In het voorjaar van 2019 lag Tracie Seimon ‘s nachts wakker en hoorde het diepe gegrom van krakend ijs. De gletsjer waar ze op sliep aan de voet van de Everest, bewoog onder haar tent.
Seimon, die als moleculair bioloog verbonden is aan de Wildlife Conservation Society in New York, trok drie weken rond op de gletsjer. Ze wilde inzicht krijgen in de biodiversiteit op een van de extreemste locaties op aarde – een berg van ruim achtduizend meter hoog, waar het regelmatig vriest, de zuurstof beperkt is en zware stormen woeden.
Maar ondanks die ongastvrije omgeving, blijkt het op de hoogste top ter wereld te barsten van het leven. Alleen al op de zuidflank van de Everest troffen Seimon en haar team 16 procent aan van de taxonomische ordes – de rang die soorten, geslachten en families omvat. De onderzoekers publiceerden de onderzoeksresultaten onlangs in het vakblad iScience.
‘Je voelt je zo nietig als je de bergen intrekt,’ aldus Seimon. ‘Je kunt het je niet voorstellen.’
Ze voegt daaraan toe dat de meeste klimmers zich niet bewust zijn van de rijkdom aan leven om hen heen. (Lees verder over het team dat de Everest beklom om het grootste mysterie van de berg te ontrafelen.)
Het basiskamp van de Everest ligt op de Khumbu-gletsjer. Seimon en haar team brachten daar een deel van hun onderzoekstijd door, in tenten naast die van de mensen die naar de top willen klimmen. De 40.000 mensen die jaarlijks het kleurige kluitje tenten bevolken, vormen een mogelijke verstoring van het ecosysteem op de berg, aldus coauteur en atmosfeeronderzoeker Anton Seimon van de Appalachian State University, tevens National Geographic Explorer.
Naast alle bezoekers heeft ook de klimaatverandering effect op de berg. Dat is de reden dat de onderzoekers een nulmeting willen hebben voor de biodiversiteit in deze omgeving. Met behulp van de kennis over de huidige levensvormen op de Everest kunnen wetenschappers bijhouden welke veranderingen in de toekomst plaatsvinden.
‘Het was een fascinerende ervaring en een voorrecht om bij het project betrokken te zijn,’ zegt Anton, die met Seimon getrouwd is.
Leven zoeken in smeltwater
Het team ging naar de Everest in het kader van Perpetual Planet, een samenwerkingsverband tussen de National Geographic Society en Rolex voor onderzoek naar de bossen, oceanen en bergen op aarde. Naast het onderzoek naar biodiversiteit richtten andere teams nieuwe weerstations op en verzamelden ze ijskernen. Ze werden, net als de meeste onderzoekers en klimmers op de Everest, geholpen door een team van sherpa’s die de apparatuur droegen, het kamp onderhielden en de wetenschappers meenamen door de bergen.
Seimon zocht naar tekenen van leven door DNA te verzamelen uit plasjes dooiwater. Alles was leeft, scheidt eDNA (environmental DNA) af in de lucht, het water en de grond. Wetenschappers kunnen stukjes onbekend eDNA vergelijken met bestaande data om te achterhalen van welk organisme het afkomstig is, net als bibliotheekmedewerkers aan de hand van een barcode iets weten over een boek. (Lees hoe eDNA geheimen onthult over het leven van dieren.)
De onderzoekers richtten zich op de hoogstgelegen meertjes en stroompjes in de Everest, in de zone tussen 4400 en 5400 meter en daarboven. Het team haalde zo'n twintig liter water uit tien waterlichamen in de regio Khumbu. Ze troffen daarin 187 ordes aan, zo'n beetje een zesde van alle ordes op aarde.
Een orde is een taxonomische classificatie waarmee wetenschappers de verre verwantschappen van organismen in kaart kunnen brengen. Zo zijn mensen te classificeren als Homo (genus, oftewel geslacht) en sapiens (soort), maar vallen ze verder ook onder de familie Hominidae en de orde Primates, waaronder ook maki’s en apen vallen.
In bepaalde gevallen konden de onderzoekers de organismen nog specifieker identificeren, op het niveau van genus. Maar omdat er zo weinig gegevens zijn over de bewoners van de Everest, was er vaak onvoldoende informatie om de precieze herkomst van het DNA te achterhalen.
Volgens Seimon is er weinig onderzoek gedaan naar het ecosysteem in de Everest en andere hoge bergen. (Lees hoe de Everest ruim een halve meter hoger werd.)
‘Nog geen drie procent van de landmassa bevindt zich boven de 4400 meter,’ vertelt ze. ‘Het was geweldig daarboven zo'n grote biodiversiteit aan te treffen.’
Everest beter bekijken
Er bleken tussen de organismen die rondzwemmen, rondvliegen en rondscharrelen op de Everest ook beerdiertjes en raderdieren te zitten. Deze twee onuitroeibare, microscopisch kleine diersoorten kunnen zelfs in de ruimte overleven. Ook werden vlinders, eendagsvliegen en andere vliegende insecten aangetroffen, evenals verschillende schimmels, bacteriën en planten.
‘Het is de hoogste top ter wereld, het is zo moeilijk daar te komen,’ zegt bioloog Kristine Bohmann van de Deense Københavns Universitet, die onderzoek doet naar eDNA in de lucht en die niet betrokken was bij het onderzoek. Volgens haar toont de studie aan dat er voor onderzoek naar biodiversiteit niet altijd een volledig team van taxonomen nodig is. Soms kan het ook op een eenvoudigere, efficiëntere manier, zelfs in barre omstandigheden. (Maak kennis met de dieren die zich opperbest voelen in de extreme omstandigheden in de bergen.)
Nader onderzoek zal bijdragen aan een beter overzicht van de diversiteit op de Everest en zal het mogelijk maken specifieke organismen vast te leggen. Als dergelijke onderzoeken plaatsvinden in verschillende seizoenen, levert dat mogelijk nog meer vondsten op, en toont dit aan welke genera en soorten op de berg leven in verschillende klimaatomstandigheden.
Nu ze een nulmeting heeft gedaan, wil Seimon deze data vergelijken met gegevens die in de toekomst worden verzameld. De nadruk ligt daarbij op het registreren van de effecten van de klimaatverandering op de biodiversiteit op de Everest. Het werk van de onderzoekers kan nuttig zijn bij toekomstige onderzoeken en het pad effenen voor meer onderzoek op het dak van de wereld.
De National Geographic Society, die zich inzet om de wonderen van onze wereld over het voetlicht te brengen en te beschermen, steunde het werk van bioloog Tracie Seimon en Explorer Anton Seimon’ in het kader van Perpetual Planet, de Everestexpeditie van National Geographic en Rolex in 2019. Lees verder over de steun die de Society geeft aan Explorers.