Het is kersttijd. De etalages staan weer vol met kerstbomen, kerstmannetjes en engelen. Over winkelstraten zijn lichtsnoeren gedrapeerd en iedereen hoopt op een dik pak sneeuw, al is dat ook dit jaar tegen beter weten in.
Van de meeste kerstsymbolen is de oorsprong duidelijk. De dennenboom en de sneeuw horen bij het seizoen, de Kerstman is de Amerikaanse versie van Sint-Nicolaas. De kerstster komt van de ster boven Betlehem, die de geboorte van Jezus aankondigde en de Wijzen uit het Oosten de weg wees naar Jezus’ geboorteplaats.
De kerstster boven Betlehem
De Wijzen uit het Oosten zagen de ster als een teken van de geboorte van de nieuwe Koning der Joden, zoals beschreven in het evangelie van Matteüs. Ze wilden Jezus eer bewijzen, en de ster leidde hen naar de plek waar het kind zich bevond.
De wijzen baseerden hun reis op hun kennis van de sterren en de astrologische betekenis ervan. Nu sta ik, om het maar zachtjes uit te drukken, sceptisch tegenover astrologie, maar ik ben wel nieuwsgierig. Was de kerstster een hemelverschijnsel met een herleidbare oorsprong? Er zijn verschillende theorieën, maar één ding is zeker: de ster van Betlehem was geen echte ster. Wat dan wel?
1. De ‘ster’ was een komeet
De kerstster zou een bevroren modderbal uit de begintijd van het zonnestelsel kunnen zijn geweest. Als kometen dichter bij de zon komen, verdampt het ijs uit het binnenste en licht het stof op dat verdampt van het oppervlak. Ze zijn dan soms een tijdje helder zichtbaar, in het fraaiste geval vergezeld van een lichtende staart.
Dat de kerstster een komeet was, is onwaarschijnlijk. Bekende kometen als Halley waren rond het jaar nul niet zichtbaar, weten we nu. Bovendien werden kometen alom gezien als een teken van onheil, niet als een heuglijke aanleiding voor een kraambezoek.
2. De kerstster was een supernova
Een alternatieve uitleg is dat de ‘nieuwe ster’ een supernova was: een zware ster die aan het eind van haar leven implodeert tot een ultracompacte neutronenster of een allesopslokkend zwart gat. De buitenste schillen van de ster worden tijdens een supernova door de vrijkomende energie weggeblazen. Als zo’n geweldige explosie binnen onze Melkweg plaatsvindt, is deze wekenlang aan de hemel zichtbaar als een helder lichtpunt.
De uitgebrande supernovaresten zijn nog duizenden jaren erna waar te nemen met een röntgentelescoop. Het is wel een ongezellig idee als de kerstster eigenlijk een zwart gat is. Voor fans van de kerstgedachte heb ik een geruststellende mededeling: wij kennen weliswaar één supernovarest afkomstig van het begin van onze jaartelling, maar deze staat aan de zuidelijke sterrenhemel. Deze explosie kan door de magiërs daarom nooit zijn opgemerkt.
3. De samenstand van Jupiter en Saturnus
Er is nog een derde mogelijkheid, volgens veel sterrenkundigen de waarschijnlijkste. In het jaar 6 v.C. was er een bijzondere ‘samenstand’ van Jupiter en Saturnus. De planeten, zichtbaar als heldere lichtpunten, kwamen even voor zonsopgang en vlak na elkaar op boven de oostelijke horizon. Dit gebeurde elke ochtend, een paar weken lang.
Zo’n samenstand was in de astrologie een omen van belangrijk nieuws. Het verslag dat de kerstster de Wijzen ‘voorging en stil bleef staan’, is nu aannemelijker. De aarde beweegt sneller dan Jupiter en Saturnus, waardoor ze als het ware werden ingehaald. Ten opzichte van de sterren leken de planeten daardoor langzamer te bewegen, uiteindelijk stil te staan en de andere kant op te gaan. De ster van Betlehem was dus waarschijnlijk een planeet – sterker nog, twee planeten. Best toepasselijk dus, die ballen in de kerstboom.
Steun de missie van National Geographic en krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium. Word nu lid!