Waar denk je als eerste aan, als je aan Bali denkt? Waarschijnlijk aan de prachtige, ongerepte stranden. Maar op de stranden van het paradijselijke eiland in de Indonesische archipel zijn in toenemende mate plasticresten te vinden, in plaats van schelpen.
Het plasticafval hoopt zich op Bali op doordat er geen infrastructuur - of officiële aanpak - is om er iets tegen te doen. Daarnaast zijn de met flessen en tasjes bezaaide stranden ook te wijten aan het toenemende toerisme, ingesleten plaatselijke gewoonten en een gebrekkig inzicht in de manier waarop plasticafval in zee belandt, en vervolgens weer als vuilnis op het strand aanspoelt.
In een artikel in Science uit 2015 over de twintig landen die het slechtst presteerden op het gebied van de verwerking van plasticafval, stond Indonesië op de tweede plaats. In 2010 produceerde het land 3,2 miljoen ton plastic, waarvan bijna de helft in zee belandde. China stond op nummer een, de Verenigde Staten eindigde als twintigste. De cijfers die National Geographic ontving van de Indonesische regering waren flink lager dan de cijfers in het onderzoek waarop het artikel gebaseerd was, maar hoe dan ook werd duidelijk: de verwerking van het merendeel van het plasticafval laat te wensen over in Indonesië.
Bali probeert inmiddels iets te doen aan het plasticprobleem, en er zijn een aantal positieve ontwikkelingen te melden. De Balinese gouverneur Wayan Koster kondigde eind 2018 een verbod af op plastic tasjes, polystyreen en plastic rietjes. De Indonesische regering heeft zich ten doel gesteld het plasticafval in zee in 2025 met zeventig procent te reduceren. En het Balinese bestuur maakt van de grootste vuilnisbelt van het eiland, de 3,2 hectare grote vuilstort Suwung in de hoofdstad Denpasar, een eco-park en een elektriciteitscentrale op basis van afval.
Bewustwording
Er zijn inmiddels Balinezen die in actie komen, zoals Melati en Isabel Wijsen. De zusjes richtten zes jaar geleden Bye Bye Plastic Bags op. Ze waren toen respectievelijk twaalf en tien jaar oud. De organisatie is uitgegroeid tot een van de grootste non-profit milieuorganisaties op Bali.
“Wij richten ons voornamelijk op bewustwording. We willen dat mensen snappen waarom het belangrijk is dat ze ‘nee’ zeggen tegen plastic,” aldus de inmiddels 18-jarige Melati.
Ze vertelt dat veel jongeren op Bali zich meer bewust zijn geworden van het probleem van plasticafval, vergeleken met de begintijd van Bye Bye Plastic Bags.
“Zes jaar geleden gaven we een presentatie op een basisschool met 150 leerlingen. Ze waren heel enthousiast. Maar toen we ze de vraag stelden of plastic goed of slecht was, zeiden ze allemaal dat plastic goed was,” zegt Melati.
Ze vertelt dat tegenwoordig bijna alle leerlingen in de klassen die ze bezoeken plastic tasjes zouden weigeren. “Het is een onderwerp waar kinderen en jongeren echt dagelijks mee bezig zijn,” voegt ze eraan toe. “Dat vinden wij het belangrijkst.”
Creatieve oplossingen
Het onlangs door de regering ingestelde verbod op plastic tasjes stuitte op weerstand onder Indonesische plasticproducenten. Zij vrezen dat het verbod negatieve gevolgen zal hebben voor de plasticindustrie. De producenten erkennen dat het gebruik van plastic moet verminderen, maar hameren vooral op verbeteringen van de afvalverwerking. Volgens INAPLAS, de Indonesische vereniging voor de olefine-, aromaten en plasticindustrie, vormt het verbod ook een obstakel bij het vinden van creatieve oplossingen voor de verwerking van plasticafval.
Een van de bedrijven met zo’n oplossing is EcoBali. Op Bali is nauwelijks sprake van afvalscheiding. Afvalinzamelaars op het eiland richten zich meestal alleen op huisvuil en brengen dat rechtstreeks naar de vuilstort.
Paola Cannucciari, die inmiddels ruim twintig jaar in Indonesië woont, richtte EcoBali op in 2006. “Wij zijn een voorloper op het gebied van afvalscheiding en halen alleen niet-organisch afval op. We hopen dat mensen zelf organisch afval (huis-, tuin- en keukenafval) gaan composteren met behulp van ons composteersysteem,” vertelt ze.
EcoBali zamelt gescheiden niet-organisch afval in, en brengt het naar een sorteerbedrijf in Canggu, vanwaar recyclebaar plastic naar centra op Java worden gestuurd.
Avani Eco richt zich ook op natuur. Oprichter Kevin Kumala heeft biologisch afbreekbare plastic tasjes, voedselverpakkingen en rietjes ontwikkeld op basis van cassave, een zetmeelrijk knolgewas dat als alternatief kan dienen voor plastic. Volgens Kumala is zijn product oplosbaar in water, niet giftig en composteerbaar.
“Ik ben ervan overtuigd dat het niet alleen moet gaan om het verminderen, hergebruiken en recyclen van plastic,” vertelt hij. “Het gaat ook om vervanging. Als we ons alleen op die eerste drie begrippen richten, is dat niet genoeg.”
“Wil dit land een einde maken aan de plasticepidemie, dan moeten we op zoek gaan naar creatievere oplossingen,” aldus Kumala.
National Geographic zet zich in voor de reductie van plasticafval. Lees wat jij kunt doen op natgeo.nl/stopmetplastic
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com