Water. Zoet, helder, drinkbaar water. Ruim drie jaar kost het me al de grootste moeite om het te vinden, waar ik ook kom. Ik wandel de wereld rond, in het verdwenen voetspoor van de mensen die in de steentijd over de aardbol uitzwermden. In Ethiopië, het beginpunt van mijn reis, liep ik van kamelendrinkplaats naar modderpoel. In de Hidjazwoestijn in Saudi-Arabië ploeterde ik van oase naar oase. In de Kaukasus verging ik van de dorst terwijl ik omringd was door water – in de vorm van keihard ijs. Maar wat ik nu meemaak, is nieuw: iemand heeft mijn voorraad opgegraven en ontvreemd. Zestig liter kostelijk water lag er in die kuil. Mijn water. De djinns hebben mijn water gepikt in de Kyzylkum. Wat djinns zijn?

Dolende geesten, volgens de steppenomaden, die de eindeloze vlakten van Centraal-Azië afschuimen en reizigers dwarszitten of juist helpen. De geesten vliegen ’s nachts wel honderden kilometers ver, zeggen de herders. Of ze nemen de gedaante aan van een slang of wolf.

Marco Polo beschrijft op zijn tocht door de Lopwoestijn in het westen van China hoe reizigers bij hun karavaan worden weggelokt door sluwe djinns die hen bij de naam roepen. Zo’n reiziger “raakt dan zozeer op een dwaalspoor dat hij nooit meer de weg terugvindt. Velen zijn daardoor al omgekomen.”

De Kyzylkum ligt tussen Kazachstan en Zuid-Oezbekistan en beslaat een gebied zo groot als Italië. 2200 jaar lang werden in deze roemruchte woestijn karavanen uitgedund op hun weg langs de zijderoute, de beroemdste handelsweg uit de geschiedenis. Ook nu nog is het doorkruisen van de zongeblakerde vlakte vol doornstruiken een helse beproeving. Mij zinkt in elk geval de moed in de schoenen.

National Geographic Fellow Paul Salopek voedert zijn ezel Mouse na een lange dag sjouwen door de Kyzylkumwoestijn in Oezbekistan In het zand liggen potscherven van de karavanen die hier eeuwenlang voorbijtrokken Het verhaal van zijn wereldreis is online te volgen via OutofEdenWalkorg en Twitter PaulSalopek
National Geographic Fellow Paul Salopek voedert zijn ezel Mouse na een lange dag sjouwen door de Kyzylkumwoestijn in Oezbekistan. In het zand liggen potscherven van de karavanen die hier eeuwenlang voorbijtrokken. Het verhaal van zijn wereldreis is online te volgen via OutofEdenWalk.org en Twitter (@PaulSalopek).
John Stanmeyer

Eerst een paar mythen over de zijderoute doorprikken. Het was geen vaste route. Er waren niet eens wegen. In werkelijkheid was het een wijdvertakt netwerk van duizenden kamelensporen, nauwe bergpassen, met torens versierde karavanserais, zeehavens, rivierbazaars en eenzame steenstapels in de woestijn (op oogafstand van elkaar geplaatste herkenningspunten), dat de verbinding vormde tussen de twee economische grootmachten uit de Oudheid: het Han-Chinese en het Romeinse rijk.

Het geografische kruispunt lag in Centraal-Azië, waar tussenhandelaren welvarende koninkrijken stichtten, en van daaruit ging koopwaar alle kanten op. Naar de Russische vorstendommen in het noorden. Naar Perzië en de Indus in het zuiden. Naar Constantinopel in het westen en Xi’an in het oosten. Dit handelsnetwerk verknoopte de levens van tientallen miljoenen mensen, van Afrika tot Zuidoost-Azië.

De zijderoute was geen kamelenspoor door de steppen. Het was een idee: mondialisering avant la lettre. Zijde was gewoon een merknaam. In onze tijd lijkt het islamitische Centraal-Azië, het hoofdtoneel van de geschiedenis van de zijderoute, nauwelijks een rol te spelen in het wereldnieuws.

De dunbevolkte, onderontwikkelde en veelal dictatoriaal bestuurde voormalige Sovjet-republikeinen waar de karavanen destijds doorheen trokken, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan, Kirgizië – krijgen nauwelijks aandacht van buitenaf. De reizigers die hier komen zijn nostalgietoeristen, romantische zielen op zoek naar glorie die reeds was vergaan toen Columbus nog moest worden geboren.

Maar die verstofte reputatie is bedrieglijk. Het scharnierpunt van Azië, waar machtige heersers vroeger vochten om de rijkdommen van de zijderoute, is ook in de 21ste eeuw een geopolitiek strijdtoneel. De Verenigde Staten, China en Rusland hebben elk hun eigen belangen in de regio: de strijd tegen moslimterrorisme, de aanleg van lucratieve handelswegen, de toegang tot energievoorraden.

Deze tekst bevat enkele fragmenten uit de oorspronkelijke reportage. Het hele verhaal kunt u lezen in het decembernummer van National Geographic Magazine.