Op 31 oktober 1589 stroomde het plein van Bedburg, in het keurvorstendom Keulen, vol met toeschouwers. Ze waren samengekomen voor een executie die de geschiedenis in zou gaan als een van de gruwelijkste van haar tijd. De veroordeelde? Een vijftigjarige landeigenaar die volgens de aanklacht een weerwolf was.

Zijn naam was Peter Stumpp. Hij zou tientallen mensen hebben vermoord – onder wie kinderen en zwangere vrouwen – en werd zelfs beschuldigd van kannibalisme. Getuigen verklaarden dat hij de gedaante van een wolf kon aannemen, een bekentenis die hij na zware martelingen zelf zou hebben afgelegd.

Ongekende marteling

Na foltering op de pijnbank legde Stumpp een bekentenis af. De straf was navenant: eerst werd hij met een roodgloeiende tang gevild, daarna geradbraakt – zijn botten verbrijzeld met de botte kant van een bijl – en uiteindelijk onthoofd.

Zijn lichaam belandde op de brandstapel. In het centrum van Bedburg werd een paal opgericht met daarop het rad waarmee hij was gemarteld. Daaraan hing een wolvenpop, met op de punt het afgehakte hoofd van Stumpp gespietst.

Pact met de duivel

Tijdens het proces verklaarde Stumpp dat hij al vanaf zijn twaalfde zwarte magie bedreef en daarmee zijn rijkdom had vergaard. Hij zou een pact met de duivel hebben gesloten en van hem een magische gordel hebben ontvangen. Zodra hij die droeg, veranderde hij naar eigen zeggen in een wolfachtig wezen: groot en sterk, met fonkelende ogen, scherpe tanden, een log lichaam en stevige poten.

Leestip: Werd er echt zo vaak gemarteld in de Middeleeuwen?

Hij bekende veertien kinderen en twee zwangere vrouwen te hebben gedood. Ook gaf hij toe een incestueuze relatie met zijn dochter te onderhouden en gemeenschap te hebben gehad met een succubus – een demon in vrouwelijke gedaante. Eén van zijn slachtoffers zou zijn eigen zoon zijn geweest, van wie hij de hersenen had gegeten.

De weerwolf van Bedburg

De zaak wekte in heel Europa opschudding. Drukkers verspreidden pamfletten waarin het ‘ware en wonderbaarlijke nieuws’ werd beschreven van een boer die door toverkunsten dagelijks urenlang in een wolf veranderde. Pamfletten waren destijds hét medium om sensatieverhalen wijd te verspreiden.

Deze verhalen, vertaald in onder meer het Engels, Nederlands en Deens, spraken tot de verbeelding. Ook andere bronnen, zoals het dagboek van Hermann Weinsberg – een Keuls raadslid – gaven uitvoerige beschrijvingen van de gebeurtenissen rondom de ‘weerwolf van Bedburg’.

Weerwolven in het volksgeloof

Het proces tegen Stumpp was geen op zichzelf staand incident. Verhalen over weerwolven en vampiers maakten in de Middeleeuwen deel uit van het Europese volksgeloof. Ze werden gevoed door angst en onzekerheid, vooral in tijden van hongersnood of wanneer mensen spoorloos verdwenen.

een ingekleurde illustratie van de veroordeling van vermeende weerwolf peter stumpp
Charles Walker/Alamy/ACI
Een Engels pamflet dat werd gepubliceerd in 1590 is een van de belangrijkste bronnen met details over het proces tegen Stumpp. Het bevat illustraties zoals deze. Stumpp wordt afgebeeld als een weerwolf, waarna hij wordt gearresteerd, ondervraagd, gemarteld en geëxecuteerd. Uiteindelijk wordt hij samen met vermeende medeplichtigen verbrand.

Ook in het keurvorstendom Keulen deden dergelijke incidenten zich voor. Kinderen die vee hoedden werden soms door wilde dieren aangevallen, en van landarbeiders die in de bossen verdwenen, werden later slechts aangevreten resten teruggevonden. In zo’n klimaat vonden verhalen over ‘beestmensen’ snel gehoor – en kregen ze een gezicht.

Rancune en wraak

Dat de verdenking juist op Peter Stumpp viel, was veelzeggend. Hij was een rijke herenboer in een periode van hongersnood en daardoor een makkelijk doelwit. Bovendien had de vermeende weerwolf volgens getuigen een manke linkervoorpoot. Stumpp zelf had bij een houthakongeval zijn linkerhand verloren – vandaar zijn bijnaam Stumpp (‘stomp’), zijn echte naam was Abel Griswold.

Leestip: Hoe Roermond in 1613 het centrum van de Nederlandse heksenvervolgingen werd

Hij werd niet alleen veroordeeld. Samen met hem stierven ook zijn dochter Sybilla en boerin Katharina Trump. Uit documenten blijkt dat Katharina tot de rijkste grondbezitters van de regio behoorde. Door haar te beschuldigen van samenzwering met Stumpp, konden plaatselijke autoriteiten haar bezittingen confisqueren. Na hun executie viel het land toe aan de nieuwe landheer, die er vrij over beschikte.

Politieke en religieuze achtergrond

De executie van Stumpp was meer dan een strafzaak: het had een uitgesproken politiek-religieuze lading. In 1577 werd Gebhard Truchsess van Waldburg tot aartsbisschop van Keulen gekozen. Toen hij zich enkele jaren later tot het protestantisme bekeerde en zelfs trouwde, brak een religieus conflict los. In 1584 werd hij vervangen door de katholieke Ernst van Beieren, wat leidde tot de Keulse Oorlog (1583-1589).

Leestip: Wat was het beest van Gévaudan? Het verhaal van een ‘weerwolf’

In 1589, kort na de verwoestingen van die oorlog, nam Werner van Salm-Reifferscheid-Dyck het bestuur van Bedburg over. Hij stuitte op hevig verzet van de grotendeels protestantse bevolking. Om orde en gehoorzaamheid af te dwingen, had hij een afschrikwekkend voorbeeld nodig. Peter Stumpp, met zijn slechte reputatie en welvaart die afgunst wekte, werd de ideale zondebok.

Zijn executie diende niet alleen als straf, maar ook als waarschuwing: een macaber spektakel om de bevolking te intimideren en de macht van de katholieke heersers te onderstrepen.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!