Geen enkele andere alledaagse taak is het afgelopen jaar belangrijker geworden dan handen wassen. Sinds het uitbreken van de pandemie, toen het Centers for Disease Control and Prevention (CDC) adviseerde je handen op een specifieke manier schoon te maken, is het inzepen en gedurende twintig seconden schrobben een ritueel geworden. En zeker wanneer je thuiskomt van een uitstapje in de door corona geteisterde wereld.

Dit ritueel zouden de middeleeuwse Europeanen zeker herkennen, hoewel het voor hen meer een sociale aangelegenheid was dan bij ons nu is toegestaan. In het algemeen wordt aangenomen dat de mensen in de middeleeuwen een slechte persoonlijke hygiëne hadden. In werkelijkheid waren ze heel netjes. Het wassen van de handen begon als noodzaak en groeide uit tot een sterk gechoreografeerde demonstratie van macht en rijkdom. Volgens Amanda Mikolic, assistent-conservator van de afdeling Middeleeuwse kunst van het Cleveland Museum of Art in Ohio, was het een ‘blijk van beschaafdheid’. (Ontdek hoe middeleeuwse begrafenispraktijken veranderden door pandemieën.)

Zowel koningen als boeren wasten zich voor en na de maaltijd. De meeste mensen aten met hun handen. Bestek was zeldzaam en het voedsel werd vaak genuttigd met een snee oud brood, een zogeheten teljoor. Het wegwassen van het vuil van de dag was noodzakelijk en een teken van respect voor degene die je te eten gaf. ‘Zorg ervoor dat uw vingers schoon zijn en uw vingernagels goed verzorgd,’ staat te lezen in Les Contenances de Table, een dertiende-eeuwse tekst over tafelmanieren.

De grote inhoud en de betrekkelijk eenvoudige versiering van deze lavabo een van de vele soorten middeleeuwse vaten die voor het wassen van de handen werden gebruikt wijzen erop dat deze uit een privwoning of misschien uit een klooster afkomstig is
De grote inhoud en de betrekkelijk eenvoudige versiering van deze lavabo, een van de vele soorten middeleeuwse vaten die voor het wassen van de handen werden gebruikt, wijzen erop dat deze uit een privéwoning of misschien uit een klooster afkomstig is.
Photo by Heritage Arts, Getty Images

De middeleeuwse adel en geestelijken brachten het wassen van de handen en het gezicht naar nieuwe hoogten, waarbij de rituelen rond vorsten bijzonder uitvoerig waren. Wie met een middeleeuwse Europese koning dineerde, werd begroet door minstrelen die prachtige muziek speelden op een harp of vedel (de middeleeuwse voorloper op de viool). Je werd naar een wc geleid met ‘luxueuze wastafels, frisse witte handdoeken en geparfumeerd water,’ aldus Mikolic. Omringd door bedienden reinigden de gasten hun handen. Ze gingen daarbij zorgvuldig te werk om de ongerepte handdoeken niet te bevuilen. Vrouwen wasten hun handen al voordat zij aankwamen. ‘Hierdoor zou er geen vlekje vuil of aarde op de witte doeken te zien zijn, wat een bewijs van hun deugdzame, reine aard was.’

Lees ook: Klimaatverandering in de Middeleeuwen

Zodra iedereen in de grote zaal aanwezig was, kwam de koning binnen. De gasten keken vervolgens toe terwijl de koning zijn handen waste. Pas wanneer de koning klaar was, nam iedereen plaats. Het was ‘een machtsspel om te laten zien wie de baas was,’ zegt Mikolic, ‘zoals bijna het hele programma was.’

Hoe de edelen aten, werd bepaald door strenge richtlijnen. Sommige daarvan zouden waarschijnlijk de goedkeuring van het CDC krijgen. Les Contenances de Table is door Jeffrey Singman en Jeffrey Forgeng vertaald in het boek Daily life in Medieval Europe en bevat een reeks eetvoorschriften:

‘Als een hapje is aangeraakt, mag het niet meer terug op het bord.

' Raak oren of neus niet aan met de blote handen....

Het is bij verordening bevolen een schotel aan de mond te zetten.

Wie wil drinken moet eerst opeten wat in zijn mond zit.

En de lippen moeten eerst worden afgeveegd....

Was de handen en neem iets te drinken nadat de tafel is afgeruimd.’

Dergelijke uitgebreide rituelen vereisten opzichtige instrumenten. Kruisvaarders brachten luxe aleppozeep, gemaakt van olijf- en laurierolie, naar Europa. Al snel gingen de Fransen, Italianen, Spanjaarden en uiteindelijk de Engelsen hun eigen versie van de aleppozeep maken met plaatselijke olijfolie in plaats van het stinkende dierlijke vet dat eeuwenlang was gebruikt. Misschien wel de bekendste van deze Europese versies is de castillezeep uit Spanje, die vandaag de dag nog steeds wordt gemaakt en over de hele wereld te koop is.

Fraai gedecoreerde vaten zoals aquamaniles (schenkkannen) en lavabo’s (hangende potten met twee tuiten) werden gevuld met warm, geurend water dat gebruikt werd bij het wassen van de handen. In de welvarendste huishoudens goten bedienden het geurige water op de handen van de dineerders. Deze vaten werden zo gewaardeerd dat Jeanne d’Évreux, koningin van Frankrijk en echtgenote van Karel IV, in haar testament verscheidene aquamaniles opnam onder de kostbare tafelversieringen.

Maar het handen wassen werd steeds minder gebruikelijk. Veel geleerden geven de vork de schuld, die pas in de achttiende eeuw gemeengoed werd. Mikolic: ‘Het rituele karakter van het handen wassen begint af te nemen wanneer serviesgoed meer in zwang komt, neemt verder af wanneer huishoudens serviesgoed voor gasten hebben en nog meer wanneer je mag eten met je handschoenen nog aan.’ (Moderne tafelmanieren ontstonden in de Renaissance.)

Het is te vroeg om te zeggen welke rituelen uit het pandemietijdperk ons bij zullen blijven. Maar ook nu nog, lang nadat aquamaniles en lavabo’s uit de mode zijn geraakt, kan het wassen van de handen een manier zijn om te pronken met je rijkdom. Van met de hand beschilderde wasbakken en kostbare zeepjes op basis van etherische oliën tot zachte handdoeken van Egyptisch katoen, we blijven luxe rituelen creëren rond het wassen van onze handen. Telkens wanneer Mikolic geparfumeerde zeep gebruikt, moet ze denken aan het geparfumeerde water uit de middeleeuwen. ‘Ik moet dan altijd grinniken.’

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com