Voor veel mensen heeft het prachtige voorjaarsweer één groot nadeel: iedere lente slingeren planten en bomen massaal hun pollen de lucht in. Het gevolg: hooikoorts en andere luchtwegallergieën steken de kop op. Onderzoek dat werd gepubliceerd in vakblad Nature Communications voorziet dat het aantal pollen gedurende het pollenseizoen tegen 2100 mogelijk met veertig procent zal zijn gestegen.

Want hoewel droogte en hitte steeds meer flora fataal wordt, zijn er ook bepaalde grassen, planten en bomen die er juist van profiteren: zij produceren dan juist meer en grotere bladeren. En meer van hun voor de natuur zo belangrijke maar voor ons mensen soms allergene goedje: stuifmeel.

Hoe ziet onze stuifmeeltoekomst eruit?

‘Pollen hebben een groot effect op de volksgezondheid,’ zegt Allison Steiner, klimaatwetenschapper aan de University of Michigan (VS) en een van de hoofdauteurs van de studie. Steiner en haar team ontwikkelden nieuwe modellen, gebaseerd op historische data. Deze zijn in staat de zogeheten pollenemissie te voorspellen van de vijftien meest voorkomende hooikoorts veroorzakende plantenvariëteiten.

Leestip: Helpt honing tegen hooikoorts?

Met behulp van deze modellen vergeleek Steiner de pollenemissie in de VS tussen 1995 en 2014 en twee verschillende klimaatscenario’s tussen 2081 en 2100: eentje met een gemiddelde broeikasuitstoot versus eentje met een veel hogere.

Het laatste, onheilspellendste scenario – met een temperatuurstijging van vier tot zes graden en 2,5 keer zo veel CO₂ in de lucht – levert een langdurig en intens pollenseizoen op: de stuifmeeltrends van de afgelopen dertig jaar worden dan verdubbeld, verwachten de onderzoekers.

Behalve pollen ook chemicaliën en broeikasgassen boosdoener

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schat dat tegen 2050 de halve wereldbevolking gebukt gaat onder tenminste één allergie. Momenteel ervaart tien tot dertig procent van de volwassenen en veertig procent van de kinderen klachten. En die worden niet veroorzaakt door pollen alleen: ook vervuilende chemicaliën die we zelf de atmosfeer in pompen dragen daaraan bij.

Leestip: Een kop thee of koffie, wat is beter voor je gezondheid?

Ook maakt onze uitstoot van verontreinigende stoffen en broeikasgassen de pollen zelf meer allergeen. Laboratoriumonderzoek wijst uit: hoe meer CO₂ in de atmosfeer, hoe hoger het allergene eiwitgehalte van de pollen. En dus: hoe meer gesnotter, genies en gehijg.

Hoe nu verder? Kunstmatige intelligentie biedt hoop

Steiner ziet haar onderzoek als ‘een eerste echte stap op het vlak van betrouwbare pollenvoorspellingen’. Interessant voor de wetenschap én voor pollenpatiënten. ‘Met deze kennis kunnen mensen zich beter voorbereiden op een stuifmeelrijkere toekomst,’ aldus Steiner.

Leestip: Wandelen is goed voor je gezondheid, achteruitlopen nog beter

Maar volgens haar is er, zoals zo vaak in de wetenschap, nog een hoop werk te doen. Stuifmeeldata zijn schaars en het meten ervan arbeidsintensief. Plus: het tellen en identificeren van pollendeeltjes in de atmosfeer vergt geschoold personeel.

Gelukkig voor de hooikoortspatiënten onder ons: hulp is mogelijk nabij. Meerdere bedrijven ontwikkelen momenteel automatische tel- en meetmethoden, gebaseerd op kunstmatige intelligentie. Pollen tellen, meten en identificeren met behulp van de computer dus.

Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium én steun de missie van National Geographic. Word nu lid!