Na ruim een eeuw zoeken denken wetenschappers eindelijk te weten waar de zogenaamde altaarsteen van Stonehenge vandaan komt. Volgens Australisch onderzoek, dat op 14 augustus 2024 werd gepubliceerd in Nature, heeft de zes ton wegende steen in het midden van het megalithisch monument een véél langere reis afgelegd dan voorheen werd gedacht.

Niet uit Wales, maar uit Schotland

Stonehenge, waar jaarlijks duizenden mensen de zomerzonnewende vieren, dateert uit het Neolithicum en wordt omgeven door mysterie. Een van de vragen luidt: waar haalde de vroege mens die gigantische stenen vandaan? Al eerder maakten Britse wetenschappers bekend dat de stenen in de buitenste cirkel uit een gebied zo’n 25 kilometer verderop moeten zijn gekomen. Van de bluestones (blauwe hardstenen) in de binnenste cirkel werd sinds de jaren 20 gedacht dat ze uit Zuidwest-Wales kwamen, ongeveer 225 kilometer van Stonehenge.

De herkomst van de altaarsteen bleef echter onduidelijk, aldus Richard Bevins, aardwetenschapper aan de Aberystwyth University in Wales en een van de auteurs van de studie. ‘Deze steen verschilt duidelijk van de blauwe stenen, zowel in gewicht als grootte, type gesteente en positie binnen het monument,’ vertelt hij. Mogelijk werd de platliggende steen in de prehistorie gebruikt als altaar, vandaar de naam.

Bevins zoekt al 15 jaar naar de oorsprong van de altaarsteen. Door de chemische samenstelling te vergelijken met die van steensoorten in Wales en delen van Engeland, kwam het team tot de conclusie dat de altaarsteen elders vandaan moest komen. ‘Het enige gebied waarmee we een match vonden in onze database, was het noordoosten van Schotland,’ aldus geoloog en geochemicus Nick Pearce, die aan het onderzoek meewerkte. Om precies te zijn het Orcadian Basin, dat enkele duizenden vierkante kilometers beslaat en op sommige plaatsen wel acht kilometer dik is.

Hoe kwam de altaarsteen in Stonehenge terecht?

Het is nog onduidelijk hoe mensen in de steentijd het voor elkaar kregen het 6 ton zware en 5 meter lange blok steen te vervoeren, en dat over een afstand van wel 750 kilometer. Een van de theorieën luidt dat de stenen van Stonehenge op natuurlijke wijze zouden zijn verplaatst door gletsjers. Maar op basis van de beweging van gletsjers over de Britse eilanden ‘is het vrijwel onmogelijk dat een blok zandsteen van die grootte door ijs van Noord-Schotland naar Stonehenge zou zijn verplaatst’, aldus geomorfoloog David Nash, die niet bij het onderzoek betrokken was.

Ook lijkt verplaatsing door mensen over land onwaarschijnlijk: Schotland is bergachtig en Groot-Brittannië was in de tijd van de bouw van Stonehenge – 5000 jaar geleden – sterk bebost. De auteurs van de Australische studie opperen dat het blok over zee is verplaatst. Er is bewijs gevonden dat mensen in deze tijd ook andere zware objecten over zee verplaatsten, waaronder vee, en dat ze stevige boten hadden om tussen eilanden te reizen.

Nog niet uitgelezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.