In de Middeleeuwen maakt de stad ‘Cruoninga’ deel uit van het bisdom Utrecht, maar de inwoners verzetten zich daartegen. Nee, de Groningers nemen liever hun Friese buren als voorbeeld, die over zelfbestuur beschikken. Het is de opmaat naar een zelfstandige Hanzestad, die pas in de zestiende eeuw formeel een landsheer zal erkennen.
De plannen van Karel de Grote
Groningen wordt gebouwd op de Hondsrug, een opgestuwde zandverhoging op de grens van Drenthe en de zompige Friese veengebieden. Het is het leefgebied van de Friezen, een weerbarstig volk dat de Romeinse overheersing af weet te houden. Uiteindelijk worden de Friezen in de achtste eeuw opgenomen door het Frankische Rijk, geleid door keizer Karel de Grote. Hij gaat in Groningen over tot twee maatregelen: kerstening en feodalisme.
Het eerste slaat aan in de Friese gebieden, waar de stad Groningen deel van uitmaakt. Hoewel de Friezen zich aanvankelijk weinig aantrekken van de gestuurde missionarissen, krijgt het christendom geleidelijk voet aan de grond. Door de afwezigheid van lokale landadel worden de kloosters al snel culturele en bestuurlijke machtscentra.
Friese Vrijheid voor Groningen
De invoering van het feodalisme is echter minder succesvol. De standenmaatschappij vindt onder de zelfstandige boerencommunes weinig aftrek. Groningen wordt omringd door de Ommelanden, het Friese platteland waar in de Vroege Middeleeuwen vooral boeren en kloosters zijn gevestigd. De Ommelanden zijn in de praktijk autonoom en worden bestuurd door dorpen, welgestelde families en boeren.
Leestip: Waren middeleeuwse steden echt zo vies als we denken?
Enkele hertogen die de Friezen onder hun bewind proberen te krijgen worden gedood, waarna koning Willem II de Friese gebieden in 1248 formeel de zogenoemde Friese Vrijheid schenkt. De invoering van het feodale systeem is daarmee definitief van de baan en het zou tot omstreeks 1500 duren totdat Groningen formeel een landsheer erkent.
Strijd tussen bisschop en stad
Door de afwezigheid van landheren verkrijgt de kerk al snel voet aan de grond in de Friese gebieden. Zo wordt Villa Cruoninga in 1040 in het graafschap Drenthe in leen gegeven door Hendrik III, de keizer van het Heilige Roomse Rijk. Daarmee is het de oudst bekende schriftelijke vermelding van Groningen,
Deze gift betekent dat de bisschop van Utrecht de geestelijke en wereldlijke macht in Groningen krijgt. Hij mag recht spreken, tol innen en munt slaan. De bisschop benoemt vervolgens een prefect om in zijn naam over Groningen te regeren. Door de afstand tussen Utrecht en Groningen zou er echter nooit een nauwe band tussen de steden ontstaan, en al snel trekt Groningen zijn eigen plan.
Leestip: Hoe zag het leven in een middeleeuwse stad eruit?
De relatie tussen de bisschop van Utrecht en Groningen is broos. Groningen ziet zichzelf steeds meer als rijksstad: een stad met zelfbestuur die alleen aan de keizer van het Heilige Roomse Rijk verantwoording verschuldigd is. Groningen rebelleert meer dan eens tegen zijn bisschop, wat leidt tot de Fries-Drentse Oorlog (1228-1232). Deze wordt gewonnen door de stad, waarna de bisschop langzaam zijn invloed in Groningen verliest. Vanaf dat moment kiezen de poorters van Groningen zelf hun burgemeester.
Groningen breidt uit
Rond de dertiende eeuw ontwikkelen de Friese kloosters een techniek om bakstenen te vervaardigen. Baksteen is veel goedkoper dan de tot dan toe gebruikte tufstenen, die uit de Eifel naar Groningen worden vervoerd.
Met de invoering van de ijzerrijke, rode baksteen kunnen ook Groningse patriciërs en rijke poorters voortaan stenen huizen bouwen. Rond 1260 bouwt Groningen ook een stenen stadsmuur boven op de bestaande aarden stadswal, compleet met poorten en torens.
Welvaart door Hanzehandel
De stad treedt in de veertiende eeuw toe tot het Hanzeverbond, een samenwerkingsverband van Noord- en Oost-Europese handelssteden. Deze steden maken prijsafspraken met elkaar en gebruiken elkaars havens en pakhuizen om een zo groot mogelijk handelsmonopolie te verkrijgen.
Voor Groningen was dit, door haar ligging aan het Reitdiep en de wegen naar de Duitse gebieden, een kans om veel geld te verdienen. Er worden havens, kades en kranen gebouwd, en binnengekomen goederen worden opgeslagen in grote pakhuizen bij de haven. Groningse kooplieden verhandelen op hun beurt huiden, wol, graan en kaas naar Engeland en Duitsland tot Denemarken en Rusland aan toe.
De invloed in de regio neemt toe
Hoewel de stad Groningen zich meer verbonden voelt met de rebelse Friezen dan met de Drentse aanhangers van de bisschop, bemoeit de stad zich weinig met de Friese Ommelanden. De internationale Hanzehandel is immers belangrijker dan het lokale platteland.
Leestip: Hoe zagen middeleeuwse huizen eruit?
In 1482 komt daar verandering in: de stad verwerft het stapelrecht, waardoor de omwonende boeren verplicht zijn hun goederen in Groningen aan te bieden. Groningen kan hier belasting over heffen, waardoor concurrerende steden hun inkomsten zien dalen. Groningen wordt regionaal steeds belangrijker, en zou dit in de zestiende eeuw beloond zien worden met een eigen zetel in de Staten-Generaal.
Zichtbare sporen van het middeleeuwse Groningen
Er zijn tegenwoordig nog steeds sporen van het middeleeuwse verleden in Groningen te vinden. Zo stamt pakhuis Libau aan de Hoge der Aa nog uit de Hanzetijd. Ook het Hinckaertshuis en het Gotisch huis, waar momenteel het Noordelijk Scheepvaartmuseum is gevestigd, stammen uit de Middeleeuwen. Bij het Pepergasthuis, in de straat Achter de Muur, kun je tegenwoordig nog een stuk van de middeleeuwse stadsmuur bewonderen.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!