Verdronken steden zijn geen legende. Over de hele wereld liggen resten van nederzettingen die letterlijk door de zee zijn opgeslokt. Hoe konden complete steden verdwijnen? En wat vertellen deze verzonken plekken ons over het leven in de Oudheid?
Tijdens de laatste ijstijd, 30.000 tot 20.000 jaar geleden, stond de zeespiegel zo’n 130 meter lager dan nu. Toen de ijskappen smolten, steeg het water in rap tempo en verdwenen talloze nederzettingen onder de golven. Vier van die eeuwenoude steden werden pas millennia later opnieuw ontdekt.
1. Pavlopetri, de oudste verdronken stad
In het zuiden van het Griekse schiereiland Peloponnesos ontstond rond 3500 v.C. een neolithische nederzetting die zou uitgroeien tot een belangrijk handelscentrum voor de Myceense beschaving (1650-1180 v.C.). Door aardbevingen en tsunami’s begon de site, die Pavlopetri wordt genoemd, geleidelijk te zinken. Ruim 3000 jaar geleden verdween de stad in de Middellandse Zee.
Leestip: Hoe de middeleeuwse stad Reimerswaal werd opgeslokt door de zee
Duizenden jaren lang lagen de resten vier meter onder water verborgen en bedekt met een dikke laag zand voor de kust van het eiland Laconia. Oceanograaf Nicholas Flemming ontdekte de structuren in 1967 per toeval.
Pavlopetri had drie hoofdwegen die de ongeveer 50 rechthoekige gebouwen – elk met een open binnenplaats – met elkaar verbonden. Ook werden er grote hoeveelheden minoïsche weefgewichten gevonden, wat erop wijst dat Pavlopetri een levendige textielindustrie kende.
2. Phanagoria, in de Zwarte Zee
Rond 540 v.C. stichtten Ionische Grieken die waren gevlucht uit het Perzische Rijk een stad aan de kustlijn van de Zwarte Zee, vlak bij het hedendaagse Krasnodar (Rusland). De stad, Phanagoria genoemd, werd in de vierde eeuw v.C. onderdeel van het Bosporuskoninkrijk.
Ook toen de Romeinen het gebied innamen bleef de stad welvarend, maar in het eerste millennium n.C. keerde het tij. Door aardbevingen en vulkaanuitbarstingen verzwakte de ondergrond onder de stad en begon Phanagoria te zinken. Een deel overstroomde, de rest werd geteisterd door invasies.
In 2004 werden de resten van een massieve constructie ontdekt. Mogelijk ging het om een vuurtoren of wachttoren uit de derde en vierde eeuw n.C. In 2012 vonden onderzoekers een deel van de haven en een oorlogsschip uit de eerste eeuw v.C. dat perfect bewaard was gebleven.
3. Twee verloren zeehavens van Egypte
Twee van de belangrijkste havens van het oude Egypte verdwenen zo’n 1200 jaar geleden onder water. Wetenschappers denken dat zowel Thonis als Canopus, gelegen in de Nijldelta, ten onder gingen aan een stijgende zeespiegel en aanhoudende seismische activiteit.
In 2000 lokaliseerde onderwaterarcheoloog Franck Goddio de ruïnes van Thonis, inclusief de beroemde tempel van Amon, waarvan de ingang bewaakt werd door drie enorme standbeelden van zo’n vijf meter hoog. In de stad, die al bestond in de achtste eeuw v.C., werden verder resten gevonden van grachten, tempels, talloze schepen en honderden stenen ankers.
Leestip: Deze 5 verdronken dorpen in Zeeland vielen ten prooi aan de zee
Canopus was een belangrijk spiritueel centrum in ptolemeïsch Egypte. Pelgrims van de hele wereld trokken naar Canopus om te bidden bij de monumentale tempel voor de godheid Serapis. In 1933 werd het eerste archeologische onderzoek naar de vindplaats uitgevoerd door de Egyptische wetenschapper en prins Omar Toussoun. In 1999 wist het team van Goddio te bevestigen dat het ging om de verloren stad Canopus.
4. Epidaurus: een huis aan zee
De Griekse stad Epidaurus, wereldwijd bekend vanwege het grote amfitheater, was een van de belangrijkste handelshavens op het schiereiland Argolís. In de Romeinse tijd werden er meerdere villa’s gebouwd aan de vruchtbare kustlijn.
Leestip: Deze 6 dorpen verdwenen onder water – hun ruïnes zie je nog steeds
Een van deze Romeinse villa’s kwam in de vijfde eeuw n.C., iets meer dan een jaar nadat het gebouwd was, onder water te staan in de Baai van Agios Vlasios. Op slechts 45 meter uit de kust en op twee meter diepte vind je de ruïne van de villa, die bestaat uit drie ruimten.
Een daarvan was een grote opslagkamer met daarin ongeveer twintig dolia: gigantische kleien potten die werden gebruikt om grote hoeveelheden wijn op te slaan en te fermenteren. Een andere ruimte bevatte een wijnpers, en een derde ruimte was mogelijk een badhuis.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!