Duizenden jaren lang lag er een dodenstad verborgen in de woestijn nabij de plaats Lisht in Egypte, iets ten zuiden van Al Ayyat. Het is geen geheim dat er aan de rand van de Sahara een eeuwenoude begraafplaats is. Ten noorden en zuiden van de begraafplaats verheffen enkele piramiden zich boven het landschap.

Maar veel van de oude tombes waren lange tijd bedekt met meters zand. Tot nu.

In één opgraving bracht een gezamenlijke expeditie van de University of Alabama at Birmingham en het Egyptisch ministerie van Oudheden maar liefst 802 tombes in kaart bij Lisht. De recent beschreven tombes zijn ongeveer vierduizend jaar oud en waren onbekend bij egyptologen, aldus een mededeling van Khaled El-Enany, minister van Oudheden, en Mostafa Waziry, secretaris-generaal van het Supreme Council of Antiquities.

“Dit is een van de grootste verzamelingen tombes uit het Middenrijk in heel Egypte,” zegt archeologe Sarah Parcak, National Geographic Explorer en hoogleraar aan de University of Alabama at Birmingham. Samen met Adel Okasha, directeur van de Pyramids Region, leidde zij de expeditie.

Hoewel de tombes al grotendeels waren geplunderd toen de expeditie van start ging, bieden ze nog steeds een inkijkje in het leven van de mensen die ooit de nabijgelegen historische plaats bevolkten. Deze plaats is vermoedelijk de Middenrijkse hoofdstad Itj-Tawy.

Rijkdommen uit het middenrijk

Het Middenrijk duurde ongeveer van 2030 tot 1650 v.Chr. en was een periode van grote bloei op het gebied van kunst en cultuur. “Je ziet het groeien gedurende het Middenrijk,” zegt Parcak.

Veel van wat we nu weten over Lisht in deze periode, is gebaseerd op uitgebreide opgravingen die vanaf begin 1900 door onderzoekers van het Metropolitan Museum of Art zijn uitgevoerd. Vanwege het museumbeleid wenste Adela Oppenheim, curator van het Met, niet rechtstreeks op het nieuwe onderzoek in te gaan. Ze merkte wel op dat artefacten uit deze periode een groter bewustzijn van het menselijk bestaan lijken uit te wijzen. Dat maakt het Middenrijk zo fascinerend.

Voordat de onderzoekers de eeuwenoude grafkamers uitgebreid in kaart brachten hebben ze eerst een van de tombes van de elite uitgegraven en gerestaureerd Volgens de naam op het bouwwerk was dit de tombe van Intef hoofd van de schatkist onder Senusret I Op deze foto leidt Reis Abu Hamid de opgraving van dit eeuwenoude bouwwerk in 2017

De teams van het Met hielden zich voornamelijk bezig met het documenteren en in kaart brengen van de twee piramiden (die voor de koningen Amenemhat I en Senusret I zijn gebouwd) en de omliggende koningsgraven. De overige rustplaatsen kunnen ons echter nog heel veel leren.

“Met uitzondering van de koningsgraven zijn er uit deze periode niet veel graftombes bekend,” vertelt Kathryn Bard, archeologe aan de Universiteit van Boston. Zij was niet bij de werkzaamheden betrokken. “Daarom is deze begraafplaats zo belangrijk.”

Ondergronds netwerk

In 2014 werd begonnen met de laatste werkzaamheden, toen Parcak en haar collega’s op satellietbeelden met hoge resolutie bewijs vonden van roofkuilen. Van 2009 tot 2013 namen de donkere vlekken op de beelden toe. Vanuit de lucht kon het team volgens Parcak niet met zekerheid zeggen waar de openingen naartoe leidden.

Sindsdien heeft het veldwerk, dat gedeeltelijk door National Geographic werd gefinancierd, aangetoond dat de meeste tunnels naar graftombes leidden. Op elke locatie documenteerde het team zorgvuldig alle kenmerken van de tombes, maakten ze foto’s en legden ze de GPS-coördinaten vast om een database voor het gebied te maken.

Veel schachtgraven boden plek voor maximaal acht bijzettingen. Dat betekent dat het gekoppelde gravencomplex naar alle waarschijnlijkheid in ieder geval vierduizend overleden personen herbergde.

“Alle beschikbare ruimte werd benut,” zegt Parcak, die het dichte gravencomplex vergelijkt met de slingerende tunnels van een konijnenburcht. “Veel tombes werden door gezinnen, kleinkinderen, achterkleinkinderen of derdegraadsverwanten opnieuw gebruikt.”

Stukjes informatie

Tegen de tijd dat de onderzoekers arriveerden, waren de meeste tombes al leeggeroofd. Uit werk van Parcak bleek eerder al dat plunderingen toenamen in Egypte tijdens de economische instabiliteit die volgde op de recessie in 2009 en de revolutie in 2011. Lisht is daarop geen uitzondering.

Bard en andere egyptologen denken wel dat er nog veel informatie te verkrijgen is.

“Volgens mij is het een goede eerste stap,” zegt Mark Lehner, directeur van Ancient Egypt Research Associates, over het in kaart brengen en documenteren van de plek. Scherven van aardewerk, fragmenten van muurschilderingen, menselijke resten en zelfs de constructie van de tombes kunnen de onderzoekers meer inzicht geven in de gezondheid, economische status en begrafenisrituelen van de mensen die ooit in de stad leefden.

Parcak: “Daar ligt voor mij de echte waarde van dit werk.” Ze voegt eraan toe dat de laatste ontdekkingen alleen in het zuidelijke deel van de opgraving zijn gedaan. Het team hoopt het werk volgend seizoen voort te kunnen zetten in de noordelijke delen.

“Net als voor alle andere plaatsen in Egypte geldt dat er nog veel in kaart te brengen en te ontdekken is.”

Lees ook: Mummie onthult het allereerste Egyptische balsemings-recept

Lees meer over Egypte

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com