Dit verhaal verschijnt in de november 2018 editie van National Geographic magazine
Verscholen in een zandsteenwand van een nauwe canyon in Bears Ears National Monument bevindt zich een grot die een bijzonder verhaal vertelt. In december 1893 stuitte veehouder en onderzoeker Richard Wetherill op de grot en vond daarin een bouwwerk bestaande uit stenen die in de prehistorie door inheemse Amerikanen waren opgestapeld. Hij noemde de grot Cave Seven. Hoewel Wetherill later werd bestempeld als ‘vandaal’ en ‘plunderaar’, geldt de grot nog altijd een van de belangrijkste archeologische vindplaatsen in het zuidwesten van de VS.
De plek is nu iets beter bereikbaar dan in Wetherills tijd, maar het is nog altijd een inspannende tocht. Eerst volg je een eindeloze, onverharde hobbelweg en het laatste stuk moet je lopen, voortploeterend door drooggevallen beddingen waar planten groeien die huidirritatie veroorzaken. Alleen de vervagende condenssporen in de lucht herinneren aan de huidige tijd. Wat lijkt op stenen die kraken onder je voeten, zijn in werkelijkheid scherven van kookpotten. Als je weet waar je op moet letten, ontdek je overal iets bijzonders: zo gaat onder een overwoekerde heuvel een kiva schuil, een ceremoniële put, en een vaag spoor door het landschap is een oude weg die dorpen met elkaar verbond. Waar je ook kijkt, overal hebben mensen geleefd en sporen nagelaten.
Wetherill werkte zich door de bovenste laag van de site in Cave Seven heen, verkocht de vondsten aan musea en verzamelaars en liet alleen wat metselwerk en roetvegen ongemoeid. Daarna groef hij verder. Hij had net kennisgemaakt met het principe van de archeologische stratigrafie en wist dat de prehistorie zich laat aflezen uit opeenvolgende lagen – oudere culturen gaan schuil onder recentere. Al gravend ontdekte Wetherill in de bodem van Cave Seven een grafveld dat honderden jaren ouder was dan zijn eerdere vondst. Hij groef 98 skeletten op van de tot dan toe onbekende Basketmakerbeschaving. Diep in deze canyon, diep in het verleden had de ene cultuur plaats moeten maken voor een andere.
Een nieuwe botsing van culturen voltrekt zich momenteel in de westelijke staten van de VS. Van de woestijncanyons in Utah tot de majestueuze sequoia’s in de Pacific Northwest woedt een bittere strijd over het beheer van openbare grondgebieden. Nergens is de sfeer zo grimmig als rond sommige nationale natuurmonumenten, zoals Bears Ears, dat in 2016 in het leven werd geroepen door toenmalig president Obama.
President Donald Trump bracht de omvang van het circa 550.000 hectare grote natuurreservaat vorig jaar december met 85 procent terug en sneed het bovendien in twee delen: Indian Creek en Shash Jáa. Het nabijgelegen Grand StaircaseEscalante National Monument maakte hij 46 procent kleiner. Minister van Binnenlandse Zaken Ryan Zinke stelde voor ook andere gebieden te verkleinen. Een verzoek om een interview sloeg hij af.
In 1906 nam het Congres de Antiquities Act aan, een wet die de oprichting van natuurmonumenten regelt. De wet was onder meer bedoeld om het roven van archeologische artefacten te voorkomen. De president kreeg de bevoegdheid om op federaal grondgebied gelegen ‘historische locaties (...) en andere vanuit historisch of wetenschappelijk oogpunt belangrijke plekken’ te beschermen. Zo’n beslissing hoeft niet te worden bekrachtigd door het Congres. In de wet staat echter niets over het inperken van door voorgangers ingestelde monumenten. Nadat Trump de twee monumenten in Utah had verkleind, werd de rechtmatigheid van dit besluit prompt door vijf partijen aangevochten bij de rechter, die nog vonnis moet wijzen.
Republikeinse presidenten als Theodore Roosevelt, die de Antiquities Act invoerde, beschermden al veel natuurgebieden. Het aantal monumenten en de omvang ervan nam de laatste jaren echter versneld toe, vooral onder Democratische presidenten. Onenigheid over het beheer van beschermde gebieden in het Amerikaanse Westen verdeelt de mensen langs politieke scheidslijnen. Trump staat mijnbouw en boringen toe in beschermde natuur en wateren, versoepelt milieuregels en heft de habitatbescherming op van bedreigde soorten. (Lees ook over het gevecht voor het waaierhoen)
Deze koerswijziging roept voorspelbare reacties op. Veehouders en bedrijven die zich bezighouden met olie en gasboringen, mijnbouw en houtkap staan lijnrecht tegenover wandelaars, vogelaars en natuurbeschermers.
Grondbezit is in de westelijke staten een heet hangijzer sinds de Amerikaanse overheid de inheemse bevolking verjoeg. In de negentiende eeuw schoof de frontier steeds verder naar het westen op. Het uitgeven van land aan homesteaders, spoorwegen, veehouders en mijnbouwbedrijven werd gezien als iets wat nu eenmaal hoorde bij een jonge natie, maar na 1870 kantelde dit denkbeeld. De onafzienbare wouden in het noordelijke Midwesten waren na jaren van intensieve houtkap veranderd in naargeestige, drassige vlakten. Er dreigde, onder meer, een permanent tekort aan timmerhout.
Dit besef leidde ertoe dat de overheid delen van het Amerikaanse grondgebied voor het algemeen nut eeuwigdurend in beheer nam. President Ulysses S. Grant stichtte in 1872 Yellowstone National Park, het eerste nationale park ter wereld. Het Congres verleende de president in 1891 de bevoegdheid natuurreservaten te stichten; de U.S. Forest Service beheert nu miljoenen hectaren bos. In de twintigste eeuw verschoof bij het latere Bureau of Land Management de focus van de verkoop van grasland en woestijn naar die van toezichthouder op begrazing en de winning van mineralen. Handhaving leverde ook toen al felle reacties op. ‘Een slechte en duivelse ontwikkeling,’ klonk het toen de Grand Canyon een beschermde status kreeg.
Dergelijke sentimenten zijn nog steeds springlevend. In het Amerikaanse Westen is nog altijd 230 miljoen hectare grond in handen van de federale overheid – bijna de helft (48 procent) van het totale oppervlak van de elf westelijke staten. In Nevada gaat het zelfs om 80 procent. Elke poging het landgebruik te reguleren leidt tot protesten. Westerners spannen rechtszaken aan en schuwen zelfs geweld niet.
In Nevada staan veehouder Cliven Bundy en zijn zoons symbool voor deze opstandige houding. In 2014 hielden de Bundy’s met een stel medestanders agenten tegen die beslag wilden leggen op de kudde die de familie al ruim twintig jaar liet grazen op federale grond zonder er ooit voor te betalen. Toen twee ranchers het in 2016 aan de stok kregen met beheerders van een natuurreservaat in Oregon en wegens brandstichting in de cel belandden, bezetten Bundy’s zoons het hoofdkantoor van het Malheurwildreservaat. Trump verleende de veroordeelde veehouders onlangs gratie.
Het is een voorspelbaar proces: de overheid verandert regelgeving of besluit eindelijk te gaan handhaven, de spanning loopt op en bereikt op enig moment het kookpunt.
Op een snikhete middag in juli 2017 trekt een bont, in outdoorkleding gestoken gezelschap op naar het parlement van de staat in Salt Lake City. De demonstranten, die petjes met natuur slogans, gehaakte berenoren en pakken met de Amerikaanse zeearend erop dragen, scanderen leuzen en zwaaien met spandoeken.
Het Bears Ears National Monument, waarvan de naam verwijst naar twee net boven de Cedar Mesa uitstekende buttes (tafelbergen), is het resultaat van een zeldzame eensgezindheid onder lokale stammen. Het oorspronkelijke monument omvatte circa honderdduizend historische sites – rotswoningen, kiva’s, great houses en begraafplaatsen als die in Cave Seven. Resten die zijn nagelaten door mensen die het gebied duizenden jaren lang bevolkten, maar eind dertiende eeuw wegtrokken om te ontkomen aan droogte en onderlinge strijd.
Hun nakomelingen, die behoren tot de Hopi, Zuni en Pueblo, beschouwen het gebied als hun bakermat. Jarenlang onderhandelden stamhoofden met de diverse overheden in de hoop een compromis te bereiken over het beheer van het gebied. Toen deze poging strandde in het Congres, drongen ze er bij Obama op aan het gebied een beschermde status te geven.
De noodzaak haast te maken was niet alleen maar politiek van aard. Veel archeologische schatten bleven dankzij het droge klimaat en de rustige ligging lange tijd goed bewaard. Maar in een tijd waarin foto’s zijn voorzien van gpscoördinaten, zijn afgelegen sites makkelijk te vinden. Het aantal bezoekers steeg aanzienlijk.
Door gebrekkig toezicht nam ook de schade toe: mensen namen potscherven mee, bouwden kampvuurtjes van eeuwenoud hout, ontwijdden rotskunst met graffiti en reden met terreinwagens over graven heen. ‘Dat je vindplaatsen beschermt door de locatie geheim te houden, is achterhaald,’ zegt Josh Ewing, directeur van natuurorganisatie Friends of Cedar Mesa.
Onbehouwen bezoekers vormen trouwens niet de enige bedreiging. In navolging van Wetherill gingen veel meer blanke kolonisten op zoek naar zulke sites. ‘Het begon rond 1890,’ zegt Wilkinson, woordvoerder van de indianenstammen. ‘Het aardewerk was te koop in Londen en Berlijn. Zelfs botresten, hele skeletten!’ Ondanks een verbod op het verzamelen van artefacten, ging het plunderen door. In 1986 nam de politie in het dorp Blanding honderden geroofde vondsten in beslag. In 2009 werden daar 26 mensen gearresteerd. De meeste dorpelingen vonden zo’n inval overdreven, maar de indiaanse stammen zagen hierin de bevestiging dat het erfgoed onvoldoende werd beschermd.
Mary Jane Yazzie is een van de weinigen die de taal van de Ute nog vloeiend spreekt. Het uit zicht achter haar huis is zo tijdloos als maar kan. In het westen zie je de buttes van Bears Ears, heilig voor zowel Ute als Navajo. Verder zuid waarts tekent Comb Ridge zich in het landschap af, een 130 kilometer lange zandsteenwand, ‘de ruggengraat van de aarde’ volgens de legende. ‘Dit gebied behoorde toe aan onze grootvaders,’ zegt Yazzie. ‘Ze jaagden. De vrouwen verzamelden kruiden, noten, bessen. We voelen ons zo verbonden met dit gebied dat het lijkt alsof het land ons wil vasthouden. We gaan hier pas weg als we niet meer in leven zijn.’
Hannah Nordhaus schreef American Ghost, over haar familiegeschiedenis in New Mexico. Ze woont in Colorado. Aaron Huey uit Wyoming maakt 3D-modellen van Pueblo-sites in Bears Ears.
Lees het hele verhaal in de november 2018 editie van National Geographic magazine.
Bekijk de fotogalerij met bedreigd cultureel erfgoed
Lees ook: Vechten voor het waaierhoen