Dit artikel verschijnt in de december 2018 editie van National Geographic Magazine.
De Royal Botanic Gardens in Kew aan de Theems biedt bezoekers van Londen de kans om even op adem te komen. De tuin, tien kilometer buiten het stadscentrum, herbergt duizenden planten die zijn verzameld in alle uithoeken van het voormalige Britse Rijk. Een wandeling langs de rododendrons uit de Himalaya en grassoorten uit Tasmanië laat goed zien hoe sterk de verbondenheid van Groot- Brittannië met de rest van de wereld was.
Toch kun je in Kew niet helemaal aan het tumult van het moderne leven ontsnappen. Wanneer ik een gigantische, eeuwenoude eikenboom bewonder die in de tijd van koningin Victoria uit Iran werd meegenomen, zet een reeks vliegtuigen de landing in; de tuinen liggen pal onder de aanvliegroutes van Heathrow. Met een interval van 27 tot veertig seconden – de medewerkers van de botanische tuinen weten het precies – strijken ze neer op het drukste vliegveld met twee landingsbanen ter wereld. Op bepaalde tijdstippen zijn het net ‘vliegen die op stroop afkomen,’ aldus een beroepspiloot die vertelt over Heathrows verkeersopstoppingen in Londoners, Craig Taylors oral history van Londen.
Als vliegen op stroop: met ruim 8,8 miljoen inwoners is Londen groter en rijker dan ooit tevoren, en naar verwachting komen er voor 2050 nog twee miljoen mensen bij. Na drie decennia van bevolkingsgroei is Londen van een bleke grande dame getransformeerd in een prominente wereldstad, een toonaangevend financieel centrum met een razendsnel groeiende economie.
De groei heeft een bouwwoede aangewakkerd met enkele van de grootste revitalisatieprojecten die Europa ooit heeft gekend. Zo wordt er onder de Theems een nieuw ‘superriool’ aangelegd, zodat rioolwater niet meer ongezuiverd de rivier in stroomt. Daarnaast zal de Londense skyline worden uitgebreid met vijfhonderd hoge gebouwen, en dat terwijl de stad lang terughoudend is geweest met de bouw van wolkenkrabbers. Naar verwachting wordt volgend jaar de Elizabeth Line geopend, onderdeel van het ondergrondse hogesnelheidsnet Crossrail. Dat zeventien miljard euro kostende project is aangelegd om de Tube, het oudste metrostelsel ter wereld, te ontlasten. Met 41 stations, waaronder tien nieuwe, krijgt West-Londen een betere verbinding met het opkomende oosten van de stad en worden sommige reistijden gehalveerd.
In het centrum worden industriegebieden omgetoverd tot wijken met veel openbare ruimten, waarbij er bijzondere aandacht is voor voetgangers. Een andere beleidskeuze zou weleens een nieuwe trend kunnen inluiden: lokale ondernemers genieten er de voorkeur boven winkelketens. King’s Cross, ooit een belangrijk spoorwegknooppunt in het vervoer van kool en graan, maar later vooral bekend om de prostitutie en drugs, heeft de afgelopen twintig jaar een grondige metamorfose ondergaan. Hieronder vallen de vernieuwing van de treinstations King’s Cross en St. Pancras, een nieuwe campus voor een hogeschool voor kunst en design, concertzalen en zowel betaalbare als luxe woningen. Vorig jaar is Google begonnen met de bouw van een enorm kantoor voor zevenduizend werknemers, Facebook heeft plannen zich in een pand ernaast te vestigen, met plaats voor zesduizend man.
Zeven kilometer verderop, ten zuiden van de Theems, zal Apple het ketelhuis betrekken van de historische voormalige kolencentrale Battersea Power Station, dat het pronkstuk moet worden van de chique wijk Nine Elms, waar ook een groot park komt en die zich met de New Covent Garden Market wil positioneren als het ‘voedselkwartier’ van de stad. Dat Google en Apple zich hier zo prominent vestigen, wordt gezien als uiting van vertrouwen in Londens status als techbolwerk.
De snelle groei van de stad gaat gepaard met de nodige kopzorgen. Het verkeer is catastrofaal. Het aantal doden door astma onder kinderen en ouderen is sterk gestegen, wat wordt verklaard door luchtvervuiling. En door de stijgende grondprijzen worden huizen onbetaalbaar voor de gemiddelde Londenaar en zien zelfs hoogbetaalde professionals zich gedwongen te verhuizen naar gezinswoningen buiten de stad.
Maar binnenkort zou het tij weleens kunnen keren, vrezen sommigen. De brexit zou zomaar een einde kunnen maken aan de explosieve groei.
‘We weten nog steeds niet hoe brexit eruit zal zien en welke uitwerking die zal hebben op Londen,’ zegt Richard Brown, onderzoeksdirecteur voor het Centre for London, een progressieve denktank. ‘In een tijd van grote mondiale insta- biliteit, zorgt [brexit] voor extra onzekerheid.’
Zal de Londense economie helemaal inzakken, of weet de stad haar positie van voornaam handelsknooppunt en aantrekkelijke woonplaats te handhaven? Dat Londen aan de rand van de afgrond zou staan, lijkt onvoorstelbaar wanneer je kijkt naar de hijskranen op bouwplaatsen en dagelijkse horden mensen die via Heathrow en de treinstations de stad in- en uitgaan. Bovendien doet dit beeld geen recht aan de historische veerkracht van de stad, die zich in de loop van tweeduizend jaar heeft gevormd uit een conglomeraat van dorpen.
Londenaren hebben het daar graag over, en maar al te vaak wordt dan verwezen naar de pestepidemie, de grote brand van 1666 en de Duitse bombardementen in de Tweede Wereldoorlog. Dus, redeneren zij, zal de stad ook uittreding uit de EU wel overleven.
‘Londen bevindt zich in een bevoorrechte, vrijwel onaantastbare positie,’ aldus Peter Griffiths van de London School of Economics. ‘Londen heeft zo’n grote voorsprong dat het met dingen weg kan komen die andere steden de das om doen.’
Engels is wereldwijd de lingua franca. Banden die zijn opgebouwd toen het Britse Rijk een kwart van de wereld besloeg, bestaan nog altijd, vooral met Azië. Daardoor heeft de Britse hoofdstad een voorsprong op de Europese concurrenten die maar al te graag het stokje zouden overnemen.
De Big Bang van Londen
De laatste keer dat Londen zo groot was, was in 1939, vlak voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Er woonden toen 8,6 miljoen mensen. Al in het industriële tijdperk, gedurende een groot deel van de negentiende eeuw, was Londen de dichtstbevolkte stad ter wereld. Maar na de oorlog lag de stad in puin. Wie de stad niet ontvlucht was vóór de Blitz – waarbij 43.000 burgers om het leven kwamen en meer dan zeventigduizend gebouwen werden verwoest – vertrok alsnog vanwege de chaos van de wederopbouw. Ze vestigden zich in ‘tuinsteden’ die uitgroeiden tot Londense voorsteden en bleven daar, terwijl de Britse economie bijna vijftig jaar bleef kwakkelen.
De verwerkende industrie versplinterde en de dokken van wat ooit de grootste haven ter wereld was, gingen ten onder aan de modernisering van de scheepvaart en moesten sluiten. Toen Winston Churchill in 1965 overleed, was dat volgens de Observer ‘de laatste keer dat Londen de hoofdstad van de wereld zou zijn’. Het aantal inwoners van Londen bleef dalen, om in 1988 een dieptepunt te bereiken van 6,7 miljoen. Maar twee jaar eerder had een verandering plaatsgevonden die een ommezwaai betekende voor Londens toekomst: de deregulering van de financiële sector, oftewel de ‘Big Bang’. Hierdoor en door een verschuiving naar elektronische handel kon Londen voortaan concurreren met Tokio en New York. Op de ruïnes van de West India Docks op het Isle of Dogs, een moerassig gebiedje dat in de Theems steekt, verrees een nieuw financieel district: Canary Wharf, het eerste moderne, grootschalige herontwikkelingsproject in Londen.
Zowel immigranten als buitenlandse investeringen stroomden binnen, en de volgende dertig jaar werden gekenmerkt door groei. Vandaag de dag werken er ruim honderdduizend mensen in Canary Wharf en is Londen een magneet geworden voor jonge, intelligente professsionals uit alle hoeken van de wereld. Daarmee is het gezicht van de stad veranderd. Bijna 40 procent van de inwoners van Londen is geboren buiten het Verenigd Koninkrijk.
In Londen wonen zo’n driehonderdduizend Indiërs en ruim honderdduizend Pakistanen en Bengalezen. Sinds de EU-uitbreiding kwamen honderdduizenden mensen naar Londen. Er wonen nu ook 177.000 Polen en bijna tweehonderdduizend Roemenen en Bulgaren. Verder is er een grote Franse en Italiaanse gemeenschap. Begin 2015 overschreed Londen met zijn 8.615.246ste inwoner officieel zijn hoogtepunt uit 1939.
De hoogte in
Om de veranderlijke skyline van de stad goed te kunnen bekijken, ga ik samen met architect Peter Murray, voorzitter van het designforum New London Architecture, naar de top van de Cheesegrater (‘kaasrasp’). Londen is nog altijd vooral een laagbouwstad, in tegenstelling tot andere steden, waar vanaf de jaren tachtig overal wolkenkrabbers verrezen. Londenaren gebruiken dat woord niet eens. Zij hebben het liever over ‘hoge gebouwen’, waarmee ze doelen op gebouwen van boven de twintig verdiepingen.
De Cheesegrater (officiële naam: Leadenhall Building), ontleent zijn bijnaam aan zijn hoekige, wigvormige top – zo ontworpen om te voorkomen dat hij het uitzicht op historische bezienswaardigheden belemmert. Met 52 verdiepingen is het gebouw het op één na hoogste in de Square Mile, oftewel de City of London, het oorspronkelijke financiële district. We kijken uit op de Gherkin (‘augurk’), de Walkie-Talkie en, om de hoek, St Paul’s, de kathedraal die met 111 meter ruim twee eeuwen lang het hoogste gebouw in Londen was.
De stad strekt zich onder ons uit, doorsneden door de U-bochten van de Theems. Murray wijst naar het oosten, waar 252 nieuwe gebouwen zullen verrijzen. Slechts een klein deel zal echt de wolken krabben, de meeste gebouwen worden ergens tussen de twintig en dertig verdiepingen hoog. In de toekomst, stelt Murray, zal projectontwikkeling steeds meer plaatsvinden in de buitenste boroughs, zoals de Londsense stadsdistricten worden genoemd, en wel geconcentreerd rond de grote trein- en metrostations. Er zal dan een veelvoud van centra ontstaan, waar mensen kunnen wonen, werken en winkelen, zonder dat ze helemaal naar het centrum van Londen moeten reizen.
Wat we vanaf deze verhoging niet kunnen zien, is de enorme groengordel die in de jaren dertig werd aangelegd om de fysieke groei van Londen te beteugelen. De gordel is nu drie keer zo groot als de stad die hij omringt. Maar projectontwikkelaars zagen zich gedwongen eroverheen te springen, en tegenwoordig wordt de zone steeds vaker als beknellende riem om Londens middel gezien. Hoewel er ook parken in liggen, bestaat de groene zone voornamelijk uit golfbanen, boerderijen en braakliggende en sterk verontreinigde terreinen. Vanouds klinkt de roep om de groengordel in te zetten om het woningtekort terug te dringen, maar nog geen 10 procent van de zone is publiekelijk toegankelijk, en ook om politieke redenen is dit moeilijk haalbaar.
Murray geeft de voorkeur aan wat hij beschrijft als ‘verstandige stedenbouw’ om de gordel heen. ‘Maar,’ voegt hij eraan toe, ‘dat is niet hetzelfde als ongebreidelde groei.’
Nieuw leiderschap
Sadiq Khan, zoon van een Pakistaanse buschauffeur, werd in 2016 verkozen tot burgemeester van Londen, in een tijd waarin de stad twee keer zo snel groeide als de rest van het land. Een maand later kozen de Britten voor uittreding uit de EU, terwijl in Londen een overweldigende meerderheid tegen was – een uitslag die wel is geïnterpreteerd als verzet van de bevolking buiten de hoofdstad tegen immigratie en haar verontwaardiging over het feit dat de Londense welvaart zich niet over de rest van het land heeft verspreid. Vandaag de dag groeit Londen met zo’n zeventigduizend inwoners per jaar, en burgemeester Khan gaat er in zijn beleidsplannen van uit dat die groei doorgaat tot halverwege deze eeuw.
Khan bestrijdt de zaken die de leefbaarheid in de stad bedreigen op alle fronten. Om de klimaatdoelstelling te behalen om in 2050 CO2-neutraal te worden, ziet hij een stad voor zich met minder auto’s, elektrische bussen en meer fietsers en voetgangers.
Daarnaast wil hij Londen veiliger maken voor kinderen die te voet naar school gaan, en voor vrouwen die ’s nachts op straat lopen. Zelfs voor de redding van de historische pubs heeft hij een plan; die sluiten verontrustend snel hun deuren door hogere huren en bedrijfsbelastingen en veranderende drinkgewoonten. Ook sloot Khan zich aan bij een campagne om van Londen, een stad met 8,4 miljoen bomen en meerdere grote parken, ’s werelds eerste National Park City te maken. Dat project is het geesteskind van Daniel Raven-Ellison, geograaf en National Geographic Explorer.
Het is zeker niet de bedoeling, vertelt Raven-Ellison, om de stad te belasten met nieuwe regelgeving, maar om Londenaren meer te verbinden met het stadsmilieu waar, zo zegt hij, vijftienduizend soorten wilde dieren en planten leven. ‘Eén op de zeven kinderen is afgelopen jaar niet in een groene omgeving geweest,’ zegt hij. ‘Ik heb het over een cultuuromslag, over mensen uitdagen om na te denken over hun relatie met de natuur.’
Khans grootste uitdaging is huisvesting. In zijn campagne voor het burgemeesterschap stelde hij dat de verkiezingen ook een referendum over betaalbare woningen waren. Na zijn aantreden zei hij dat Londen 66.000 nieuwe woningen per jaar nodig heeft om de bevolkingsgroei bij te benen. Hij beloofde dat de helft daarvan ‘echt betaalbaar’ zou zijn, hoewel de meeste boroughs streven naar slechts 35 procent. Khan wist meer dan vijf miljard euro aan overheidsfinanciering te krijgen om 116.000 betaalbare woningen te bouwen vóór 2022. Maar hoewel velen Khans huisvestingsambities bewonderen, wijzen ze ook op de beperkingen die zijn functie hem oplegt. De burgemeester stelt strategische doelen voor de stad, maar het zijn de raden van de 33 deelgemeenten die bouwprojecten binnen hun grenzen goed- of afkeuren.
‘Plan na plan na plan wordt opgesteld om meer woningen te realiseren, maar in werkelijkheid verrijzen er bij lange na niet genoeg huizen om de bevolkingsgroei op te vangen,’ aldus Tony Travers, directeur Overheidsstudies aan de London School of Economics.
Jules Pipe, een van de tien locoburgemeesters van Khan, legt uit waarom het zo belangrijk is dat huizenbouw gelijke tred houdt met de bevolkingsaanwas. ‘Als we het voor een groot deel van de mensen onmogelijk maken om goedkoop in de hoofdstad te wonen en te werken, dan begint de stad op alle fronten uit elkaar te vallen, van het schoonhouden van de straten tot het vinden van genoeg artsen.’
Dubai aan de Theems?
Het centrum van Londen is in de ogen van steeds meer mensen een enclave voor toeristen, Russische oligarchen en Saoedische prinsen, die maar een paar weken per jaar lijken door te brengen in hun miljoenenpanden. Volgens Simon Jenkins, voormalig voorzitter van de National Trust en doorgewinterd journalist, wordt het centrum steeds meer een beleggingsmarkt in plaats van een plek waar mensen daadwerkelijk wonen.
‘Ze willen hun geld erin stoppen en het daar laten, alsof de stad een bank is geworden,’ zegt hij. ‘Die torens vol luxeappartementen zijn gewoon goudstaven.’
Volgens Trevor Abrahmsohn, een makelaar voor rijkelui die onderhandelen tot grote kunst heeft verheven, trekt een wereldstad altijd rijkdom aan. De koninklijke familie van Qatar bezit meer vastgoed in Londen dan de Britse koninklijke familie. Daaronder zijn het warenhuis Harrods, het grootste deel van de Shard-wolkenkrabber, het gebouw van de voormalige Amerikaanse ambassade in Grosvenor Square (dat wordt omgebouwd tot luxehotel), 20 procent van Heathrow en een deel van Canary Wharf.
‘Toen de sjah van Iran werd verdreven, ging hij eerst naar Londen,’ zegt Abrahmsohn. ‘Toen de Nigerianen geld verdienden in olie, investeerden ze in Londen. Toen de Indiërs geld verdienden aan de Nigerianen, investeerden ook zij in Londen. Toen de Berlijnse Muur viel, kwamen de Russische investeerders, en nu zijn het de Chinese.’
Het Battersea-project in Nine Elms, dat zich uitstrekt over meer dan tweehonderd hectare langs de zuidoever van de Theems, wordt – terecht of onterecht – door velen gezien als een plek vol met zulke bankrekeningen. Het kreeg al snel de bijnaam ‘Dubai aan de Theems’, nadat de appartementen in de eerste verkoopronde voornamelijk aan buitenlandse investeerders waren verkocht.
Maar het project laat ook zien dat Khans huisvestingsdoelen waarschijnlijk moeilijk te realiseren zullen zijn. De kolencentrale, een van de grootste bakstenen gebouwen ter wereld, is al lange tijd een geliefde bezienswaardigheid aan de skyline. ‘Een industriële St Paul’s,’ aldus Jenkins, en mogelijk groot genoeg om de kathedraal te huisvesten. De centrale figureert op een platenhoes van Pink Floyd en diverse succesfilms werden er opgenomen.
Toen de centrale in 1983 sloot, redde zijn roem het gebouw van de sloop (of hij zat die in de weg, afhankelijk van hoe je ernaar kijkt). Maar de renovatie kost een vermogen. Projectontwikkelaars kwamen en gingen. In 2012 nam een Maleisisch consortium het project van meer dan tien miljard over. In de fabriek komen nu woningen en winkels, en de vier schoorstenen worden hersteld. De projectontwikkelaars hebben ook bijna 350 miljoen euro bijgedragen aan de miljard euro die nodig is voor twee nieuwe metrostations, die de locatie beter bereikbaar maken – in ruil voor een verlaging van het aantal betaalbare woningen tot minder dan 20 procent.
Volgens Ravi Govindia, leider van de districtsraad van Wandsworth, waaronder Nine Elms valt, wordt die reductie ruimschoots goedgemaakt door de restauratie en de bijdrage aan de infrastructuur. ‘Er zijn grenzen aan wat een project kan bijdragen aan de verbetering van openbare diensten,’ zegt hij. ‘Betaalbare huisvesting is één van de opties.’
Er komen ook een nieuw park, twee pieren aan de rivier, twee basisscholen, twee gezond- heidscentra en verbeterde fietsroutes.
Olympische vernieuwing
Misschien biedt het stadsdeel waar in 2012 de Olympische Spelen werden gehouden, meer kansen. Het openbare gebied is eigendom van een projectontwikkelaar en wordt beheerd door een organisatie die onder de burgemeester valt. Na afloop van de Spelen is het omgebouwd tot het veelgebruikte Queen Elizabeth Olympic Park, met het zwembadencomplex, het velodroom en het stadion. Het olympisch dorp, waar zeventienduizend atleten verbleven, is verbouwd tot bijna drieduizend appartementen. De helft wordt verhuurd tegen markttarief, de andere helft met korting om als betaalbare woningen te kunnen worden aangemerkt, en veel hebben genoeg slaapkamers om er een gezin te huisvesten.
In juni stelde Khan een uitbreidingsplan op van 1,2 miljard euro voor onder meer extra woningen (die voldoen aan zijn betaalbaarheidsdoelen), een danstheater en nieuwe campussen voor zowel het London College of Fashion als het University College London, evenals een dependance van het Victoria and Albert Museum.
In de aanloop naar de Spelen benadrukte de toenmalige burgemeester Ken Livingstone dat het hem niet zozeer ging om het houden van de Spelen zelf, maar om de vliegende start die dit hem bood om verwaarloosde, verarmde delen van Oost-Londen nieuw leven in te blazen. Ricky Burdett, hoofd van het stedenprogramma van de London School of Economics en topadviseur bij de Spelen, zegt dat alle ingrediënten er zijn om hier net zo’n langlopend vernieuwingsproject van te maken als King’s Cross.
‘Toen we de locatie voor het eerst bekeken,’ herinnert hij zich, ‘vroegen we ons af of we wel goed bij ons hoofd waren. In het centrum waren autobanden in de fik gestoken, op de plek waar later het Olympisch Stadion is gebouwd.’ We maakten een tour door het park en het voormalig olympisch dorp, dat nu bekendstaat als East Village. Wat zo ongeveer als eerste moest gebeuren, was het verbinden van de locatie met de omgeving door middel van zo’n dertig bruggen, viaducten en wandel- en fietspaden. ‘Zonder de Spelen zou dit allemaal niet zijn aangelegd,’ zegt hij. ‘Maar dit is een project van 35 jaar.’
Onze tour eindigt in de buurt van Tower Hamlets, een van de vijf boroughs die aan de olympische locatie grenst en waar Londens veranderingen en tegenstrijdigheden het duidelijkst zichtbaar zijn. Deze deelgemeente is slechts twintig vierkante kilometer groot en omvat een groot deel van een voormalig industrieel haventerrein. Maar Tower Hamlets is de snelst groeiende borough in Londen: er wonen naar schatting 308.000 mensen. Een aantal van de armste enclaves van de stad ligt hier, maar ook enkele van de rijkste.
Het district fungeert al drie eeuwen lang als een springplank voor nieuwe immigranten. In het beroemdste gebouw van Tower Hamlets, inmiddels opgenomen in de meeste reisgidsen, zijn die lagen te zien: wat in de achttiende eeuw een ontmoetingshuis voor Franse hugenoten was, werd later een synagoge voor joden die uit Oost-Europa vluchtten en is nu een moskee. De nabijgelegen straten zijn omgedoopt tot ‘Banga Town’, ter ere van de Bengalezen. Zij vormen nu de grootste immigrantengroep in Tower Hamlets.
De borough omvat ook Canary Wharf, de zakenwijk die de op twee na grootste bijdrage levert aan de Britse economie. Van de hoge gebouwen die in heel Londen verrijzen, worden er 85 gebouwd in Tower Hamlets, meer dan in welke ander Londens district dan ook. Veel daarvan moeten van Canary Wharf een plek om te leven maken, in plaats van alleen een plek om te werken. In dit stadsdeel is de onzekerheid over de uitwerking van de brexit op de bloeiende financiële sector uiteraard sterk voelbaar. Een deel van de bouwprojecten in Canary Wharf is stilgelegd. Veel geruchten doen de ronde, over banen in de bankwereld die naar Parijs of Frankfurt verschuiven. In juli hebben de leiders van de borough een brexitcommissie opgezet, om in te kunnen springen mochten banen inderdaad verdwijnen en immigratie worden beperkt. John Biggs, de burgemeester van Tower Hamlets (een van de vier stadsdistricten met een eigen burgemeester), noemt brexit ‘de grootste verandering die ons land ooit binnen één generatie heeft doorgemaakt’.
En dat is misschien nog wel voorzichtig uitgedrukt. Wanneer het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaat, zo stelt Richard Brown van het Centre for London, zal de Britse hoofdstad voor het eerst in eeuwen alleen staan in de wereld. ‘Engeland was een grootmacht met een lange geschiedenis als handelsimperium en daarna een belangrijke stad binnen de EU,’ aldus Brown. ‘De overgang naar een nieuwe status, hetzij een van zijn land losgezongen wereldstad of iets minder machtigs, is nogal drastisch.’
Toch blijven de nieuwkomers binnenstromen. Er wordt onverminderd gebouwd. Op het dak van het nieuwe station van de Elizabeth Line, een van de recente toevoegingen aan de Wharf, is een optimistischer beeld te vinden. Het station ligt aan de voet van het HSBC-gebouw en kan flink wat generaties mee. De zeven verdiepingen zitten tjokvol winkels, boetiekjes, cafés, een bioscoop en een fitnessruimte. Op de bovenste verdieping ligt een bijna driehonderd meter lange ‘meridiaantuin’, met twee tuinen vol planten uit respectievelijk het oostelijk en het westelijk halfrond, die ooit werden meegebracht door de schepen van de West India Docks.
Ik blijf in het midden stilstaan, op de scheidslijn van de halfronden. Op een klein stukje varen ligt Greenwich, waar de nulmeridiaan zich bevindt in het Koninklijk Observatorium. Hier, op de replica van deze meridiaan van Greenwich, word ik er opnieuw aan herinnerd: wat de toekomst ook brengt, Londen zal altijd het centrum van de wereld blijven.
Lees ook: 5x Rondom Londen
Lees ook: 48 uur in Londen
Laura Parker schreef eerder in het Magazine over plasticvervuiling (juni 2018). Luca Locatelli fotografeerde voor dit tijdschrift onder meer de innovatieve Nederlandse landbouw (september 2017).
Dit artikel verschijnt in de december 2018 editie van National Geographic Magazine.