Als je miljoenen jaren teruggaat in de tijd, zou je de aarde zomaar kunnen verwarren met de planeet Hoth uit Star Wars. Destijds waaide er een ijzige, droge lucht over het bevroren aardoppervlak en vrijwel iedere centimeter was bedekt met ijs.
Dat gebeurde minimaal twee keer, en in beide gevallen minstens zeshonderd miljoen jaar geleden. Geologisch bewijs voor deze ijskoude perioden is er genoeg, maar over de oorzaak tasten wetenschappers nog in het duister. In een studie van onder meer Yale University, die in februari 2024 werd gepubliceerd in vakblad Sciences Advances, wordt een nieuwe theorie op tafel gelegd.
Planetoïde verantwoordelijk voor ijsaarde
De onderzoekers stellen dat het mogelijk is dat de inslag van een planetoïde heeft gezorgd voor de enorme temperatuurdaling op aarde. Als kleine planetoïden onze atmosfeer binnendringen, zien we die als vallende ster aan de hemel. Grote planetoïden daarentegen kunnen veel desastreuzere gevolgen hebben. Bij een inslag kunnen grote rotsblokken de lucht in worden geslingerd. De zwavelhoudende mineralen die hierbij vrijkomen, belanden vervolgens in de stratosfeer. Daar weerkaatsen ze het zonlicht, dat bijgevolg de aarde niet meer weet te bereiken. Het gevolg? De temperatuur op aarde daalt.
Om uit te zoeken of een planetoïde-inslag werkelijk zo’n ijzig klimaat kan veroorzaken, creëerde het team gedetailleerde simulaties van verschillende tijdperken in de aardse geschiedenis. Ze keken naar de omstandigheden tijdens de pre-industriële periode (voor 1850), het Laatste Glaciale Maximum (twintigduizend jaar geleden), het relatief warme Krijt (145 tot 66 miljoen jaar geleden) en het Neoproterozoïcum (750 miljoen jaar geleden). Daarna voegden ze grote hoeveelheden zwaveldioxide toe aan hun model om te zien wat er gebeurde. De grote vraag: zou er een ijsplaneet ontstaan?
Een ijsplaneet ontstaat niet zomaar
In de pre-industriële periode bleek meteorologisch onmogelijk dat de aarde bij zo’n scenario zou veranderen in een ijsplaneet. Maar in het koudere Neoproterozoïcum en het Laatste Glaciale Maximum bleek tweehonderd miljard ton zwaveldioxide in theorie wel voldoende om het aardoppervlak voor minstens 97 procent met ijs te bedekken. Het model wees uit dat daar nog geen tien jaar voor nodig was.
‘Het is erg onwaarschijnlijk dat de aarde volledig met ijs bedekt raakte wanneer er een warm klimaat heerste,’ zegt hoogleraar geowetenschappen Christian Köberl van de Universiteit van Wenen. Maar als de temperaturen al laag zijn, kan een planetoïde-inslag net dat laatste zetje geven.
Hoe waarschijnlijk is dit ijsbalscenario?
Hoewel het model een gedegen verklaring biedt voor de ijzige geschiedenis van onze planeet, is het nog geen sluitend bewijs. Daarvoor moet eerst de krater worden gevonden waar de planetoïde kan zijn ingeslagen, vergelijkbaar met Chicxulub. Die krater ontstond nadat een enorme planetoïde 66 miljoen jaar geleden insloeg, met het uitsterven van de dinosauriërs als gevolg. In die krater zouden dan bovendien zwavelrijke restanten moeten worden gevonden die stammen uit het Neoproterozoïcum en het Laatste Glaciale Maximum.
‘Het model is behoorlijk overtuigend,’ vertelt Köberl. Maar tot er harde bewijzen op tafel liggen, blijft hij sceptisch. De planetoïdeverklaring is tot die tijd niets meer dan een theoretische verklaring. ‘Maar je moet blijven zoeken met een open blik,’ meent hij. Want deze studie, en gebeurtenissen zoals Chicxulub, laten zien hoe bruut een planetoïde het lot van de aarde kan veranderen.