De machtsverhoudingen binnen het Romeinse Rijk zijn in de derde eeuw niet bepaald overzichtelijk. Het keizerrijk is zo groot geworden, dat het in 285 in tweeën wordt gesplitst om het bestuurbaar te houden. Keizer Diocletianus krijgt zeggenschap over het oostelijke deel, medekeizer Maximianus het westelijke deel.

In 293 maakt Diocletianus het nog een tikje ingewikkelder door een zogeheten tetrarchie op te richten: de Vierkeizerregering. De twee delen van het rijk worden nogmaals opgesplitst, met aan het hoofd van de nieuwe delen twee onderkeizers. Eén van deze onderkeizers is Constantius I Chlorus, de vader van Constantijn de Grote.

Het idee was dat de onderkeizers allebei zouden promoveren tot keizer wanneer Diocletianus en Maximianus zouden aftreden. Zij kozen nieuwe onderkeizers, die op hun beurt weer zouden worden klaargestoomd voor het keizerschap. In theorie een goed systeem. Maar het stort volledig in elkaar.

Constantijn de Grote aan de macht

Constantius promoveert samen met Galerius in 305 tot keizer. Hoewel zijn zoon Constantijn de Grote de juiste leeftijd heeft voor onderkeizer, is hij uitgesloten van deze titel: de tijd van geërfde opvolging is voorbij. Onderkeizers moeten hun titel verdienen, een invloedrijke vader is niet langer voldoende. De keuze valt op Severus II en Maximinus Daia. Hoe komt Constantijn de Grote dan toch op de troon?

Daarvoor gaan we naar de oorlog in Britannia in 306, tegen de Picten. Constantius voert deze strijd samen met zijn zoon, maar bezwijkt dat jaar in York aan een ziekte. De troepen roepen Constantijn onmiddellijk uit tot keizer. Dat gaat volledig in tegen de wet, want onderkeizer Severus is de rechtmatige troonopvolger. Een hoop getouwtrek volgt, maar Galerius geeft Constantijn uiteindelijk de titel van onderkeizer. Severus wordt keizer. Daarmee krijgt Constantijn de macht over het gebied van zijn vader, maar niet de absolute macht.

Maxentius, de zoon van voormalig keizer Maximianus, benut deze instabiele periode om ook aanspraak te maken op de titel. Hij verslaat keizer Severus, waardoor onderkeizer Constantijn wordt gepromoveerd tot keizer. Deze titel moet hij wel delen met anderen in de tetrarchie, maar na een hoop intriges en bloedvergieten komt hij in 324 alleen aan de macht. Dat blijft hij tot zijn dood in 337.

Constantijns bekering tot het christendom

In de strijd om de troon komt Constantijn in 312 tegenover Maxentius te staan. Het gevecht vindt plaats bij de Milvische brug in Rome. In aanloop naar deze confrontatie besluit Constantijn dat hij spirituele hulp nodig heeft. Omdat menig polytheïstische mededinger al is verslagen, concludeert Constantijn dat hij hulp van maar één god nodig heeft: de krachtigste. Hij heeft geen idee welke dat is, maar hij richt zich tot god en vraagt om hulp.

de boog van constantijn met op de achtergrond het colosseum in rome
Harald Nachtmann//Getty Images
Ter ere van zijn overwinning op Maxentius bij de Milvische brug liet Constantijn deze triomfboog bouwen vlak naast het Colosseum.

Over de inhoud van het visioen dat Constantijn krijgt, bestaan verschillende lezingen die het verhaal allemaal net iets anders vertellen. De bekendste is die van de kerkhistoricus Eusebius van Caesarea uit ongeveer 337: niet alleen Constantijn, maar het hele leger zou in de hemel een zon met daarboven een kruis hebben gezien. In de hemel viel in het Grieks te lezen: ‘Hiermee, overwin.’ Constantijn vraagt zijn spirituele leiders om opheldering, leert over Jezus en wint de strijd. Maxentius verdrinkt in de rivier. Daarna bekeert Constantijn zich definitief tot het christendom.

Het edict van Constantijn

In 313 krijgt Constantijn het Edict van Milaan erdoor. Daarin staat dat het christendom niet langer illegaal is, maar in het hele Romeinse Rijk wordt getolereerd. De christenvervolging, die onder meer voorkwam in de regeerperiode van Marcus Aurelius, komt daarmee ten einde.

Ook de Romeinse elite begint zich in deze periode langzaamaan te bekeren tot het christendom. Maar Constantijn maakt van het christendom niet de staatsreligie in het Romeinse Rijk. Dat geldt in zekere mate wel voor Theodosius I, die zo'n veertig jaar na Constantijn aan de macht komt. Zijn edict van 391 verbiedt de verering van alle goden, behalve de christelijke God.

Constantijn begint zich ook te mengen in theologische discussies. De bekendste daarvan vindt plaats op het Eerste Concilie van Nicea en draait om de goddelijkheid van Jezus. Hoe oprecht de bekering van Constantijn was, is nog steeds een discussiepunt onder historici.

een vertolking van het visioen dat constantijn de grote kreeg voor zijn gevecht met maxentius
mikroman6//Getty Images
Deze illustratie vertolkt het visioen dat Constantijn de Grote ontving voor zijn gevecht met Maxentius.

Meer lezen over de leiders van het Romeinse Rijk? Lees ook onze verhalen over keizer Augustus, Nero, Caligula, Tiberius, en Commodus.