In 1083 wachtte keizerin Irene Doukas in het grote paleis van Constantinopel op de geboorte van haar eerste kind. Op zaterdag 2 december beviel ze in de keizerlijke kraamkamer van een meisje dat ‘in alle opzichten op haar vader leek’.

Deze anekdote werd later opgeschreven door de geborene zelf: Anna Komnene. Het verhaal staat in de Alexiade, een bijzondere biografie die de prinses schreef over haar vader Alexios I. De geboorte van de prinses was van groot belang, want door haar geplande huwelijk kon het voortbestaan van de dynastie van de Komnenen worden bezegeld. Dit vorstenhuis had de troon van het Byzantijnse Rijk twee jaar daarvoor met geweld veroverd.

De jeugd van Anna Komnene

Byzantium was de opvolger van het Oost-Romeinse Rijk, maar zijn macht over de Balkan en Anatolië was wankel. In een van de burgeroorlogen hadden de Komnenen de troon van het rijk bemachtigd.

Na de overwinning besteeg Alexios Komnenos de troon. Zijn vrouw was de adellijke Irene, uit de familie Doukas, en de kroning van het paar was voor beide families goed nieuws. Om hun verbond te bezegelen, werd Anna enkele dagen na haar geboorte uitgehuwelijkt aan Constantijn Doukas.

Maar rond 1095 overlijdt Constantijn plotseling en krijgt Anna een nieuwe echtgenoot toegewezen: Nikephoros Bryennios. Anna en Bryennios kregen vier kinderen: twee zonen en twee dochters. Ze was vanaf hun huwelijk in 1097 tot aan zijn dood in 1137, volgens haarzelf, veertig jaar lang gelukkig met haar man. Maar volgens historicus Niketas Choniates – die iets later leefde, maar over het algemeen goed was geïnformeerd – bekoelde hun liefde na de dood van Alexios I Komnenos in 1118.

Wie wordt de nieuwe keizer(in)?

De opvolging van Alexios leek een uitgemaakte zaak. Johannes II Komnenos, de oudste zoon en beoogd troonopvolger van de keizer en de jongere broer van Anna, was in 1092 op vijfjarige leeftijd al tot mede-keizer uitgeroepen. Maar een deel van het hof wilde voorkomen dat hij in zijn eentje zou regeren.

De grootste weerstand kwam van zijn eigen moeder, keizerin Irene Doukas, die Johannes ervan beschuldigde ‘onbekwaam’ en ‘verwijfd’ te zijn. Zij pleitte voor Nikephoros Bryennios en Anna. Choniates beschrijft dat Alexios woedend reageerde, omdat hij niet kon bevatten dat zijn vrouw haar eigen zoon wilde onterven ten gunste van haar schoonzoon.

Toen Alexios op zijn sterfbed lag, griste Johannes de keizerlijke zegelring van de vinger van zijn vader en gebruikte die als vrijgeleide om het paleis in te nemen. Toen keizerin Irene de list ontdekte, overstelpte ze haar stervende man met verwijten, die op zijn beurt stierf in de wetenschap dat zijn wens was vervuld. Maar hiermee was de strijd niet beslecht.

Een mislukte moordaanslag

Volgens Niketas Choniates beraamden vijanden van Johannes II, onder leiding van prinses Anna, binnen een jaar na zijn troonsbestijging een moordaanslag op de nieuwe keizer. Hun doel was de keizer in het jachtslot van Philopation, buiten de ommuring van Constantinopel, in zijn slaap te overvallen. Maar op het laatste moment liep het plan mis: Nikephoros Bryennios kreeg twijfels.

Na de ontdekking van de samenzwering stelde Johannes II zich mild op. Hij strafte de samenzweerders nauwelijks en gaf ze na een tijdje zelfs hun bezittingen terug. Maar Anna bleef voor altijd wrok tegen hem koesteren. In 1137 overleed haar man.

De ontroostbare weduwe, zoals ze zichzelf omschreef, trok zich terug in een klooster in Constantinopel dat was gesticht door haar moeder, keizerin Irene. Voor haar dood in 1133 had zij aan Nikephoros Bryennios gevraagd de biografie van Alexios te schrijven, maar na zijn dood was dat blijven liggen. Anna pakte de taak op en maakte van dit werk, de Alexiade, een monument ter nagedachtenis aan haar familie. Het werd een vurige ode aan haar vader en een sterke veroordeling van haar Byzantijnse en buitenlandse vijanden.