Sophie Scholl (1921-1943) wordt geboren in het Duitse plaatsje Forchtenberg, als vierde van 6 kinderen. Haar ouders zijn diepgelovig en maken zich al snel zorgen over de groeiende invloed van het naziregime in hun land. In huize Scholl worden levendige discussies gevoerd over politiek en de maatschappij.
Opgepakt bij de padvinders
Maar Sophie is een kind van haar tijd. Op haar dertiende wordt ze lid van de Bund Deutscher Mädel, een onderdeel van de Hitlerjugend. Haar zus Inge en broers Hans en Werner worden lid van andere jeugdclubs, zoals de padvinders. Het regime ziet deze zogeheten Bündische Jugend als een grote bedreiging. Veel clubs worden dan ook verboden.
Als de broers en zus van Sophie in de herfst van 1938 worden opgepakt door de Gestapo voor hun ‘Bündische activiteiten’, begint ze te twijfelen aan het regime. Het volk krijgt steeds meer beperkingen opgelegd. Moderne kunst en literatuur, waar Sophie zo van houdt, worden verbannen. Haar overtuiging dat dit regime gevaarlijk is, groeit steeds verder.
De Witte Roos
In 1942 verhuist Sophie naar München om biologie en filosofie te studeren. Haar broer Hans studeert geneeskunde aan diezelfde universiteit. Eerder dat jaar is hij naar het oostfront gestuurd om de Wehrmacht te dienen. Die gruwelen die hij daar ziet, overtuigen hem zich uit te spreken tegen het nationaalsocialisme en in het verzet te gaan.
Hij richt samen met vrienden de verzetsgroep Weiße Rose (Witte Roos) op. Sophie wordt ook lid. Ze maken pamfletten en sturen deze naar intellectuelen in München. Ze roepen mensen op zich te mobiliseren. In het tweede pamflet spreken ze zich openlijk uit tegen de systematische moord op de Joden.
‘Ook de Joden zijn mensen, ongeacht welke positie je inneemt in het Joodse vraagstuk, en tegen mensen is een misdaad van deze omvang gepleegd,’ valt er te lezen.
Het laatste pamflet
Van het zesde en tevens laatste pamflet maken ze 2000 kopieën, die Stuttgart, Frankfurt, Wenen en Berlijn bereiken. Maar dan gaat het mis. Op 18 februari 1943 besluiten Sophie en Hans de pamfletten die ze nog over hebben te verspreiden bij hun universiteit in München. Sophie gooit een stapel pamfletten van boven in het trappenhuis naar beneden, maar wordt gesnapt door de conciërge. Hij geeft Sophie en Hans aan bij de Gestapo.
Leestip: Deze 5 vrouwelijke spionnen waren van onschatbare waarde in de Tweede Wereldoorlog
Na haar eerste verhoor lijkt het voor Sophie bijna met een sisser af te lopen. Maar als haar broer, die in een andere ruimte wordt verhoord, de volledige schuld op zich neemt, zwicht ze. Tijdens haar tweede verhoor biecht ze haar rol in de verzetsgroep op. Hun goede vriend Christoph Probst, eveneens lid van de Witte Roos, wordt ook opgepakt.
De guillotine wacht
Na een rechtszaak van luttele uren op 22 februari 1943 wordt het drietal ter dood veroordeeld door de nationaalsocialistische jurist Roland Freisler. Op de vraag of ze nu inziet dat haar acties een misdaad tegen de mensheid zijn, antwoordt ze als volgt: ‘Ik ben nog steeds van mening dat ik het beste heb gedaan voor mijn natie. Ik heb daarom geen spijt van mijn gedrag en zal de consequenties daarvoor dragen.’
Leestip: Van danseres tot spionne: het roerige leven van Mata Hari
Nog diezelfde dag wordt de straf voltrokken. De guillotine wacht in de gevangenis van Stadelheim. Nog 3 leden van de Witte Roos ondergaan amper 2 maanden later hetzelfde lot.
Begraven naast de gevangenis
Sophie, Hans en Christoph liggen begraven op de begraafplaats Perlacher Forst, naast de gevangenis waar ze hun dood vonden. In Duitsland zijn ze een symbool geworden van het Duitse verzet. Zo heeft de Universiteit van München hun onderzoeksinstituut voor politicologie naar broer en zus Scholl vernoemd.
Nog niet uitgelezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.






