Dat de Russische ruimtesonde Kosmos 482 na 53 jaar weer op aarde zou neerstorten, was al langer bekend. De grote vraag bleef echter: waar zou hij terechtkomen? Een groot stuk ruimteschroot dat met zo’n snelheid inslaat, kan enorme schade aanrichten.

Eerder deze maand werd gelukkig duidelijk dat het object waarschijnlijk in de Indische Oceaan is beland, ten westen van Jakarta (Indonesië). Maar wat als het puin wél op bewoond gebied was gevallen? Zijn daar eigenlijk internationale afspraken over? Universitair docent Tanja Masson-Zwaan legt uit.

Waarom stortte Kosmos 482 neer op aarde?

Kosmos 482 werd in 1972 gelanceerd als onderdeel van het Veneraprogramma: een Sovjetmissie om de planeet Venus te verkennen. De ruimtesonde moest diep de ruimte in worden gestuurd om metingen op Venus te doen en data terug te sturen naar de aarde.

Leestip: Zijn houten satellieten een oplossing voor de groeiende berg ruimterommel?

Maar de missie verliep anders dan gepland. Door een fout wist de sonde niet te ontsnappen aan zijn baan rond de aarde. Hij brak in meerdere stukken, waarvan de afdalingsmodule 53 jaar als een satelliet rond de aarde bleef cirkelen. Langzaam verloor die hoogte, tot dit jaar duidelijk werd dat het object op aarde zou neerstorten.

Crasht er vaker ruimteschroot op aarde?

Er was de afgelopen weken veel mediaandacht voor Kosmos 482. Toch is ruimteschroot dat op aarde belandt niet zeldzaam. ‘Het gebeurt zelfs regelmatig,’ zegt Tanja Masson-Zwaan, universitair docent internationaal lucht- en ruimterecht aan de Universiteit van Leiden.

Wat Kosmos 482 bijzonder maakt, is dat het een groot en stevig object is. Om door de dichte atmosfeer van Venus te komen, maakte de Sovjet-Unie de afdalingsmodule van titanium. ‘Kleinere stukken schroot, zeg ter grootte van een wasmachine, vergaan vaak in de dampkring,’ zegt Masson-Zwaan. ‘Maar bij deze sonde werd verwacht dat hij er heelhuids doorheen zou komen.’

Leestip: Wat gaat de EarthCARE-satelliet van ESA onderzoeken?

Omdat de aarde voor meer dan zeventig procent uit water bestaat, was de kans klein dat de sonde veel schade zou veroorzaken. Maar als hij wél op bewoond gebied was neergekomen, moet iemand verantwoordelijk worden gehouden. ‘En dat is niet bij elk stuk ruimtepuin even eenvoudig,’ aldus Masson-Zwaan.

Aansprakelijk bij schade

‘Er zijn vijf VN-verdragen over ruimtevaartactiviteiten, en het basisverdrag is het ruimteverdrag uit 1967,’ legt Masson-Zwaan uit. ‘Daarin is bepaald dat de staat die een ruimteobject lanceert – de zogenoemde lanceerstaat – aansprakelijk is voor de schade die zijn objecten aan andere staten toebrengen.’

Als Kosmos 482 schade had veroorzaakt – in de ruimte of op aarde – zou Rusland dus aansprakelijk zijn geweest. ‘Als de sonde op je huis was beland, dan is het aan de staat waar je woont om namens jou een schadeclaim in te dienen bij de lanceerstaat: het ruimterecht is een recht tussen staten.’

Maar wat als het stuk schroot zó klein is dat je niet kunt achterhalen uit welk land het afkomstig is? Dan wordt het lastig. Ook komt het weleens voor dat een lanceerstaat zijn aansprakelijkheid niet wil erkennen, zegt Masson-Zwaan ‘In 1978 stortte er een andere Russische sonde neer in Canada. Deze sonde had nucleaire materialen aan boord, wat flinke schade aanrichtte aan de natuur. Rusland ontkende echter dat zij de lanceerstaat waren.’

Leestip: James Webb-ruimtetelescoop: de tien mooiste foto’s van 2024

De zaak dreigde voor de rechter te komen, maar dat gebeurde niet. ‘Rusland betaalde een deel van de schade, maar zonder ooit schuld te bekennen,’ zegt Masson-Zwaan. ‘Tot nu toe is er nog nooit een rechtstaak geweest over aansprakelijkheid in de ruimte.’ Maar met het groeiende aantal ruimteschroot is dat misschien slechts een kwestie van tijd.

Regels in de ruimte

In 2025 cirkelen er volgens de European Space Agency zo’n 50.000 brokstukken groter dan 10 centimeter rond de aarde – en dat aantal groeit snel. ‘De kans op botsingen neemt steeds verder toe,’ zegt Masson-Zwaan. ‘Maar bepalen wie aansprakelijk is, is ontzettend lastig. Het gebeurt honderden kilometers boven ons.’

Dat er strengere regels komen voor het aantal objecten dat landen mogen lanceren, acht ze onwaarschijnlijk. ‘De ruimte is vrij voor gebruik en exploratie. Dat is vastgelegd in verdragen: de ruimte is van iedereen en van niemand. Je kunt dus geen maximum stellen aan het aantal satellieten per land.’

Wel verwacht ze strengere nationale regels voor duurzaamheid, zoals betere technieken voor gecontroleerde terugkeer. ‘Voor nu zijn de meningen nog verdeeld over hoe vol de ruimte is. Maar hoe voller het wordt, hoe belangrijker het is om op te ruimen voordat er echt iets misgaat.’

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!