Archeologen hebben aan de hand van laserbeelden van een afgelegen gebied in het noorden van Guatemala ruim zes meter hoge muren en wachttorens ontdekt, evenals ander bewijs dat de oude Maya-gemeenschappen jarenlang op grote schaal oorlog met elkaar voerden. De vondsten werpen een nieuw licht op de Maya-beschaving. Daarvan bestond lange tijd het beeld dat die zich voornamelijk bezighield met het temmen van het oerwoud en het bouwen van bloeiende steden, om daarna ten onder te gaan en te verdwijnen onder de dichte begroeiing van het regenwoud.
Een van de meest opvallende ontdekkingen was een groot burchtcomplex dat inmiddels La Cuernavilla is gedoopt. De zwaar verstevigde vesting die is gelegen op een steile helling tussen de Maya-steden El Zotz en Tikal, was onder meer voorzien van hoge muren, een slotgracht, wachttorens en opslagplaatsen van ronde stenen die vermoedelijk waren bedoeld als munitie voor katapulten van strijders. Het is het grootste verdedigingswerk dat ooit in het gebied werd ontdekt. “Mogelijk is het zelfs het grootste van alle oude culturen in Noord- en Zuid-Amerika,” stelt Stephen Houston, een archeoloog aan de Amerikaanse Brown University die is gespecialiseerd in de Maya-cultuur.
Het bestaan van de citadel van Cuernavilla en andere pas ontdekte bouwwerken die specifiek voor oorlogsdoeleinden waren gebouwd, maakt duidelijk dat er op grote schaal en systematisch oorlogen werden gevoerd gedurende een groot deel van het bestaan van de oude beschaving.
“Dat was een verrassing,” vertelt Houston. “We hadden voorheen een nogal romantisch beeld van oorlogsvoering door de Maya's. We dachten dat gevechten vaak ritueel waren en dat die zich vooral voordeden toen de beschaving ten einde liep. Maar de vestingwerken die we nu zien, wijzen erop dat er eeuwenlang stevige conflicten werden uitgevochten. Heersers waren kennelijk zo bezorgd over hun verdediging dat ze het nodig vonden om te investeren in dit soort hooggelegen bolwerken. De angst die uit dit landschap spreekt is bijna voelbaar.”
In februari 2018 had National Geographic de primeur van het verhaal over het PACUNAM LiDAR Initiative, een zeer uitgebreid onderzoek vanuit de lucht naar een gebied van circa 2100 vierkante kilometer van het Maya-biosfeerreservaat in het noorden van Guatemala. Met behulp van revolutionaire lasertechnologie werden tijdens het onderzoek de lang verborgen gebleven ruïnes ontdekt van een wijdverbreide precolumbiaanse beschaving. Deze was veel complexer en had veel meer onderlinge verbanden dan de meeste Maya-deskundigen hadden verwacht.
Aan de hand van de nieuwe high-tech-schatkaarten ging het LiDAR-team afgelopen jaar op pad in het oerwoud om veldonderzoek te doen op meer dan tien van de meest veelbelovende locaties. De meeste daarvan waren zonder LiDAR onopgemerkt gebleven.
“Je kunt over een heel belangrijke ruïne lopen zonder dat je dat weet,” vertelt Thomas Garrison, die als archeoloog werkzaam is het Amerikaanse Ithaca College en die deel uitmaakt van het PACUNAM-projectteam. “LiDAR ziet de patronen en zorgt dat eigenschappen verbluffend goed te zien zijn.”
De driedimensionale kaarten die tijdens het onderzoek worden gegenereerd, leverden al verrassende resultaten op bij het onderzoek naar Tikal, de grootste archeologische locatie in Guatemala, waarnaar ook het meest uitgebreide onderzoek is gedaan. De oude stad was minstens vier keer zo groot als eerder werd gedacht, en bleek deels omringd door een enorme gracht en kilometerslange stadsmuren.
Bovendien werden in Tikal twee grote piramiden ontdekt. Voorheen werd gedacht dat de verhogingen bij het natuurlijke landschap hoorden, maar dankzij de nieuwe gegevens werden ze alsnog herkend. De grootste van de twee piramiden is waarschijnlijk een belangrijk ceremonieel bouwwerk, aldus onderzoekers. Mogelijk bevat deze de tombe van een invloedrijke koning.
Aan de hand van de nieuwe kaarten werden ook twee eerder onbekend gebleven nederzettingen ontdekt langs een oude, verhoogde doorgaande weg die loopt vanaf het noorden van de Maya-stad La Corona naar Calakmul, dat nu in Mexico ligt, maar ooit de hoofdstad was van de Slangenkoningdynastie. Uit die ontdekking valt af te leiden dat La Corona een belangrijke rol speelde in het verstevigen en verspreiden van de invloed van de Slangenkoningen naar de laaggelegen Maya-regio. Dat leidde er uiteindelijk toe dat zij het machtige Tikal in 562 n.Chr. veroverden.
“Dankzij ontcijferde hiërogliefen zijn we veel te weten gekomen over de hoofdrolspelers in dit Game of Thrones-achtige drama,” vertelt Garrison. “LiDAR laat ons nu de achtergrond zien waartegen dat drama zich afspeelde.”
Archeologen benadrukken dat LiDAR weliswaar heel nuttig is, maar dat de technologie niet onder de grond kan kijken, of kan bepalen wanneer gebieden werden bewoond. “We moeten ons nog steeds een weg zien te banen en graven door het oerwoud, maar we hebben nu wel een hele goede kaart waarmee we op pad kunnen,” vertelt Francisco Estrada-Belli, een archeoloog van Tulane University en een National Geographic Explorer. Dankzij zijn opgravingen van koninklijke tombes waren onderzoekers in staat om koninklijke familieverbanden en tijdslijnen te reconstrueren.
De eerste fase van het LiDAR Initiative leverde de grootste dataset ooit op voor archeologisch onderzoek, maar de medewerkers van het project en andere onderzoekers vragen nu al om meer.
In de zomer gaat een tweede fase van gegevensverzameling van start, vertelt Marianne Hernandez, de directrice van PACUNAM. De onderzoekers hopen dat ze uiteindelijk het gehele Maya-biosfeerreservaat in kaart kunnen brengen. Dit gebied maakte deel uit van een stelsel van precolumbiaanse nederzettingen dat zich naar het noorden uitstrekte tot aan de Golfkust van Mexico.
“Nu we steeds meer te weten komen, zal denk ik steeds duidelijker worden dat de Maya-beschaving even vitaal en bruisend was als de culturen die op het moment gezien worden als de belangrijkste van de oudheid,” aldus Hernandez. “Nu zijn we bezig om meer medewerkers in te schakelen, waardoor we meer kunnen doen en meer kunnen profijt kunnen hebben van ons werk. Dit is pas het begin, een opstapje naar nog tientallen jaren van verder onderzoek.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com