Archeologen hebben in hun speurtocht naar het verre verleden een verrassende bondgenoot: bomen. Met behulp van de dendrochronologie, het wetenschappelijk onderzoek naar boomringen (jaar- of groeiringen van bomen), kunnen ze aan de hand van de informatie die in het oeroude hout van bomen is vastgelegd de ouderdom van archeologische vindplaatsen precies vaststellen. De methode werd oorspronkelijk ontwikkeld door klimaatwetenschappers, maar is nu ook van onschatbare waarde voor archeologen, die met behulp van dendrochronologieën van vierduizend locaties op zes continenten tot bijna 14.000 jaar in de prehistorie kunnen terugkijken.

De stam van bomen groeit niet altijd gelijkmatig. Hoewel een boom elk jaar een nieuwe buitenlaag en daarmee een groeiring aan zijn stam toevoegt, is die groei sterk afhankelijk van klimaatomstandigheden. Onder ideale condities groeien bomen snel en voegen jaarlijks brede groeiringen aan hun stam toe. Maar in tijden van droogte, koude in lente en zomer, en andere ongebruikelijke omstandigheden voegen ze smalle jaarringen toe.

Begin vorige eeuw begon de astronoom Andrew Ellicott Douglass boomringen in het Amerikaanse zuidwesten te bestuderen omdat hij wilde weten hoe zonnevlekken het klimaat op aarde zouden kunnen beïnvloeden. Toen hij zich realiseerde dat de groeiringen van bomen in een bepaald gebied allemaal hetzelfde patroon vertoonden, besloot hij ze te gebruiken als ‘archief’ van het historische klimaat in dat gebied.

In boomringen wordt niet alleen de ouderdom van de boom vastgelegd maar ook de omstandigheden waaronder hij groeide De groeiringen van deze reuzensequoia of redwood verraden een leeftijd van ruim duizend jaar elke ring staat voor een jaar van groei sinds het jaar 909
In boomringen wordt niet alleen de ouderdom van de boom vastgelegd, maar ook de omstandigheden waaronder hij groeide. De groeiringen van deze reuzensequoia of redwood verraden een leeftijd van ruim duizend jaar: elke ring staat voor een jaar van groei sinds het jaar 909.
Paul Zahl, Nat Geo Image Collection

Douglass breidde zijn onderzoek uiteindelijk uit van levende bomen naar hout dat was gebruikt op vindplaatsen van de Pueblo-indianen. Hij begon meerdere reeksen van boomringen achter elkaar te leggen om zo een regionale chronologie te creëren. Aan de hand daarvan kon hij de ouderdom van archeologische Pueblo-nederzettingen vaststellen. Dankzij zijn onderzoek, dat deels werd gefinancierd door de National Geographic Society, werd de eerder vermoede datering van deze nederzettingen teruggebracht tot verder in het verleden = en begonnen archeologen hun opgravingsresultaten op een nieuwe manier te bekijken. (Lees meer over andere technieken die archeologen gebruiken om vindplaatsen en voorwerpen te dateren.)

Tegenwoordig is de dendrochronologie van groot belang voor het dateren van archeologische vindplaatsen en voorwerpen. De term is ontleend aan de Griekse woorden voor ‘boom’ (dendron) en ‘tijd’ (chronos).

BOOM VAN LAKE WANAKA WANAKA NIEUWZEELANDDeze eenzame wilg lijkt uit de diepten van Lake Wanaka in NieuwZeeland te verrijzen en heeft talloze bezoekers aan het Zuidereiland gefascineerd Lake Wanaka ligt aan de rand van het Mount Aspiring National Park waar bezoekers die bereid zijn de bergschoenen aan te trekken van fraaie uitzichten over het Alpenlandschap kunnen genieten

Telkens wanneer archeologen bij opgravingen op oude stukken hout stuiten, maken ze hetzij een volledige dwarsdoorsnede van het hout of halen er een dwarsgerichte boorkern uit en proberen de jaarringen in het hout aan te laten sluiten op regionale chronologieën, om zo de ouderdom van de vindplaats te bepalen. Hout uit verschillende tijdperken kan duiden op meerdere golven van bouwactiviteiten op een bepaalde plek of – als het hout niet ter plekke werd gekapt – op patronen van migratie en handel.

In sommige gebieden is de dendrochronologie van groter nut dan in andere. Zo vertonen de groeiringen van bomen uit de tropen geen duidelijke seizoensgebonden patronen, waardoor de methode in tropische gebieden problematisch is. Ook moet het hout goed bewaard zijn gebleven om het te kunnen bestuderen. Bovendien gebruikten oude volkeren niet altijd hout voor hun bouwwerken, waardoor archeologen worden beroofd van een belangrijk instrument voor het bestuderen van hun beschaving.

De dendrochronologie wordt nu in allerlei disciplines toegepast, waaronder de klimatologie en de kunstgeschiedenis. Chronologieën van boomringen worden zelfs gebruikt om koolstofdateringen te kalibreren. In centra als het Laboratory of Tree-Ring Research van de University of Arizona wordt lopend onderzoek gedaan en worden onderzoekers opgeleid.

Naarmate er meer en meer dendrochronologische databases worden opgebouwd, beseffen wetenschappers hoe belangrijk ze kunnen zijn. Onlangs is gebleken dat bepaalde boomringpatronen samenvallen met historische verslagen van droogteperioden en hebben andere reeksen veel informatie prijsgegeven, van veranderend bosbeheer door inheemse volken in het centrum van het Amazonegebied tot klimaatpatronen die van invloed waren op de opkomst en ondergang van het Romeinse Rijk. Dankzij de dendrochronologie werken wetenschappers van verschillende wetenschappelijke disciplines nu met elkaar samen en is gebleken hoe waardevol boomringen kunnen zijn voor het verkrijgen van inzicht in de vindplaatsen die zij bestuderen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het Engels op NationalGeographic.com