Noot van de redactie: op 22 juli 2020 werd de oorspronkelijke studie die Oculudentavis beschrijft, door de auteurs van de studie teruggetrokken uit het wetenschappelijke tijdschrift Nature om “te voorkomen dat er onjuiste informatie in de literatuur achterblijft”. In een bericht dat op de website van Nature is gepubliceerd, schrijven de onderzoekers dat hoewel het fossiel - een schedel ingekapseld in barnsteen - accuraat werd beschreven, "een nieuw ongepubliceerd [fossiel] exemplaar zorgt voor twijfels over onze hypothese" dat de schedel afkomstig was van een dinosaurus. Sinds de publicatie van het onderzoek hebben een aantal externe paleontologen betoogd dat het fossiel in plaats daarvan van een hagedis zou kunnen zijn, hoewel deze interpretatie nog niet door vakgenoten is beoordeeld.

In een stukje barnsteen uit Myanmar is een spectaculair nieuw fossiel gevonden: de schedel van de kleinste prehistorische dinosaurus die ooit werd ontdekt. Het vogelachtige diertje leefde 99 miljoen jaar geleden en werd niet groter dan de kleinste vogels die tegenwoordig rondvliegen.

Het fossiel, dat onlangs in het vakblad Nature werd beschreven, is slechts anderhalve centimeter lang gemeten vanaf de achterkant van de kop tot aan het puntje van de snavel, wat ongeveer de breedte van een duimnagel is. Uit de afmetingen van de schedel is af te leiden dat het diertje ongeveer even groot was als een bijkolibrie. Dat zou betekenen dat de pas ontdekte dinosaurus minder woog dan een munt van 1 eurocent.

Het piepkleine diertje lijkt het meest verwant te zijn aan de gevederde dinosaurussen Archaeopteryx en Jeholornis, wat verre familieleden zijn van onze moderne vogels. De wetenschappers vermoeden dat het dinosaurusje net als deze dieren vleugels met veren had, maar om te bepalen hoe goed het diertje kon vliegen moeten meer fossielen worden gevonden. Ondanks het feit dat het beestje dezelfde afmetingen had als een kolibrie, voedde hij zich niet met nectar. In zijn bovenkaak had hij maar liefst veertig scherpe tanden en zijn enorme ogen, die geschikt zijn om prooien te zien tussen de bladeren, hebben kenmerken die nooit eerder bij dinosaurussen werden gezien. Het is dan ook niet voor niets dat de geslachtsnaam van het beestje Oculudentavis is, wat is afgeleid van de Latijnse woorden voor oog, tand en vogel.

Er bestaat tegenwoordig geen dier dat dezelfde bouw heeft als Oculudentavis. “Dit is een heel andere ecologische niche, waarvan we het bestaan totaal niet kenden,” aldus Jingmai O’Connor, een van de onderzoekers, die als paleontoloog werkzaam is aan het Chinese Institute of Vertebrate Paleontology and Paleoanthropology. “Dit is niet alleen leuk, maar ook een compleet raadsel, alles eraan is zo vreemd.”

“Dit is echt een van de meest zeldzame en spectaculaire vondsten ooit!”, schrijft de niet bij het onderzoek betrokken paleontoloog Ryan Carney van de University of Central Florida in een e-mail. “Dit stukje barnsteen blijkt een uniek beeld te bevatten van de schedel van een mini-dinosaurus met kenmerken die helemaal nieuw voor ons zijn. Het is alsof je een blikseminslag uit het Krijt in een fles vindt.”

Een snavel met scherpe tanden

Toen Lida Xing de fossiel voor het eerst zag, vond hij die “te bizar.” De paleontoloog aan de Chinese University of Geosciences en hoofdonderzoeker van de nieuwe studie dacht dat de lange snavel en grote ogen van het dier erop wezen dat het een vroege vogelsoort was. Maar Xing was verrast door de grote hoeveelheid tanden van het diertje. Het leek er meer te hebben dan welke andere vogel uit het Krijt dan ook. Alleen al in de rechterbovenkaak zitten maar liefst 23 tanden, elk minder dan een halve millimeter lang.

Xing wilde de schedel beter bekijken en ging met het stukje barnsteen naar een instelling in Sjanghai met een krachtig röntgenapparaat waarmee elementen ter grootte van een rode bloedcel te zien zijn. Vervolgens stuurde hij de beelden naar O’Connor, een specialist in aan vogels verwante dinosaurussen. Zij was compleet ondersteboven van de beelden.

“Dit fossiel was in zo'n goede staat, het was zo goed bewaard gebleven,” vertelt ze. “Het was gewoon superperfect.”

O’Connor en haar collega's bekeken beelden van de schedel van de dinosaurus om te achterhalen hoe oud hij was geworden. De onderzoekers keken naar de mate waarin de botten van het dier aan elkaar waren gegroeid, wat aangeeft in hoeverre een dier volgroeid is. Ze konden bepalen dat Oculudentavis stierf toen hij (bijna) volwassen was - wat zijn geringe omvang alleen nog maar bijzonderder maakt.

Ogen zoals je nog nooit zag

Ook waren de ogen van dit bijzondere schepsel waarschijnlijk zo groot dat ze aan de zijkant uit zijn kop puilden. O’Connor nam contact op met de ‘ogenman’ van de paleontologie, onderzoeker Lars Schmitz van het W.M. Keck Science Department in Californië, die de evolutie van het gezichtsvermogen bestudeert.

Op basis van de scans van de schedel concludeerde Schmitz dat de ogen leken op de relatief grote ogen van kleinere vogelsoorten. Dit vormde een bevestiging dat het fossiel van de Oculudentavis een volwassen exemplaar was.

Reptielen en vogels hebben kleine, botachtige ringen in hun ogen om de visuele organen te ondersteunen. De plaatjes waar die ringen uit bestaan hebben meestal de vorm van een smalle rechthoek, maar bij de Oculudentavis hebben die piepkleine botjes de vorm van een ijslepel. “De vorm die we hier zien, kom je niet tegen bij andere vogels of andere dinosaurussen,” vertelt Schmitz.

De enige dieren die tegenwoordig oogbotjes hebben met een vorm die hierop lijkt, zijn overdag levende hagedissen. Voor zover de onderzoekers weten, gebruikte Oculudentavis zijn ongewoon grote ogen om overdag op zoek te gaan naar voedsel; hij nam insecten te grazen met zijn snavel vol tanden.

De hedendaagse vogel die nog het meest op de dinosaurus lijkt is wellicht de todie, een klein vogeltje uit de Cariben dat op insecten jaagt, zegt bioloog en schedelspecialist Jen Brightvan de Britse University of Hull. Maar de schedels van todies zijn twee keer zo groot als die van het Oculudentavis-fossiel. “Het is ongelofelijk dat een fossiel van een gewerveld dier is gevonden dat zo klein is,” zegt ze. “Dit is zo’n maf beestje, het is geweldig!"

Deze bijna intacte zwarte schedel behoort toe aan het meest complete skelet van een Tyrannosaurus rex dat in Europa is te zien Het wetenschappelijk belangrijke fossiel met de naam Tristan Otto wordt in het Museum fr Naturkunde in Berlijn tentoongesteld Van het fossiel dat in 2010 in de beroemde Hell Creek Formation uit het late Krijt in Montana VS werd ontdekt zijn 170 van de circa 300 botten bewaard gebleven Het kostte vier jaar om het ruim twaalf meter lange fossiel uit te graven en te prepareren

O’Connor vermoedt dat de Oculudentavis zijn vreemde eigenschappen ontwikkelde om zich aan te passen aan zijn unieke prehistorische omgeving. In ecosystemen met beperkte voedselbronnen, zoals op eilanden, worden dieren in de loop van de evolutie soms steeds kleiner. Restanten van een zeedier, een zogenaamde ammoniet, wijzen erop dat het uit Myanmar afkomstige stukje barnsteen ooit werd gevormd op een eiland, of in ieder geval langs een kust.

“De kleinste gewervelde dieren die nu leven zijn die piepkleine kikkers op Madagascar. Dat zijn roofdieren, zoals de Oculudentavis vermoedelijk ook was,” vertelt O’Connor.

Omstreden jacht op fossielen

De oculudentavis werd in 2016 voor het eerst ontdekt toen Khaung Ra, die barnsteen uit Myanmar verzamelt, twee stukjes uit een mijn bemachtigde, waaronder die met de piepkleine, mysterieuze schedel. Ra schonk het fossiel aan het Hupoge Amber Museum in Tengchong in China, waar de schoonzoon van Ra, Guang Chen, de scepter zwaait. De soortnaam van de dinosaurus khaungraae is een eerbetoon aan Ra.

Het fossiel is de meest recente ontdekking uit de barnsteenmijnen uit het noorden van Myanmar, waar in gefossiliseerd boomhars de resten van de kleinste levensvormen uit een prehistorisch regenwoud bewaard zijn gebleven. In de afgelopen jaren hebben paleontologen insecten, een slang en zelfs enkele resten van dinosaurussen met verenin het barnsteen aangetroffen. Er is geen wetenschapper die meer heeft gedaan om deze fossielen in het barnsteen te catalogiseren dan Xing. Zijn onderzoek wordt voor een deel gefinancierd door de National Geographic Society.

Naarmate de wetenschappelijke waarde van het barnsteen uit Myanmar toeneemt, nemen ook de ethische bezwaren tegen het onderzoek toe. Veel belangrijke barnsteenfossielen belanden in eerste instantie in handen van privéverzamelaars, waardoor het de vraag is of wetenschappers daar in de toekomst de beschikking over kunnen hebben. Bovendien werken de mijnwerkers in onveilige omstandigheden. De mijnen liggen in de staat Kachin in Myanmar, waar een langlopend conflict gaande is tussen het leger van Myanmar en rebellen die strijden voor de onafhankelijkheid van Myanmar. Volgens de Kachin Development Networking Groupwerden bij een militaire aanval in 2018 om de mijngebieden in handen te krijgen duizenden inheemse inwoners verdreven.

Xing stelt dat het Hupoge Amber Museum bezig is om een museum in Myanmar op te richten. Naar zijn zeggen zetten hij en andere onderzoekers zich in om de stukken barnsteen voor de wetenschap te behouden, door ze terug te brengen naar het land als het conflict in de regio is opgelost. “Het is het beste om de belangrijke barnsteenfossielen in het land te laten waar ze werden gevonden,” schrijft hij in een e-mail.

Terwijl het werk om de barnsteenstukjes naar Myanmar terug te brengen doorgaat, blijven wetenschappers uitkijken naar meer stukjes van Oculudentavis. Xing heeft al wel geruchten gehoord van een ontbrekend deel. Het barnsteen met de schedel van de Oculudentaviszou onderdeel zijn geweest van een groter stuk met daarin bewaard gebleven veren. Maar tegen de tijd dat Xing het fossiel zag, zouden de twee delen uit elkaar zijn gehaald, zijn bewerkt en gepolijst, waardoor hij niet meer kon zien dat ze van dezelfde bron afkomstig waren.

Schmitz vindt dat een geweldige mogelijkheid. “Oh, dat zou ongelooflijk zijn!”, zegt hij. “Die schedel is zo bijzonder... Wie weet wat we verder nog te weten kunnen komen?”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com