Heksenvervolgingen, rooftochten op sneeuwschoenen en een vastgevroren vloot: het is slechts een greep uit de gebeurtenissen die linksom of rechtsom het gevolg waren van de Kleine IJstijd.

Van de zestiende tot de negentiende eeuw vielen grote delen van het noordelijk halfrond ten prooi aan een aanhoudende kou. Wat veroorzaakte deze teruglopende temperaturen en hoe pasten mensen zich erop aan?

Wat is de Kleine IJstijd?

De Kleine IJstijd was geen echte ijstijd en het was ook niet continu koud: gemiddeld daalde de temperatuur met ongeveer een halve graad. NASA plaatst het begin van deze periode rond 1550, hoewel sommige onderzoekers stellen dat de Kleine IJstijd al eerder begon. Die kende 3 pieken van kou – rond 1650, 1770 en 1850 – met daartussen relatief milde tussenperioden.

Wetenschappers zijn niet eensgezind over wat de Kleine IJstijd veroorzaakte. Theorieën lopen uiteen van verminderde zonneactiviteit en een toenemend aantal vulkaanuitbarstingen tot de genocide op de inheemse bevolking van Noord-Amerika, waardoor landbouwgronden begroeid raakten met bossen.

In een onderzoek uit 2022 wordt aangehaald dat een toestroom van extreem warm water de aanleiding is geweest. Dat zou in de veertiende eeuw vanuit de tropen noordwaarts zijn gestroomd, waardoor het noordpoolijs smolt en in de Atlantische Oceaan spoelde.

De enorme impact van de kou

Hoe het ook zij: de Kleine IJstijd is van invloed geweest op het verloop van de wereldgeschiedenis. Zo legden Franse troepen in 1795 bij Texel beslag op een Nederlandse vloot die was vastgevroren in het ijs – voor zover bekend de enige keer dat soldaten te paard een vloot overnamen.

slag bij nieuwediep bij texel
Wikimedia Commons
Op 24 januari 1795 gaf de Nederlandse vloot zich over bij het bevroren Nieuwediep, tussen Den Helder en Texel. Het is voor zover bekend de enige keer dat met paarden een vloot werd gekaapt.

Ook namen het aantal heksenvervolgingen en antisemitisme in Europa toe, waar men op zoek ging naar een zondebok voor de herhaaldelijk mislukte oogsten. Daarnaast is het mogelijk dat de Kleine IJstijd een rol speelde in de teloorgang van de Ming-dynastie in China: voedseltekorten die het gevolg waren van slechte oogsten werkten boerenopstanden in de hand.

Er bestaat zelfs een theorie waarin het unieke geluid van Stradivarius-violen wordt toegewezen aan de Kleine IJstijd, omdat het hout dat Antonio Stradivari gebruikte vanwege de kou een hogere dichtheid had dan gebruikelijk.

Aanpassen aan een ijstijd

Vooral boeren en armen hadden te lijden onder de koude omstandigheden, die bijzonder guur waren in delen van de zeventiende en vroege achttiende eeuw. Meerdere Europese landen kampten in die periode met hongersnood.

Volgens geschiedkundige Ariel Hessayon van Goldsmiths, University of London was de winter van 1684 zo streng dat Karel II van Engeland een liefdadigheidsinzameling opzette. Ondanks deze inspanningen ‘stierven door het hele land mensen, dieren, vogels en vissen. Begrafenissen werden opgeschort omdat de grond de hard was om te graven’, zegt Hessayon.

Toch viel de ergste kou in de Kleine IJstijd voor Nederland samen met een periode van economische bloei. Dat had waarschijnlijk deels te maken met de veelzijdige infrastructuur en handelsroutes. ‘De Nederlanders importeerden graan vanuit verschillende Baltische havens,’ zegt historicus Dagomar Degroot van de Amerikaanse Georgetown University. Daardoor konden ze, toen het extreme weer zorgde voor graantekorten, ‘de situatie uitbuiten door goederen rechtstreeks te importeren van de plek waar ze werden geoogst.’

Kunnen we wat leren van de Kleine IJstijd?

De impact van de Kleine IJstijd was veel minder groot dan de opwarming van de aarde waar we op dit moment mee te maken hebben. Volgens Hessayon vallen er veel lessen te trekken uit de Kleine IJstijd in de klimaatcrisis waarmee we nu te maken hebben.

‘Er is een enorme berg aan onderzoeksmateriaal die we kunnen bestuderen om iets te leren van het verleden,’ legt Hessayon uit. ‘Hopelijk kan die informatie ons ook iets leren over hoe we met de huidige crisis kunnen omgaan.’