Lange tijd dachten onderzoekers dat Tyrannosaurus rex een wandeltempo had van zeven tot elf kilometer per uur. Nieuw onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam en Naturalis Biodiversity Center wijst echter uit dat de voorkeurssnelheid van de dino een stuk lager lag.
Een staart van duizend kilo
Bewegingswetenschapper Pasha van Bijlert was een van de onderzoekers. ‘Bij eerder onderzoek werd niet gekeken naar de invloed van de staart op het looptempo,’ legt hij uit, ‘terwijl dat het wandelen van deze dino juist uniek maakt.’ T. rex had een enorme staart van bijna duizend kilo.
De staartwervels waren aan de bovenkant met een lange string ligamenten verbonden aan het lichaam. Deze ligamenten zijn te vergelijken met elastieken. Wanneer ze worden uitgerekt, slaan ze energie op; zodra ze ontspannen, komt die energie weer vrij. Bij elke stap die het beest zette, schommelde de staart zo rustig op en neer.
Waarom liep T. rex trager dan we dachten?
Elk bewegend voorwerp, en dus ook de staart van T. rex, heeft een zogenoemde resonantiefrequentie: het tempo waarin de staart ten opzichte van de rest van het lichaam het makkelijkst beweegt, en het de minste energie kost om een beweging te maken. Via een computermodel kon Van Bijlert berekenen dat hierbij voor T. rex een snelheid hoort van rond de 4,6 kilometer per uur, een stuk lager dan eerder werd gedacht.
Volgens de onderzoeker komt deze snelheid een stuk beter overeen met de voorkeurssnelheid van andere dieren. Zo lopen veel tweebenigen, waaronder ook mensen, het liefst tussen de vier en vijf kilometer per uur. ‘Dit betekent echter niet dat T. rex niet sneller kon lopen,’ stelt Van Bijlert. ‘Tijdens het jagen liep de dino waarschijnlijk een stuk harder.’