De maand mei is van oudsher de opmaat naar het klimseizoen op de Mount Everest. De bergbeklimmers hebben zich inmiddels aangepast aan de grote hoogte en de sherpa’s hebben de meeste touwen aangebracht die nodig zijn om tegen het einde van de maand de trek naar de top te wagen.

Nadat de Nepalese regering vorig jaar het klimseizoen had uitgesteld, moest 2021 een recordjaar worden, met meer vergunningen dan ooit tevoren. Maar nu het land worstelt met een sterke toename van het aantal COVID-19-patiënten en er meerdere gevallen in het basiskamp zijn gemeld, zou mei 2021 weleens in rampspoed kunnen eindigen.

Alpinist en schrijver Mark Synnott weet wat een klap dit voor Nepal zou zijn, aangezien het land de inkomsten uit de sportieve bedevaart naar het dak van de wereld zeer goed kan gebruiken. “Het Everest-seizoen is van cruciaal belang voor de Nepalezen, vooral voor de mensen in de regio Khumbu, waar de sherpa’s vandaan komen,” zegt hij.

Lees ook: Hoe meet je de Everest op? Door bevriezing (en politiek) te trotseren

Synnott was er in 2019, het laatste volledige Everest-seizoen, toen hij deel uitmaakte van een expeditie die op zoek ging naar een bergbeklimmer die bijna een eeuw geleden op een van de allereerste Britse Everest-expedities omkwam. De Britse alpinisten George Mallory en Sandy Irvine verdwenen in 1924 tijdens hun poging om als eersten de top van ’s werelds hoogste berg te beklimmen. Mallory’s lichaam werd in 1999 ontdekt, maar dat van Irvine is nooit teruggevonden, noch de zakcamera die hij volgens bronnen bij zich had. De vraag of het duo de top heeft gehaald – 29 jaar vóórdat Edmund Hilary en Tenzing Norgay dat lukte, in 1953 – is sindsdien een van de grote mysteries van de bergsport.

Op een foto van het team dat in 1924 de derde Britse poging waagde om de Mount Everest te beklimmen staat alpinist Andrew Sandy Irvine geheel links naast zijn klimpartner George Mallory
Op een foto van het team dat in 1924 de derde Britse poging waagde om de Mount Everest te beklimmen, staat alpinist Andrew ‘Sandy’ Irvine (geheel links) naast zijn klimpartner George Mallory.
J.B. Noel, Royal Geographical Society/Getty Images

Synnotts verhaal over die zoektocht, met foto’s van zijn klimpartner Renan Ozturk, verscheen in juli 2020 in de National Geographic, terwijl hun documentaire erover op het National Geographic Channel werd uitgezonden. En nu gaat Synnott uitgebreider in op zijn avontuur en op de geschiedenis van de Mount Everest, in zijn fascinerende nieuwe boek The Third Pole: Mystery, Obsession, and Death on Mount Everest.

Onlangs sprak Synnott vanuit zijn huis in New Hampshire’s White Mountains met National Geographic, over de huidige situatie op de Everest en de zoektocht naar Mallory en Irvine. Ook vroeg ik hem hoe hij de risico’s van zijn werk aan zijn kinderen uitlegt en welke avontuurlijke projecten hij aan het voorbereiden is.

Lees ook: Blinde alpinist mag Everest niet beklimmen, maar geeft niet op

Wat vind je ervan dat bergbeklimmers te midden van de pandemie terugkeren naar de Everest?

Het is moeilijk. Dit is het eerste echte klimseizoen in twee jaar tijd, en dan alleen aan de Nepalese kant. China houdt Tibet (de andere kant van de berg) nog gesloten voor alle buitenlanders. Dus het is eigenlijk maar een half seizoen. De Nepalese autoriteiten hebben ruim vierduizend vergunningen afgegeven – meer dan in enig voorgaand seizoen. Als je daar eenzelfde aantal sherpa’s en andere dragers aan toevoegt, dan heb je het over een reusachtig aantal mensen dat de berg op gaat.

Enerzijds begrijp ik wel waarom ze dat hebben gedaan – de Nepalese economie is zeer afhankelijk van het geld dat al die klimmers en klimorganisatoren meebrengen. Maar dit alles kan contraproductief blijken te zijn als zich een COVID-19-uitbraak in het basiskamp voordoet. En het ziet ernaar uit dat dat het geval is.

Wat betekent de ‘derde pool’ in de titel van je boek?

Aan het begin van de vorige eeuw probeerden meerdere landen als eerste de Noord- en Zuidpool te bereiken, twee van de laatste avontuurlijke gebieden op aarde die nog niet waren veroverd. Een team onder Amerikaanse leiding zou de Noordpool in 1909 hebben bereikt en twee jaar later arriveerde een Noors team op de Zuidpool. Het bereiken van de top van de Mount Everest, die door de Britten de ‘Derde Pool’ werd genoemd, werd als de laatste van deze drie grootse uitdagingen gezien. Maar toen werd alles uitgesteld door de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog.

Als we snel naar 1924 springen, zie je dat het team van George Mallory, met Sandy Irvine als jongste deelnemer, vastbesloten was om de Everest voor Groot-Brittannië te claimen. Omdat zijn landgenoot Robert Falcon Scott het in de race naar de Zuidpool tegen de Noren had moeten afleggen en dat met zijn leven (en dat van zijn hele team) had moeten bekopen, moeten Mallory en Irvine ongetwijfeld heel veel druk hebben gevoeld om dat doel voor hun land te bereiken.

Historici weten nog altijd niet of Mallory en Irvine de top van de Everest hebben gehaald. Wat denk jij?

De kans is gewoon heel klein. Alles zat de mannen tegen. Voor mij gaat het verhaal vooral over wat er precies is gebeurd. Hoe zijn ze aan hun einde gekomen? Zijn ze naar beneden gestort of zaten ze gewoon op een ijsrichel en zijn daar doodgevroren? Het is het perfecte mysterie, want de aanwijzingen spreken elkaar tegen. Mallory werd op een hoogte van 8138 meter liggend op zijn buik in het steengruis gevonden, met een touw om zijn middel. Hoe kan dat?

Welke grote ontdekkingen staan ons nog te wachten?

Het is verleidelijk om te denken dat de mens al bijna alles heeft bereikt, alles wat voorheen als ‘onmogelijk’ werd beschouwd. Maar er zullen altijd weer nieuwe, verbluffende avonturen of ontdekkingen volgen. Het grotonderzoek biedt daartoe interessante mogelijkheden. Momenteel zijn speleologen op zoek naar ’s werelds diepste grot, wat voor hen hetzelfde is als voor bergbeklimmers het bereiken van de top van de Everest. En er kan altijd een nóg diepere grot bestaan, ergens ver onder de grond, wachtend om onderzocht te worden. En dan is er natuurlijk nog de oceaan. Ik las ergens dat we meer weten over het oppervlak van Mars dan over wat zich op de bodem van de wereldzeeën afspeelt.

Schrijver en bergbeklimmer Mark Synnott maakte deel uit van de zeven leden tellende expeditie die in het voorjaar van 2019 via de noordroute naar de Everest op zoek ging naar sporen van Irvine die bijna een eeuw geleden op de berg verdween
Schrijver en bergbeklimmer Mark Synnott maakte deel uit van de zeven leden tellende expeditie die in het voorjaar van 2019 via de noordroute naar de Everest op zoek ging naar sporen van Irvine, die bijna een eeuw geleden op de berg verdween.
Matthew Irving, Nat Geo Image Collection

National Geographic heeft jou en bergbeklimmer Renan Ozturk onlangs op een ander groots klimavontuur gestuurd. Kun je iets meer vertellen over wat jullie daarboven hebben gedaan?

We zijn naar de bovenloop van de rivier de Opper-Paikwa getrokken, nabij de noordwestgrens van Guyana, om daar te zoeken naar een nieuwe kikkersoort. Het is een van de minst onderzochte gebieden ter wereld en een van de belangrijkste hotspots van biodiversiteit op aarde. De tocht stond onder leiding van Bruce Means, een 79-jarige evolutiebioloog die deze regio zijn hele leven lang heeft bestudeerd en er vooral onderzoek heeft gedaan naar de kikkers. Het gebied is beroemd om zijn tepuis, bizarre, afgeplatte rotsplateaus die als wolkenkrabbers loodrecht uit de jungle oprijzen. Om ervoor te zorgen dat we de top van het bergplateau van Weiassipu zouden bereiken, dat nog nooit was beklommen, namen we Alex Honnold als ons geheime wapen mee. Geen zorgen – het verhaal daarover verschijnt hier binnenkort.

Je hebt vier kinderen in de leeftijd van 4 tot 22 jaar. Hoe leg je ze uit dat jouw avonturen risico’s met zich meebrengen?

Mijn 22-jarige zoon woont nu in Colorado en hij is net zo dol op skiën als ik op die leeftijd op bergbeklimmen was. Dus daar is hij elke dag in ongerepte gebieden mee bezig en hij wil aan ski-alpinisme en dat soort zaken gaan doen. En eerlijk gezegd lig ik daar ’s nachts wakker van, want ik kan mijn eigen risico’s goed inschatten, maar dat niet voor hem doen. Hij heeft zeker het punt bereikt waarop hij goed genoeg is om zichzelf in heel wat problemen te brengen. En ik praat voortdurend met hem daarover. Ik vraag hem naar het sneeuwpak, de hoek van de hellingen waar hij naar beneden skiet. Of hij wel goed luistert naar het lawineweerbericht... Maar er zijn momenten waarop de telefoon gaat en ik me onwillekeurig zorgen maak.

Heb je nog een ander boek op stapel staan?

Ik heb een idee, maar ik vertel niemand waar het over gaat. Althans nu nog niet. Ik bel je nog.

Peter Gwin is gastredacteur en medepresentator van de National Geographic- podcast Overheard.

Noot van de redactie: dit interview werd omwille van de lengte en begrijpelijkheid geredigeerd.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com