Rond 225 v.C. stelde de Griekse ingenieur Philon een lijst op van de zeven indrukwekkendste bouwwerken uit de oudheid. Van deze monumenten, tegenwoordig bekend als de ‘zeven wereldwonderen van de antieke wereld’, kun je vandaag de dag alleen de Piramide van Cheops nog zelf bewonderen. Voor de andere zijn genoeg aanwijzingen gevonden dat ze echt hebben bestaan, behalve voor één: de Hangende Tuinen van Bablyon. Er is geen enkel spoor van teruggevonden. Hoe zagen deze tuinen eruit? En hebben ze überhaupt ooit bestaan?
Hoe zagen de Hangende Tuinen van Babylon eruit?
De Hangende Tuinen van Babylon zouden het werk zijn geweest van de machtige koning Nebukadnezar II van Babylon (605–561 v.C.). Alle andere wereldwonderen lagen in of rond het Middellandse Zeegebied, maar de Hangende Tuinen lagen volgens Philon ‘een lange reis verderop, aan de rivier de Eufraat.’
Leestip: Wie bouwden Petra in Jordanië – en waarom gingen ze weg?
Philon beschrijft hoe de tuin was aangelegd op een groot platform van palmhouten balken, en werd omhooggehouden door stenen zuilen. De balken waren bedekt met aarde en beplant met een overvloed aan bloemen, bomen en planten.
Deze verscheidenheid aan begroeiing was voor Philon een belangrijke reden waarom de tuinen hem zo fascineerden. ‘Alle soorten bloemen, de charmantste, aangenaamste en oogstrelendste zijn er te vinden.’ Ook het complexe irrigatiesysteem, waarmee de planten constant water kregen, vond hij bijzonder indrukwekkend.
De tuinen in historische bronnen
Ook andere oude historici bevestigen Philon’s beschrijving van de Hangende Tuinen. De Griekse historicus Diodorus van Sicilië, die een van de gedetailleerdste verslagen van de tuinen heeft achtergelaten, beschrijft hoe een systeem van bakstenen en lood het vocht ervan weerhield om in de fundamenten te sijpelen. Op het lood lag een dikke laag aarde waar de planten in stonden. Zo bleef de overvloed aan groen in leven.
Ook de Babylonische priester Berossus droeg bij aan het beeld van de Hangende Tuinen. In de derde eeuw v.C. beschreef hij hoe koning Nebukadnezar II hoge terrassen liet aanleggen, vol met bomen en bloemen. Zijn levendige voorstelling van de tuinen zou eeuwenlang kunstenaars blijven inspireren.
Toch stuiten hedendaagse historici bij hun onderzoek altijd op één groot probleem: er zijn geen teksten van vóór de vierde eeuw v.C. bekend die de Hangende Tuinen beschrijven. Dit terwijl Nebukadnezar II in de zesde eeuw v.C. regeerde.
Leestip: Deze 7 adembenemende natuurwonderen zijn verloren gegaan
Er zijn zelfs geen Babylonische teksten gevonden die het bestaan van deze tuinen bevestigen. Omdat geschreven bronnen geen sluitend bewijs boden, hoopten archeologen het mysterie te ontrafelen door de stad zelf op te graven.
De eerste archeologische opgravingen
De eerste grote opgravingen van Babylon vonden plaats tussen 1899 en 1917, onder leiding van de Duitse archeoloog Robert Koldewey. In het zuidelijke paleis stuitte hij op boogvormige, waterbestendige stenen structuren. Koldewey was ervan overtuigd dat deze bogen het fundament moesten hebben gevormd van de beroemde Hangende Tuinen.
Tegenwoordig zijn de meeste wetenschappers er echter van overtuigd dat deze vondst om een magazijn ging. In dezelfde ruimte werden namelijk opslagvaten en kleitabletten gevonden, waarop de verdeling van graan, dadels en specerijen wordt beschreven.
Ook de Britse archeoloog Leonard Woolley vond aanwijzingen die even aan de tuinen deden denken. In de Soemerische stad Ur, ten zuidoosten van Babylon en tevens de vermeende geboortestad van aartsvader Abraham, ontdekte hij handgemaakte gaten in metselwerk. Hij dacht dat deze deel uitmaakten van een ingenieus irrigatiesysteem van de Babyloniërs. Later bleek dat de gaten waarschijnlijk bedoeld waren om het metselwerk gelijkmatig te laten drogen.
De juiste plek?
Omdat er na de opgravingen in Babylon nog steeds geen spoor van de mystieke hangende tuinen werd gevonden, begonnen historici steeds meer te twijfelen aan de bestaande theorieën. Werd er eigenlijk wel op de juiste plek gezocht? Of keek men al die tijd op de verkeerde locatie?
Die gedachte klinkt misschien vergezocht, maar het kwam vaker voor dat Grieks-Romeinse bronnen historische feiten vermengden met mythen en legendes. Zo maakte Diodorus in zijn teksten vaker fouten in de geografische locaties van steden, ook in zijn teksten over Babylon.
Leestip: Deze zeven nieuwe Unesco-werelderfgoedlocaties in Europa zijn een bezoek waard
Volgens recent onderzoek van Assyrioloog Stephanie Dalley van Oxford University zijn de Hangende Tuinen mogelijk niet gebouwd door koning Nebukadnezar II in Babylon, maar door de Assyrische koning Sennacherib in Nineve, in het huidige noorden van Irak. Dalley baseert haar theorie op koninklijke teksten waarin Sennacherib trots vertelt over zijn monumentale bouwwerken, waaronder een tuin naast zijn paleis.
Archeologisch bewijs ondersteunt deze theorie. Zo zijn er reliëfs gevonden van tuinen met irrigatiesystemen en aquaducten. Sennacherib stond bekend om zijn waterbouwkundige innovaties, zoals het beroemde aquaduct naar Nineve. Toch blijft het afwachten of er ooit sluitend bewijs komt om het mysterie van de tuinen te ontrafelen.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!