Ik duik onder een witte kathedraal van ijs en hoor het schrille fluiten, keffen en piepen van zadelrobben. Het doet denken aan een regenwoud, maar ik ben in het ijskoude water van de Saint Lawrencebaai. Volwassen zadelrobben schieten sierlijk door deze besloten onderwaterwereld.

Op de ijsvloer boven ons liggen duizenden pasgeboren pups te rusten. In maart 2011 reis ik met mijn partner David Doubilet af naar de in deze baai gelegen Magdalena-eilanden. Ik wil de zadelrobjongen fotograferen voor een­ verhaal over het rijke mariene ecosysteem in de Saint Lawrencebaai, voor de Canadese oostkust.

Het pakijs in de grote beschutte baai vormt ’s winters vanouds een ijzige kraamkamer: dit is het zuidelijkst gelegen gebied waar zadelrobpups ter wereld komen. ‘Kom, we gaan naar het ijs,’ zegt Mario Cyr, onze plaatselijke gids. ‘Want vind je het ijs, dan vind je ook de zeehonden.’

Klaar om pups te werpen

Hij heeft gelijk: een groep drachtige vrouwtjes heeft een mozaïek van ijsschotsen bij Prince Edward Island uitgekozen om het water te verlaten en hun jongen te werpen. De groep heeft zich verspreid over deze wirwar van losse stukken pakijs, omringd door een brij van halfbevroren zeewater.

Met onze boot varen we tussen de ­grillige ijsschotsen en doen we een week lang, boven én onder water, onderzoek naar het gedrag van de zadel­robben.

zadelrobben
Jennifer Hayes
Eind februari 2020 liggen moeders en hun jongen op een lappendeken van ijsschotsen. Naarmate de temperatuur stijgt en de wind aantrekt, breekt het ijs – besmeurd met bloed van de geboorten – in nog kleinere stukken uiteen.

Overdag danst de zon over het winderige ijslandschap en zien we zadelrobmoeders en pups. En ’s nachts, wanneer wij liggen te slapen, dringt het zachte, veelstemmige gehuil van de pups door de wand van onze boot heen.

Zadelrobben hebben een ijsvloer nodig om hun pups te werpen. Ze trekken eind augustus weg uit het poolgebied en gaan in februari op zoek naar zee-ijs, waarop de drachtige vrouwtjes doorgaans één pup werpen.

zadelrobben
Jennifer Hayes
Een moeder ‘kust’ haar pup in 2011. Moederdieren herkennen hun eigen jong tussen al die pluizige, witte pups door er van dichtbij aan te ruiken. Tijdens de zoogperiode glijden er weleens jongen van het zee-ijs af, iets wat deze pups al snel fataal wordt.

De kleintjes bouwen tijdens een zoogperiode van twee weken een vetreserve op, waarna hun moeder ze op het ijs achter­laat en vertrekt om te gaan paren.

Leestip: Razendsnel smeltend ijs bedreigt de keizerspinguïn op Antarctica

De dikke laag blubber houdt de pups in leven tot ze goed genoeg zwemmen om hun eigen kostje bijeen te scharrelen. Om uit te groeien tot een volwaardige rob hebben de pups dus even tijd nodig – en een solide ijsvloer.

Rampzalig slechte ijsjaren voor de zadelrob

Maar de winters in de Saint Lawrencebaai warmen twee keer zo snel op als de zomers. Het gaat met ruim twee graden per honderd jaar, zegt oceanograaf Peter Galbraith bij het Canadese ministerie voor Visserij en Oceanen (DFO).

De hoeveelheid zee-ijs neemt af, en dat betekent minder werpplekken voor drachtige zadelrobben. Wetenschappers spreken van goede en slechte ijsjaren. Goede ijsjaren – met een koude winter en uitgestrekt en stevig zee-ijs – komen steeds minder vaak voor.

zadelrobben
Jennifer Hayes
Een zadelrobjong dreigt na een storm in maart­ 2022 tussen twee ijsschotsen te vallen voor de kust van ­Newfoundland en Labrador (Canada), in een gebied dat bekendstaat als de Front. Zware regenbuien en harde wind bedreigen de pups, die zonder ijs niet ­kunnen overleven. Het lot van deze pup is niet bekend.

Het zee-ijs in de baai krimpt al sinds 1995 en misschien al wel langer. Een milde winter leidt tot een slecht ijsjaar: een zwakke ijslaag die niet tegen een stootje kan.

Hoe rampzalig slechte ijsjaren zijn voor de zadelrob, werd mij in maart 2011 pijnlijk duidelijk. Op onze laatste dag in de baai trok er een felle storm over het gebied, die de zee opzweepte tot een kolkend en bruisend geheel.

zadelrobben
Jennifer Hayes
Dit jong ligt op een zwakke ijslaag. Vroeger bood het stevige zee-ijs in de baai ­ nog een goede kans op overleving voor de pups.
zadelrobben
Jennifer Hayes
Een pup zoekt in maart 2012 beschutting tegen een aanhoudende, felle wind. Zolang er ijs ligt, al is het nog zo zwak, zullen zadelrobben volgens wetenschappers hun jongen blijven werpen op de plekken waar ze dat van oudsher doen.

We wisten­ veilig de haven te bereiken en brachten net onze spullen aan land toen Cyr ons het slechte nieuws bracht: het zwakke ijs waarop we de robben dagenlang van nabij hadden gevolgd, was door de storm aan stukken geblazen.

Duizenden pups waren omgekomen. De kraamkamer veranderde in één klap in een fotografische herinnering.

Het gezicht van de klimaatcrisis

De dood van de pups maakte diepe indruk op me; klimaatverandering werd voor mij die dag schrikbarend tastbaar. In de auto op weg terug naar huis besloot ik in mijn werk de zadelrob tot gezicht van de klimaatcrisis te maken.

De ­afgelopen tien jaar ben ik dan ook keer op keer teruggegaan naar de werpplekken in de Saint Lawrencebaai.

zadelrobben
Jennifer Hayes
Een pas gespeend zadelrobjong zwemt in de Saint Lawrencebaai.­ Zadelrobwijfjes werpen hun pups op het ijs. Dankzij de ­vetreserve die de jongen in twee weken opbouwen kunnen ze na het ­spenen overleven in het ijskoude water.

Van Garry Stenson en Mike Hammill, zadelrobexperts van de DFO, heb ik dit geleerd: in de Saint Lawrencebaai is géén ijs beter dan zwak ijs. Ligt er geen ijs, dan zwemmen zadelrobben door tot ze, een eind bij hun traditionele werpplekken vandaan, wél op ijs stuiten.

Leestip: Proberen deze bultruggen een zeehond te redden van hongerige orka's?

Maar ligt er ijs in de baai, hoe slecht ook, dan zal de groep ervoor kiezen hun jongen daar te krijgen, zelfs al is het te zwak om de pups te kunnen dragen.

(De zadelrobben zouden noordwaarts kunnen trekken, waar het kouder is en het ijs dus sterker, zoals rond Baffineiland. Daar wacht de robben echter een andere bedreiging: ijsberen.)

Het ijs wordt zwakker

In maart 2022 scheep ik met Stenson en een groot onderzoeksteam in op de Sir William Alexander, een schip van de Canadese kustwacht. Voor hun langlopende onderzoek reizen ze om de vier tot vijf jaar af naar de Front, een gebied voor de kust van Newfoundland en Labrador.

Dit is de belangrijkste werpplek voor zadelrobben in het noordwesten van de Atlantische Oceaan – zowel in oppervlakte als aantallen zeehonden.

Bij het monitoren van een gebied als dit zijn vliegtuigjes en helikopters die opereren vanaf schepen onontbeerlijk.­ Speciale zenders bij de kraamkamers helpen onderzoekers om de pups vanuit de lucht te tellen, hun leeftijd te bepalen en hun verplaatsingen bij te houden.

zadelrobben
Jennifer Hayes
Garry Stenson en­ Jessica Foley, onderzoekers van het Canadese ministerie voor Visserij en Oceanen, bekijken de ­populatie zadelrobben vanuit een helikopter boven de Front.
zadelrobben
Jennifer Hayes
Mannetjes vechten in het paar­ seizoen, dat begint zodra de pups zijn gespeend.

Dat is in een goed jaar al best lastig, maar elk werpseizoen wordt het moeilijker, zegt Stenson. Het zee-ijs voor Newfoundland en Labrador­ verslechtert in eenzelfde tempo als dat in de Saint Lawrencebaai.

Leestip: Hoe deze ijsbeer aan de haal ging met de camera van een fotograaf

Niet lang na de start van het onderzoek dreef het ijs tijdens een zware storm van de kust weg, waarna het in­ stukken brak. De pups die dit overleefden werden door de wind naar het oosten geblazen, bij de foerageergebieden­ vandaan.

Zware beproevingen

Stenson, die kort na de reis met pensioen zou gaan, is somber gestemd: ‘Het ijs wordt zwakker, de stormen feller en de beproevingen zwaarder.’ Hoe slecht de vooruitzichten ook zijn, er gloort enige hoop. Aangespoord door hun overlevingsdrang zullen de zadel­robben zich aanpassen en elders op zoek gaan naar ijs.

Uiteindelijk zullen de robben, zo voorspellen Hammill en Stenson, hun jongen werpen in verder noordelijk gelegen gebieden. Deze maand begint in de Saint Lawrencebaai een nieuw werp­ seizoen. Ik zal daar op ze wachten – hopelijk vanaf een dikke laag pakijs.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!