Een warme nazomerdag, Gouda viert zijn 750ste verjaardag, de terrassen op de Grote Markt zitten vol. Het onweer komt plotseling, gevolgd door een hoosbui van twee uur. Er valt dertig millimeter, maar het voelt alsof een olympisch zwembad wordt leeggegoten. Wie wil schuilen bij Brasserie Copper, aan de rand van het plein, wacht een nieuwe uitdaging. Hier komt het water niet vanboven, maar vanonder. De kruipruimte is volgelopen.
De boosdoener? De dalende bodem. De binnenstad van Gouda zakt drie tot tien millimeter per jaar. Dat lijkt weinig, maar doe het maal honderd jaar en het hoogteverschil wordt ineens significant, namelijk dertig centimeter tot een meter. Als een van de laagst gelegen landen ter wereld kan Nederland zich dit niet veroorloven.
Zes meter puin
De bodem daalt in Gouda al zolang er mensen wonen: zo’n duizend jaar. Dat de stad zakt, was lange tijd geen probleem. De bewoners hoogden hun huis en de stad gewoon steeds een beetje op. Eerst door de vloer van hun huis stap voor stap te verhogen. Later, als ze hun hoofd tegen het plafond stootten of het huis was verzakt, door het af te breken. Het puin werd vervolgens gebruikt als fundering voor de nieuwbouw.
In een tijd waarin we monumenten koesteren en huizen een investering zijn geworden, is het ondenkbaar om verzakte huizen plat te gooien en de stad met puin op te hogen. Maar nietsdoen is geen optie. Door het gewicht van de ophooglagen – er ligt nu zes meter puin onder de stad – blijft de bodem dalen. Bij de huizen die meezakken, komt het grondwater steeds dichter onder de vloer te staan, waardoor de overlast zal toenemen.
Hoe bestrijd je wateroverlast?
Inmiddels ligt er een reddingsplan. In het deel van de binnenstad waar bodemdaling en overlast het grootst zijn, wordt het grond- en oppervlaktewater stapsgewijs 25 centimeter verlaagd. Door het lage deel van de binnenstad met twee peilscheidingen en een gemaal af te sluiten van de rest van de stad, wordt het mogelijk om alleen op deze plek het waterpeil kunstmatig aan te passen. Zo ontstaat een polder in een historische binnenstad, een niet eerder vertoond experiment. Met winnaars én verliezers.
De winnaars zijn de bewoners van de niet-onderheide huizen. Eigenaren van huizen met een fundering op houten palen maken zich juist zorgen. Niet zonder reden, meent Dick de Jong, directeur van het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF). ‘De inklinkende grond kan de palen onder een woning vandaan trekken,’ zegt De Jong. ‘Bij verlaging van het grondwaterpeil kunnen ze droog komen te staan, waardoor ze gaan rotten en de fundering instabiel wordt.’
Ophogen van de stad
Wie in Gouda wil wonen, moet er wat voor over hebben. Bijvoorbeeld in de wijk Korte Akkeren. Ook hier daalt de bodem, zelfs sneller dan in de binnenstad. Maar er is een verschil: de huizen staan op houten palen, en blijven staan. Eromheen zakt van alles weg: tuinen, stoepen, straten en de speeltuin.
Terwijl de bewoners van Korte Akkeren creatieve oplossingen bedenken om het zakken tegen te gaan, werkt de gemeente aan een grootscheepse opknapbeurt van de openbare ruimte. In de hele wijk worden de straten opgehoogd en wordt het riool vernieuwd. Hoognodig, vinden de bewoners. De rioolputten en de leidingen zijn verzakt en daardoor hebben bewoners vaak last van een kapotte afvoer, verstoppingen en overstromingen.
Is het Groene Hart nog wel te redden?
Bodemdaling is onomkeerbaar. Het is hooguit af te remmen, maar dat vraagt om zo weinig mogelijk ingrijpen. En dat zit Nederlanders niet in de genen, aldus Gilles Erkens van Deltares. Waar Erkens zich echt druk over maakt, is de veiligheid van Nederland op lange termijn.
‘Er wonen en werken negen miljoen mensen in een gebied met een slappe bodem,’ zegt hij. ‘Heel Holland zakt, inclusief steden als Amsterdam, Almere en delen van Friesland, Groningen, Utrecht, Overijssel, Flevoland en Zeeland. Als de zeespiegel stijgt, is elke centimeter hoogteverlies een verslechtering van ons toekomstperspectief.’
Om zo lang mogelijk gebruik te kunnen maken van het Groene Hart en andere kwetsbare gebieden, zou het afremmen van de bodemdaling topprioriteit moeten zijn, vindt Erkens. ‘We moeten keuzes maken: geven we duur land in de Randstad op om er veenmoeras van te maken, of bouwen we stug door met de Vinex-wijken en accepteren we dat we zakken?’
Dit is een beknopte versie van de reportage die is te lezen in National Geographic Magazine 05-2023.
Wie meer wil weten over de bodemdaling in Gouda kan nog tot en met maandag 15 mei de tentoonstelling Sinking Cities Gouda bezoeken in het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk.