Het wordt voor rijke landen sinds kort moeilijker om hun plasticafval naar arme landen te verschepen. Op 10 mei besloten ruim 180 landen in Genève om gemengd plasticafval op te nemen in de Conventie van Bazel, het verdrag dat toeziet op de internationale im- en export van gevaarlijke afvalstoffen.
Volgens de regels van het aangepaste verdrag moeten exporteurs eerst toestemming van de overheid van het ontvangende land krijgen om sterk vervuilend, gemengd of niet-recyclebaar plasticafval naar dat land te exporteren. De verplichting tot zo’n vorm van vergunning wordt gezien als een belangrijke stap in het streven om de wereldwijde plasticvervuiling onder controle te krijgen, waarbij volgens de VN tot nu toe honderd miljoen ton plastic in de wereldzeeën terecht is gekomen.
David Azoulay van de onderzoeksgroep en belangenorganisatie Center for International Environmental Law zei in een interview dat de maatregel “laat zien hoe ambitieus internationaal leiderschap kan zijn.”
Het verschepen van plasticafval kwam vorig jaar opnieuw op de agenda te staan nadat China, ’s werelds grootste importeur van plasticafval, stopte met het opkopen van niet-industrieel plasticschroot, met als gevolg dat de wereldwijde recyclingindustrie – met een omzet van tweehonderd miljard dollar – volledig op z’n kop werd gezet. Volgens een vorig jaar gepubliceerd onderzoek zal het nieuwe beleid van China ertoe leiden dat in 2030 in totaal 120 miljoen ton gemengd of vervuild plastic een andere bestemming heeft gekregen.
Door de verandering werden andere Zuidoost-Aziatische landen als Thailand, Maleisië, Vietnam en Indonesië al snel overspoeld met scheepsvrachten plasticafval, die deze landen niet konden verwerken. Meerdere naties namen maatregelen om de invoer van dit soort vrachten in hun havens te stoppen. In het Westen begon het plasticafval zich op kades in San Francisco, Groot-Brittannië en andere Europese landen op te hopen terwijl afvalexporteurs op zoek gingen naar nieuwe kopers.
De Europese Unie is de grootste exporteur van plasticafval, terwijl de Amerikaanse exporten de grootste voor één enkel land zijn. Hoewel de VS niet deelneemt aan de Conventie van Bazel, kunnen de nieuwe regels het land wel verhinderen om vervuild of gemengd plastic naar ontwikkelingslanden te exporteren, aldus Azoulay en een andere expert die de onderhandelingen bijwoonde.
Volgens een woordvoerder van de American Chemistry Council zou de VS mogelijk aparte voorwaarden met andere landen kunnen afspreken, die de export van vervuild plastic toch mogelijk zou maken. Maar ze zei ook dat de aanpassing van de Conventie “nieuwe obstakels van regelgeving” opwerpt. Het amendement op de Conventie was voorgesteld door landen als Noorwegen, die op de bijeenkomst van het VN-Milieuprogramma (de UNEP; United National Environmental Program) in Nairobi, in maart van dit jaar, zonder succes hadden aangedrongen op een breder akkoord over plasticafval.
In Genève pleitten Amerikaanse waarnemers ervoor om de Conventie niet aan te passen en stelden in plaats daarvan vrijwillige maatregelen voor, waarmee de plasticvervuiling volgens hen beter aangepakt kon worden dan bindende regels, aldus een waarnemer die bij de gesprekken in Genève aanwezig was. De VS stelde ook dat het opbouwen van een betere infrastructuur in de ontwikkelingslanden een betere manier was om het probleem op te lossen. Maar deze voorstellen werden niet meegenomen in de onderhandelingen omdat de VS het verdrag na ondertekening niet heeft geratificeerd.
Het Institute of Scrap Recycling Industries, een belangengroep van recyclingbedrijven, liet in een verklaring weten dat de aanpassingen van de Conventie “de wereldwijde capaciteit voor het recyclen van plastic materiaal ondermijnen (...).” De verplichting om van tevoren toestemming aan de ontvangende landen te vragen, zal volgens het instituut “administratieve lasten met zich meebrengen die het voor landen zonder recyclingcapaciteit moeilijker zal maken om ingezamelde plasticsoorten te exporteren naar landen met een aanwezige infrastructuur.”
De Conventie van Bazel werd in het leven geroepen door de UNEP en wordt gezien als het meest alomvattende internationale milieuakkoord betreffende de export van gevaarlijke afvalstoffen. Vanaf vorig jaar hebben 186 landen en de Europese Unie zich aangesloten bij de Conventie. Afgezien van de VS heeft nog een handvol kleine landen het verdrag niet ondertekend of geratificeerd. De volledige benaming van de Conventie van Bazel luidt: ‘Conventie inzake de beheersing van grensoverschrijdend vervoer van gevaarlijke afvalstoffen en hun verwerking’.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com