Alley.

Een andere zorg is dat al het smeltwater van de ijskap de Golfstroom kan verzwakken. De Golfstroom – ook wel ‘Noord-Atlantische Drift’ genoemd – transporteert warm zeewater van de evenaar naar de noordelijke Atlantische Oceaan, en koud water van het oppervlak naar de diepzee. De stroming is de reden waarom West-Europa een gematigd klimaat heeft. Vorig jaar berichtten onderzoekers in het tijdschrift Nature dat de Golfstroom sinds halverwege de vorige eeuw met vijftien procent in kracht is afgenomen.

Meteorologen denken dat deze verzwakking ook in verband staat met de recente reeks van hittegolven in Europa. Een van de auteurs van de studie in Nature, Stefan Rahmstorf van het Potsdam-Institut für Klimafolgenforschung, schreef de verzwakking toe aan de reusachtige hoeveelheden smeltwater die vanaf Groenland in zee stromen. “Ik denk dat het al bezig is (…). En ik denk dat het slecht nieuws is,” zei hij tegen The Washington Post.

Lees ook: Klimaatverandering zet Antarctica op z’n kop

Lees ook: Inslagkrater zo groot als een stad ontdekt onder ijs van Groenland

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com