In het dal van de Gardon, een rivier in het zuidoosten van Frankrijk, staat een van de grootste Romeinse monumenten van Frankrijk: de Pont du Gard. Deze brug is het spectaculairste onderdeel van het aquaduct dat de stad Nîmes in de Romeinse tijd voorzag van water, en een van de belangrijkste uitvindingen van de Romeinen.
Drie rijen bogen bereiken een hoogte van 48 meter en de hele brug is 275 meter lang. Helemaal bovenop was een kanaal waardoor het aangevoerde water liep. Maar waar kwam dat vandaan? En waarom moest het hoog óver een rivier worden geleid? En waar was al dat water voor?
De Romeinen in Gallië
In de tweede eeuw v.C. werd Zuidoost-Frankrijk toegevoegd aan het Romeinse Rijk. Deze streek was belangrijk voor ze omdat ze hierdoor over land naar Spanje konden komen, waar ze al belangrijke gebieden in bezit hadden.
Leestip: 5 hardnekkige mythen over het Romeinse Rijk ontkracht
Met hun komst veranderde er veel. De Romeinen bouwden wegen en steden en droegen langzamerhand hun cultuur over op de Galliërs, die ze hadden overwonnen. Toen Julius Caesar in 52 v.C. ook de rest van Gallia had veroverd, kwam de romanisering van het land in een stroomversnelling.
Een van de nieuwe Romeinse steden was Nîmes (toen Nemausus genoemd, naar een plaatselijke watergod). Nîmes bestond al eeuwenlang als dorp van de Gallische stam Volcae Arecomici, maar werd een Romeinse kolonie onder keizer Augustus.
De stad lag aan de belangrijke Romeinse weg Via Domitia en groeide uit een belangrijk handelscentrum. Er kwam een strak stratenplan met de bij een Romeinse stad horende publieke gebouwen, tempels, een forum, badhuizen, fonteinen en een omvangrijk amfitheater.
Op zoek naar water
Er was van oudsher een aantal bronnen in Nîmes, maar door het snelgroeiende inwoneraantal en het overvloedige watergebruik in de publieke voorzieningen, ontstond er toch een tekort. Maar waar haal je dan nieuw water vandaan? Een rivier was er niet in de buurt, en bovendien ligt de stad hoger dan het omringende landschap. Een aquaduct kon uitkomst bieden, maar ook daarvoor heb je een hoger liggende bron nodig.
Na lang zoeken werd die gevonden bij de stad Uzès. Na consultatie van de goden, altijd belangrijk als de Romeinen iets nieuws ondernamen, en na de constatering dat hier een betrouwbare regelmatige wateraanvoer was van ongeveer 400 liter per seconde, werd de bron van de Eure geschikt bevonden.
De bouw van de Pont du Gard
Maar direct doemde een nieuw probleem op. Uzès was niet alleen 25 kilometer verwijderd van Nîmes, maar er lag ook nog een hoge bergrug tussen, én een rivier. De enige manier om het aquaduct aan te leggen was, met een grote boog om de bergen heen.
De uiterst bekwame Romeinse ingenieurs hadden vastgesteld dat het traject 50 kilometer lang moest worden en dat er over die afstand een verval was van circa 12 meter, van 71 meter hoog in Uzès, naar 49 meter in Nîmes. Per kilometer betekent dat een gemiddeld verval van 23 centimeter.
Leestip: Het Romeins badhuis: de voorloper van de moderne spa
Om dat mogelijk te maken werd een overdekt kanaal aangelegd dat deels over land, deels ondergronds liep van de bron naar het voornaamste obstakel, het dal van de Gardon. Hier moest het water zo’n 48 meter hoog over de Pont du Gard worden geleid. Direct daarna liep het door een tunnel door de berg om vervolgens met een hele serie haarspeldbochten in Nîmes aan te komen. Die bochten waren nodig om het verval zo regelmatig mogelijk te houden.
De Pont du Gard anno nu
Eenmaal in de stad kwam zo dagelijks 40.000 kubieke meter water terecht in een speciaal bassin, het Castellum divisiorum. Daar werd het verdeeld over de hoofdwaterleidingen naar andere plekken in de stad.
Meer geschiedenis? Haal de nieuwste National Geographic Historia in huis.
Eén daarvan zou zelfs naar het amfitheater hebben geleid, waarvan de arena onder water kon worden gezet voor naumachia, nagespeelde zeegvechten. De aanvoer uit het aquaduct was vier keer zo groot als uit de oude bron in de stad.
De Pont du Gard, sinds 1985 Unesco-werelderfgoed, is nog altijd een belangrijke bezienswaardigheid. Op het terrein is een groot ondergronds museum waar allerlei aspecten van het aquaduct en de bouw ervan worden belicht.
Tijdens de zomermaanden wordt ’s avonds op de brug een ‘son et lumière’ geprojecteerd, waarin doorgaans perioden uit de geschiedenis worden verbeeld. Op deze manier wordt het vernuft van de Romeinse ingenieurs en het vakwerk van de steenhouwers en bouwvakkers ook na tweeduizend jaar in ere gehouden.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!