Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de National Geographic Society.
Plastic bestek is overal, en het meeste ervan is voor eenmalig gebruik. Elk jaar worden miljarden plastic vorken, messen en lepels weggegooid. Maar net als andere plastic voorwerpen als zakken en flessen kan het eeuwen duren voordat dit bestek in de natuur is afgebroken, waardoor het alle tijd heeft om zich door het hele milieu te verspreiden.
The Ocean Conservancy beschouwt plastic bestek als een van de “dodelijkste” vormen van plasticafval, met name voor zeeschildpadden, vogels en zoogdieren, en het is bijzonder lastig zo niet onmogelijk gebleken om alternatieven te vinden.
Een logische oplossing zou zijn dat je je eigen bestek bij je zou hebben, maar dat zou waarschijnlijk de nodige opgetrokken wenkbrauwen veroorzaken. Toch werd het eeuwenlang gezien als een slechte beurt als je niet met je eigen bestek reisde.
“Je had een etuitje bij je en daarin zaten dan jouw persoonlijke mes en lepel,” zegt Sarah Coffin, curator van de expositie Feeding Desire: Design and the Tools of the Table, 1500-2005, die in 2006 in het designmuseum Cooper Hewitt in New York werd gehouden.
Het meenemen van je eigen eetgerei was niet alleen een logische noodzaak – want het werd doorgaans niet met etenswaar meegeleverd – maar droeg ook bij aan het voorkomen van ziekten. “Als je je eigen bestek bij je hebt, hoef je je geen zorgen te maken over de bacillen van iemand anders in jouw soep,” legt Coffin uit. Ook was het bestek waarmee je at een soort statussymbool. “Het was een beetje als een zakhorloge.”
Voor het gewone volk werd bestek doorgaans van hout, steen of schelp gemaakt. De fraaiere versies konden ook van goud of ivoor worden vervaardigd en waren soms zelfs opvouwbaar om zo weinig mogelijk plaats in te nemen. Begin vorige eeuw werd het moderne roestvrijstaal geïntroduceerd, en in de Tweede Wereldoorlog verscheen er een nóg nieuwer materiaal in de besteklade: plastic.
Wegwerpcultuur
Aanvankelijk werd plastic bestek beschouwd als herbruikbaar. Chris Witmore, professor in de archeologie en klassieke talen aan de Texas Tech University, herinnert zich dat zijn grootmoeder haar plastic tafelgerei afwaste. Maar naarmate de naoorlogse economie een steeds hogere vlucht nam, verdwenen ook de zuinige gewoonten van mensen die de Grote Depressie hadden meegemaakt en een agrarische achtergrond hadden.
“Halverwege de vorige eeuw wordt het leven van de overgrote meerderheid bepaald door overvloed,” zegt Witmore. “Dat heeft geleid tot de opkomst van een ‘wegwerpcultuur.’”
“De Amerikanen waren de koningen van de wegwerpeconomie,” zegt Coffin. Tot de nieuwe uitvindingen behoorden de plastic spork– een combi van lepel en vork (spoonen forkin het Engels; in het Nederlands soms ‘vorkel’ genoemd) – waarop in 1970 patent werd aangevraagd door The Van Brode Milling Company. Maar volgens Coffin werd de wegwerpboom ook aangezwengeld door de Franse voorliefde voor de picknick.
Zo ontwierp designer Jean-Pierre Vitrac een plastic picknickbord met daaraan verbonden een vork, lepel, mes en beker, die van het bord konden worden afgebroken, gebruikt en na afloop weggegooid. De sets waren in diverse vrolijke kleuren verkrijgbaar, wat volgens Coffin bijdroeg aan de populariteit van dit soort plastic.
Het samengaan van cultuur en comfort zorgde ervoor dat bedrijven als het Franse Sodexo, een van ’s werelds grootste voedselproducenten, overstapten op plastic. “Het was het gebruiksgemak waardoor deze hele wegwerpmarkt onderdeel van ons dagelijks leven werd,” zegt Judy Panayos, directeur duurzaamheid in inkoopbeheer van Sodexo.
Tegenwoordig koopt het bedrijf alleen al in de VS elke maand 44 miljoen stuks wegwerpbestek in. Wereldwijd is plastic bestek goed voor een omzet van 2,6 miljard dollar.
Maar dat gemak heeft een prijs. Zoals veel voorwerpen van plastic komt ook plastic bestek vaak in het milieu terecht. Volgens gegevens van schoonmaakacties op stranden die door de ngo 5Gyres werden verzameld, vormt bestek de op zes na grootste groep plasticafval die op stranden wordt aangetroffen.
“Wegwerpproducten van de voedselindustrie staan onveranderlijk bovenaan de ranglijst,” zegt Anna Cummins, directeur van 5Gyres, waarbij ze benadrukt hoe omvangrijk de hele categorie plasticafval uit deze industrie is.
Volgens haar werkt de recente strategie van milieugroepen om zich op afzonderlijke voorwerpen te richten (plastic zakken, drinkrietjes...) niet goed en moet de sector het probleem als geheel aanpakken. “Die gerichtheid op aparte producten is natuurlijk ook belangrijk, maar het zet niet zoveel zoden aan de dijk als we zouden willen.”
Minder afval
In januari vertrok een vliegtuig van Hi Fly vanuit Lissabon naar Brazilië. Zoals op andere vluchten van deze Portugese luchtvaartmaatschappij werden er drankjes, maaltijden en snacks aan boord geserveerd – maar dan anders. Volgens de maatschappij was dit de eerste passagiersvlucht ooit die volledig vrij was van het gebruik van wegwerpplastic.
Hi Fly paste een hele reeks vervangende materialen toe, van papieren tot plantaardige wegwerpproducten. Zo was het bestek gemaakt van herbruikbaar bamboe, dat door de maatschappij wordt teruggestuurd naar haar cateringbedrijf en daar wordt gewassen – en dat minstens honderdmaal.
De vlucht was volgens het bedrijf een eerste stap op weg naar het streven om eind 2019 geen enkele vorm van wegwerpplastic meer te gebruiken. Anderen zijn dit voorbeeld gevolgd: de luchtvaartmaatschappij Ethiopian vierde 22 april – de ‘Dag van de Aarde’ – met haar eigen plasticvrije vlucht.
Bestek maakt deel uit van de bredere beweging tegen plasticafval. In 2016 was Frankrijk het eerste land dat een verbod uitvaardigde op plastic serviesgoed. Overal ter wereld wordt geëxperimenteerd met alternatieve materialen voor plastic, van aardappelzetmeel en betelpalm tot eetbaar bestek op basis van granen.
De verkoop van zulke plasticvervangers blijft relatief laag en wordt vaak beperkt door hogere kosten en soms twijfelachtige milieuvoordelen. Zo worden zogenaamde bioplastics, die van plantaardig materiaal worden gemaakt, vaak alleen onder zeer specifieke omstandigheden in de natuur afgebroken en is er veel energie en water voor nodig om ze te produceren. Maar de markt voor deze en andere vormen van bioafbreekbaar bestek groeit gestaag.
Nieuwe kijk op eenmalig gebruik
Een hele reeks bedrijven produceert inmiddels bestek van plantaardige materialen, waaronder hout. Sommige betrekken hun grondstoffen van snelgroeiende bomen als berk en bamboe; het Canadese merk Aspenware gebruikt voor zijn bestek ook afvalhout uit de houtkap.
Een goed voorbeeld is de lijn van houten wegwerpbestek van Clickeat. Het dunne bestek (vork, mes en optionele lepel) zit bij de handvaten aan elkaar en kan als aparte stukken eetgerei worden afgebroken en na gebruik worden weggegooid.
“Het is composteerbaar en bioafbreekbaar,” zegt oprichter Steven Adler.
Op z’n tiende realiseerde hij zich voor het eerst hoe groot het probleem van het plasticafval was toen hij met een vriendje in Chili aan het surfen was. Het strand lag bezaaid met plastic rommel. Geschrokken begon hij met anderen te praten over de beste aanpak van het probleem.
“Iedereen had het over plastic zakken en flessen, maar niemand over het bestek,” herinnert hij zich. Hij wilde een alternatief bedenken en richtte met anderen het bedrijf Simplo op.
Hoewel Adler het bestek van Clickeat beter vindt dan talloze andere opties die worden aangeboden, met name bioplastics, benadrukt hij dat hij mensen er niet van wil weerhouden naar andere oplossingen te zoeken, zoals het meebrengen van hun eigen bestek; hij wil gewoon betere opties beschikbaar maken.
“Ons doel is niet om herbruikbare spullen te vervangen,” zegt hij. “We proberen het concept van eenmalig gebruik te herformuleren.”
In China roepen milieugroepen mensen op om hun eigen eetstokjes mee te nemen. De website Etsy heeft een hele afdeling gewijd aan herbruikbaar bestek. En de ‘BYO’-beweging (‘Bring Your Own’) lijkt op stoom te komen.
“Ik neem mijn eigen bestek mee in m’n rugzak,” zegt Panayos over haar herbruikbare set.
Meer in het algemeen heeft Sodexo zich ertoe verplicht om plastic zakken en etensbakjes van piepschuim geleidelijk aan uit te bannen en drinkrietjes alleen nog “op verzoek” te verstrekken.
Maar volgens Panayos blijft het bijzonder lastig om plastic bestek op grote schaal te vervangen. Tot de probleempunten behoren instellingen die maar weinig afwasvoorzieningen hebben en plekken als gevangenissen, waar flexibeler en dus minder gevaarlijke opties nodig zijn.
Volgens Chris Witmore van Texas Tech is “het terugdringen van plastic de enige richting die we op kunnen, nu plastic alomtegenwoordig blijkt te zijn en door alles en iedereen wordt ingeslikt.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com
Negen miljard kilo plastic belandt jaarlijks in de oceaan. Meer informatie over de plasticsoep en wat je daar zelf tegen kunt doen, vind je op natgeo.nl/stopmetplastic.