Midden in de Japanse Zee, precies tussen Japan en Zuid-Korea, liggen twee ogenschijnlijk onbeduidende eilandjes omringd door rotsen. Ze beslaan minder ruimte dan het stationsgebouw van Amsterdam Centraal. En toch zijn de Rotsen van Liancourt – ook wel Dokdo of Takeshima genoemd, afhankelijk van wie je het vraagt – het onderwerp van een eeuwenoud geschil tussen twee landen.
Dokdo: een Koreaanse bedevaart
Hoewel Dokdo – Koreaans voor ‘eenzaam eiland’ – moeilijk bereikbaar is, wordt het door Koreanen veelvuldig bezocht. Zij zien het als hun burgerplicht om de eilanden voor hun land op te eisen door te zwaaien met vlaggetjes, selfies te nemen en muziek te maken.
‘Koreanen beschermen hun cultuur met hart en ziel,’ zegt de Franse fotograaf Tim Franco, die naar de eilanden afreisde voor een fotoserie. ‘Dokdo is daar een goed voorbeeld van.’ En hoewel Japan eveneens claimt de rechtmatige eigenaar te zijn van de Rotsen van Liancourt – in het Japans Takeshima of ‘bamboe-eiland’ genoemd – ondernemen alleen Koreanen de pelgrimstocht ernaartoe.
Vanwege het onvoorspelbare weer op zee kunnen de eilanden alleen in de zomermaanden worden bezocht. Slechts een klein deel is toegankelijk, en toeristen mogen er maar zo’n dertig minuten doorbrengen.
‘We wilden deze plek een keer in ons leven hebben bezocht,’ vertelt een toerist aan Franco. ‘Het betekent heel veel dat het eindelijk gelukt is.’ Een andere Koreaanse bezoeker zegt dat hij de reis niet alleen vanwege politieke redenen onderneemt, maar dat ‘hier hoop te vinden is’.
Hoe ontstond het Liancourt-geschil?
Voor Koreanen zijn die gevoelens van hoop vermengd met een diepgewortelde vijandigheid naar hun Japanse buren, die Korea ooit bezetten (1910-’45) en anno nu de Rotsen van Liancourt claimen.
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Takeshima is ‘onbetwistbaar een inherent deel van het Japanse grondgebied, in het licht van de historische feiten en op basis van het internationaal recht’, zo valt te lezen op de website van het Japanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook staat er dat Zuid-Korea de eilanden heeft ingenomen ‘zonder basis in internationaal recht,’ en dat Japan zich zal blijven inzetten om het conflict op te lossen ‘op een kalme en vredige manier’.
De ruzie gaat ver terug. Volgens Zuid-Korea werd Dokdo in 1696 door Japan erkend als Koreaans grondgebied na een opstootje tussen Japanse en Koreaanse vissers. In 1905 werden de eilanden echter geannexeerd door Japan, voorafgaand aan de Japanse bezetting van het Koreaanse schiereiland. Volgens Korea werden de eilanden ‘terecht’ teruggegeven aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Japan is het daar niet mee eens.
Koreaanse propaganda voor Liancourt
Propaganda zie je ook terug op het Koreaanse vasteland. ‘Elke keer wanneer je aankomt in Zuid-Korea en de trein naar hoofdstad Seoel neemt, zie je filmpjes waarin Dokdo de mooiste eilanden van het land worden genoemd,’ zegt Franco.
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Ook op de eilanden zelf wordt de Koreaanse claim niet onder stoelen of banken geschoven. Op het oostelijke eiland huist een Koreaanse legerbasis, waar een commandant en 39 jonge rekruten afwisselende diensten draaien.
Op het westelijke eiland woont Kim Sung-do, een 79-jarige visser die in 1965, samen met zijn inmiddels overleden collega, de eerste officiële bewoner werd van Liancourt. ‘Ik denk dat hij wordt ingezet voor propagandadoeleinden,’ zegt Franco. ‘Elke keer wanneer er toeristen aankomen, is hij er om ze te verwelkomen.’
Huilen voor de camera
Eens per jaar vindt een parade plaats om de vissers te herdenken die op 8 juni 1948 werden gedood bij een militaire oefening van de Amerikaanse marine. Franco bezocht in 2018 de zeventigste gedenkdag. ‘Nabestaanden die hun overleden voorouders nooit hadden ontmoet, waren in tranen. Mijn fixer, Kathy Yun, zag hoe een journalist ze vroeg om nog één keer voor de camera te huilen.’
De Rotsen van Liancourt zijn slechts een van de vele plekken die onderwerp zijn van geopolitieke geschillen tussen Japan, Zuid-Korea en China. ‘Dit zijn de machtigste landen in Azië en er heersen nog veel negatieve emoties rond de onverwerkte geschiedenis,’ sluit Franco af.








