Papegaaiachtigen kunnen spraak van mensen nabootsen, op de maat van muziek bewegen, en zelfs anderen in nood helpen. Nu blijkt dat deze vogels, die over een groot brein beschikken, ook nieuw gedrag kunnen aanleren van elkaar. Slechts enkele tientallen jaren geleden werd nog gedacht dat dit een unieke eigenschap van de mens was.
In de Australische stad Sydney ontdekten enkele grote geelkuifkaketoes - luidruchtige vogels die in groepen leven en veel voorkomen in steden in het oosten van Australië - hoe ze vuilnisbakken konden openen. Het duurde niet lang voordat andere kaketoes dat gedrag kopieerden, waarmee ze een nieuwe bron van voedsel tot hun beschikking kregen.
Deze ontdekking betekent dat papegaaiachtigen “bij de club van dieren horen die tekenen van cultuur vertonen,” stelt gedragsecoloog Barbara Klump die het onderzoek leidde waarover onlangs een artikel verscheen in het vakblad Science.
Andere dieren met een lange levensverwachting en een groot brein, zoals kraaien, grote apen en dolfijnachtigen, vertonen ook een dergelijke ‘eetcultuur’. Zo laten chimpansees elkaar nieuwe manieren zien om noten op te krijgen. “Het viel te verwachten dat dit ook zou gelden voor papegaaien, maar we hadden daar tot nu toe geen bewijs voor,” vertelt Klump, een National Geographic Explorer die verbonden is aan het Duitse Max-Planck-Institut für Verhaltensbiologie. (Lees meer over de verborgen wereld van de walviscultuur.)
Een van de oorzaken voor dat gebrek aan bewijs is dat er weliswaar veel onderzoek is gedaan naar papegaaiachtigen in gevangenschap (denk bijvoorbeeld aan Alex de Afrikaanse grijze roodstaartpapegaai, die over de intelligentie van een 3-jarige beschikte), maar dat het veel moeilijker is om cultureel gedrag bij wilde papegaaien te bestuderen. Zo is het in een wilde omgeving veel lastiger om rekening te houden met alle factoren die van invloed kunnen zijn op de gedragingen van de vogels.
Maar omdat de grote geelkuifkaketoes in Sydney steeds dezelfde vuilnisbakken opzochten, leverde dat een ideale onderzoeksomgeving op voor Klump om deze brutale "stadsverkenners" te observeren, vertelt ze.
De mooie, ruim een halve meter grote papegaaiachtigen met hun knalgele kuif kwamen van oorsprong voor in het oosten van Australië en de dichtstbijzijnde eilanden daar. In tegenstelling tot de overige 350 bekende papegaaisoorten gaat het uitstekend met de grote geelkuifkaketoe, met name in stedelijke gebieden. Ze worden in steden vaak als overlastgevers beschouwd vanwege hun destructieve gedrag. Ze knagen bijvoorbeeld aan balkons.
Voor mensen die onderzoek doen naar papegaaien komt de ontdekking van hun sociaal leervermogen niet als een grote verrassing, vertelt bioloog Timothy Wright van de New Mexico State University. Hij doet onderzoek naar het vocale leervermogen van papegaaien en was niet betrokken bij het nieuwe onderzoek. Maar volgens Wright levert het onderzoek wel een bijdrage aan de kennis die er is over papegaaien als zeer intelligente dieren.
“Ik noem papegaaien vaak de meest menselijke vogels, en dat wordt hiermee maar weer bewezen,” stelt hij.
Voorspelbaar patroon in het leergedrag van kaketoes
Rond 2015 kwam het onderzoekers ter ore dat er kaketoes waren die vuilnisbakken openmaakten in de buitenwijken in het zuiden van Sydney. “Wat het interessant maakte was dat die voedselbron overal in de stad aanwezig was, dat de vogels overal in de stad aanwezig waren, maar dat het gedrag niet overal voorkwam,” vertelt Klump. (Lees meer over de toenemende wetenschappelijke aandacht voor de intelligentie van vogels.)
Ze hield samen met haar team een online enquête onder inwoners in en rond Sydney en Wollongong, waarin mensen werd gevraagd of de kaketoes die in hun buurt leefden vuilnisbakken konden openmaken. Dat leverde reacties op van mensen uit zo'n vierhonderd buitenwijken.
Tijdens de eerste enquête in 2018 meldden inwoners van drie buitenwijken in het zuiden dat de vogels hun vuilnisbakken wisten te openen met hun bek en klauwen. Eind 2019 bleek dat het gedrag zich had verspreid naar 44 buitenwijken. Toen er een kaart werd opgesteld aan de hand van die gegevens, bleek dat het gedrag zich van de ene naar de andere wijk uitbreidde volgens een voorspelbaar patroon - volgens Klump een duidelijke aanwijzing dat het openen van de vuilnisbakken aangeleerd gedrag is, en niet willekeurig.
In de loop van de tijd ontwikkelden de vogels verschillende technieken om de kleppen van de bakken open te krijgen. Zo waren er diverse methodes om hun poten of snavel te gebruiken. Volgens de onderzoekers is dit een bewijs voor het bestaan van regionale subculturen. (Ontdek hoe zwarte kaketoes in Australië hulpmiddelen gebruiken om muziek te maken.)
De wetenschappers deden hun onderzoek onder zo'n vijfhonderd in de buitenwijken levende kaketoes. Toen de vogels eenmaal aan hun aanwezigheid gewend waren, smeerden de wetenschappers met behulp van make-upsponsjes niet-giftige verf op de veren van de vogels, zodat ze konden herkennen welke dieren vuilnisbakken konden openen.
Slechts tien procent van de vijfhonderd gemerkte vogels kon een vuilnisbak openen. Dat waren meestal mannetjes. Dat is mogelijk te verklaren door hun dominante positie in de sociale hiërarchie van de dieren, of doordat ze groter zijn en daarom fysiek beter in staat zijn om de kleppen te openen, aldus Klump. Het gedrag was niet voorbehouden aan een specifieke leeftijdscategorie; jonge vogels bleken er even goed in te zijn als oudere dieren.
Wetenschap met hulp van het publiek
“Dit onderzoek toont duidelijk aan dat kaketoes in staat zijn tot verandering van hun eetgedrag om aan nieuwe voedselbronnen te komen. En dat dit gedrag wordt overgenomen en in de loop van de tijd wordt aangepast - in ieder geval gedurende dit onderzoek,” stelt ecoloog Daniella Teixeira van de Australische University of Queensland. Zij doet onderzoek naar Australische kaketoes.
Volgens haar biedt het onderzoek “enige hoop” dat bedreigde kaketoesoorten zo ook nieuwe manieren zouden kunnen aanleren om aan voedsel te komen en om deze kennis met hun soortgenoten te delen, stelt ze. Een van die bedreigde diersoorten is de roodstaartraafkaketoe die voorkomt in het zuidoosten van Australië. Van deze vogel komen minder dan 1500 in het wild voor.
Teixeira is ook lovend over het feit dat er gebruik is gemaakt van waarnemingen van het publiek om de wilde papegaaien te bestuderen. “Het is cool om te zien dat dit gedrag zich in korte tijd zo verspreidde, en het is nog cooler dat dit werd vastgesteld met behulp van waarnemingen van het publiek,” stelt ze. “Dat is een nieuwe aanpak.” (Lees hoe mensen meer aandacht hebben gekregen voor de natuur in hun omgeving tijdens de pandemie.)
Ook Wright is gecharmeerd van de betrokkenheid van het publiek, en van de diervriendelijke methode om de vogels te merken. “Dit onderzoek als geheel zit goed in elkaar door die diverse onderzoeksmethodes,” stelt hij, met name omdat het gaat om wilde papegaaien waar niet veel onderzoek naar is gedaan.
“We wisten eigenlijk altijd al wel dat papegaaien behoorlijk slimme dieren zijn,” stelt hij.
De National Geographic Society, die zich inzet om de wonderen van onze wereld voor het voetlicht te brengen en te beschermen, financierde het werk van Explorer Barbara Klump. Lees verder over de ondersteuning die de Society biedt aan Explorers die bedreigde diersoorten onderzoeken en beschermen.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com