Dit verhaal verscheen in National Geographic Historia editie 1, 2019.
Al in de 16de eeuw ontstond het idee om een mechaniek te ontwikkelen waarmee het schrijven naar een hoger plan kon worden getild. Sommige van de eerste prototypen waren bedoeld voor blinden, zoals het toestel voor het ‘tastschrift’, een uitvinding uit 1575 van de Venetiaanse drukker en uitgever Francesco Rampazetto. In 1808 vervaardigde Agostino Fantoni ook een machine voor zijn zus, de blinde gravin Carolina Fantoni da Fivizzano. Zo kon ze haar gepassioneerde liefdesbrieven schrijven zonder ze aan iemand te hoeven dicteren.
In de 19de eeuw hielden tientallen uitvinders zich met schrijfmachines bezig. De uiteenlopendste apparaten werden verzonnen, van het pianoachtige ‘schrijfklavecimbel’ van Ravizza uit 1856 (de eerste schrijfmachine die werkte met hamertjes om de letters aan te slaan), tot de Skrivekugle (‘schrijfkogel’) van de Deense predikant Rasmus Malling-Hansen (1865). Dat was de eerste schrijfmachine die enig commercieel succes had.
De typemachine zoals wij die kennen, hebben we te danken aan Christopher Latham Sholes, een Amerikaanse uitgever, journalist, uitvinder en politicus. Samen met twee bevriende uitvinders, Carlos Glidden en Samuel W. Soule, ontwikkelde hij een oermodel, waarop ze op 23 juni 1868 een patent verkregen.
Soule en Glidden stapten uit het project, maar Sholes ging een samenwerking aan met zakenman James Densmore. De ondernemer was enthousiast geraakt toen hij voor het eerst een op het prototype getikte brief onder ogen kreeg, waarop hij Sholes financiële ondersteuning aanbood.
Het definitieve model
Sholes en Densmore brachten diverse verbeteringen aan in het ontwerp. Het project liep steeds meer vertraging op, en herhaaldelijk stond Sholes op het punt er de brui aan te geven. Densmore wist hem steeds te overtuigen om vol te houden. Toen ze in 1873 oordeelden dat ze eindelijk een definitief prototype hadden, verkochten ze de rechten aan een bedrijf dat de machine in productie kon nemen en ook in staat was om efficiënte mechanieken te maken met onderling uitwisselbare onderdelen: de naaimachine en wapenfabriek Remington in New York.
In juli 1874 bracht Remington de eerste duizend exemplaren op de markt. Door een toets aan te slaan werd een hamertje in beweging gebracht. De hamertjes of letterarmen waren in een halve cirkel geplaatst en zorgden er op hun beurt voor dat er via een inktlint een letter op papier kwam te staan. De machine had een wagen die bij elke toetsaanslag een stukje van rechts naar links verschoof, en een rol met daaromheen het vel papier. De wagen werd terug bewogen door met de voet een pedaal te bedienen, te vergelijken met dat van een naaimachine. Sholes is ook de bedenker van het QWERTY toetsenbord, dat wij tot op de dag van vandaag gebruiken. De gedachte achter dit toetsenbord zou zijn geweest dat zo wordt voorkomen dat de hamertjes in elkaar verstrikt raken, maar niemand weet het zeker. De eerste schrijfmachine had alleen hoofdletters.
Een van de eersten die 125 dollar voor het apparaat over had (omgerekend duurder dan een krachtige pc nu), was de schrijver Mark Twain. Hij ging er prat op dat hij ‘de eerste mens op aarde’ was die de nieuwe vinding gebruikte om een literair manuscript te vervaardigen. Hij klaagde dat hij maar moeilijk aan het apparaat kon wennen, maar hij was zich bewust van de voordelen ervan: ‘Hij drukt de letters sneller af dan ik kan schrijven, ik kan achterovergeleund op mijn stoel zitten en toch doorwerken, en er passen een enorme hoeveelheid letters op een bladzijde.’ Ook waardeerde de schrijver van Tom Sawyer het dat hij nu kon werken ‘zonder inktvlekken te maken’ en dat hij met de machine veel minder schrijfpapier nodig had dan wanneer hij met de pen schreef.
Het eerste model had nog onvolkomenheden, die mettertijd werden opgelost. Aanvankelijk kon je tijdens het typen niet zien wat je schreef, later kwam daarin verandering. Ook werd het mogelijk om zowel kleine als hoofdletters te gebruiken. Na een traag begin werd de schrijfmachine toch een commercieel succes. Uiteindelijk werd zij een gebruiksvoorwerp dat in kantoren en huizen over de hele wereld was te vinden – tot de computer de schrijfmachine naar de geschiedenis verwees.
Dit verhaal verscheen in National Geographic Historia editie 1, 2019.