Nu de relatie van Noord-Korea met de rest van de wereld op een nieuw en onvoorspelbaar punt is beland, presenteert National Geographic INSIDE NORTH KOREA'S DYNASTY. Woensdagavond 27 Februari om 23:00.
Als kind dat in de jaren zestig van de vorige eeuw opgroeide, werd Mark Doran gefascineerd door stoomlocomotieven. In 1978, tien jaar nadat stoomtreinen in zijn geboorte-eiland Groot-Brittannië geleidelijk aan uit de roulatie waren genomen, reisde hij naar Oost-Duitsland om “op stoom te jagen” en ook omdat het een “verboden land” was.
Veertig jaar later voerde dezelfde passie Doran naar Noord-Korea – voor de tweede keer. In 2016 had hij al de trein van Moskou via Ulaanbaatar naar Beijing genomen, die dwars door Siberië en Mongolië naar Pyongyang rijdt.
Maar afgelopen september koos de gepensioneerde medewerker van de Britse Spoorwegen voor een nóg afgelegener route: van Pyongyang naar de noordoostkust van de Volksrepubliek Noord-Korea, langs steden en dorpen die al sinds lange tijd voor buitenlanders zijn gesloten.
“Ik vond dat het ultieme treinavontuur,” zei Doran tegenover National Geographic Travel.
In september reisde zijn groep van Pyongyang naar Rason, bij de grens met Rusland en China. Nog maar een jaar eerder was deze trip voor buitenlanders onmogelijk, aldus de in Beijing gevestigde touroperator Koryo Tours, die de reis organiseerde. (Zoals alles in Noord-Korea is de toekomst van deze reismogelijkheid onduidelijk en onderhevig aan de grillen van het regime.)
Toeristische uitstapjes naar Noord-Korea zijn nog steeds zeldzaam, maar het feit dat het überhaupt mogelijk is, zal de meeste westerlingen verrassen.
Ook Zuid-Koreanen, wier land officieel nog in oorlog met Noord-Korea verkeert, mogen niet naar het buurland reizen, maar elk jaar plannen enkele duizenden toeristen (grotendeels Europeanen, Japanners, Australiërs, Canadezen en een handvol Russen) een trip ten noorden van de zwaarst versterkte gedemilitariseerde zone ter wereld.
Buitenlanders mogen in Noord-Korea niet op binnenlandse treinen reizen, maar er is één uitzondering: een paar keer per maand gaat er volgens Koryo een nachttrein vanuit Pyongyang, die via de ‘Vriendschapsbrug’ op de grens met Rusland naar Moskou rijdt. Op weg naar de grens stopt de trein in de Noord-Koreaanse stad Rason, in het uiterste noordoosten van het land, waar reizigers kunnen uitstappen en hun reis naar Rusland of China kunnen voortzetten.
“Ons kleine gezelschap van twaalf avonturiers reisde 36 uur lang door prachtige en ongerepte landschappen en langs een verbluffende kustlijn,” zei Doran.
Anders dan op een gewone vakantie wordt de bewegingsvrijheid van de toeristen op dit soort reizen niet vergroot maar beperkt. De reis wordt nauwlettend in de gaten gehouden en de reizigers worden begeleid door ‘gidsen’ van de regering. Buitenlanders krijgen alleen te zien wat het regime wil dat ze zien.
De meeste rondleidingen in Noord-Korea beperken zich tot Pyongyang, de smetteloze hoofdstad waar de elite mag wonen. Inwoners en toeristen bezoeken hier de monumenten en kunnen er ook uitgebreid dineren (om berichten over hongersnoden en ondervoeding tegen te spreken). In een jaar als 2018 konden toeristen ook getuige zijn van groots opgezette spektakels als de ‘Massaspelen’.
In september werden deze Spelen na een onderbreking van vijf jaar weer gehouden, ditmaal ter gelegenheid van het zeventigjarige bestaan van de Volksrepubliek. “Als je denkt aan een soort Olympische openingsceremonie, maar dan in het kwadraat en honderdmaal zo massaal, dan kom je in de buurt,” zei een medepassagier, de Britse Ruth Clark.
Voor de meerdaagse festiviteiten waren zo’n honderdduizend deelnemers en performers opgetrommeld. De Spelen zijn een feestelijke opeenvolging van gymnasten en dansers in een decor van communistische slogans en symboliek, waaronder een massaal en gesynchroniseerd menselijk mozaïek van duizenden studenten, die gekleurde boeken omhooghouden en omdraaien.
De treinreis door het Noord-Koreaanse platteland is een heel andere ervaring. De oprichter van Koryo, Nicholas Bonner, legde de route in 2004 af voor zijn documentaire State of Mind, een film over twee jonge gymnasten die trainden voor de Massaspelen. Gezien de achtergebleven ontwikkeling van Noord-Korea is er volgens hem sinds die eerste reis weinig in het land veranderd.
“Geen moderne gebouwen en een van de mooiste kustlijnen in Oost-Azië,” vat Bonner het samen. “Ongerepte stranden, kleine baaitjes. Het is een van de meest onverstoorde kustlandschappen die je je kunt voorstellen. Armoedig maar adembenemend.”
“Het is niet de snelste trein die er bestaat. Als je eraf zou vallen, zou je er waarschijnlijk na een sprintje weer op kunnen springen,” grapte hij.
De staat waarin de Noord-Koreaanse Spoorwegen verkeren, is in één woord ‘beschamend’, zoals de huidige leider van het land, Kim Jong-un, tegenover de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in toegaf toen de leiders elkaar in april ontmoetten. De gesprekken gingen onder meer over een spoorverbinding tussen beide landen. Daarentegen kent het buurland Zuid-Korea een internationaal geprezen netwerk van hogesnelheidslijnen.
Op 30 november 2018 werd voor het eerst een verkennende treinreis vanaf de Gedemilitariseerde Zone ondernomen, waarbij ingenieurs van beide landen het Noord-Koreaanse spoorwegennet onderzochten.
De huidige trein die vanaf Pyongyang rijdt, is zeer gebrekkig. “Het was een oude Sovjettrein uit de jaren vijftig of zestig van de vorige eeuw, en ik denk niet dat er sindsdien veel is veranderd,” zei medereiziger Ruth Clark, een 48-jarige Britse personeelsmanager. “Maar hij was proper, de toiletten werden schoongehouden en hadden altijd wc-papier, de coupés waren prima, het beddengoed was schoon en we konden allemaal wat nachtrust meepakken.”
De internationale trein stond in schril contrast met de binnenlandse rijtuigen, die Doran ‘smerig’ noemde. Al met al duurde de reis “34 uur, wat vreselijk klinkt, maar de tijd ging echt snel voorbij en er viel veel door de raampjes te zien,” zei Clark.
Er was geen restauratiewagen, maar de groep was van tevoren in Pyongyang naar een supermarkt gegaan om snacks en bier in te slaan; de prijs voor de boodschappen werd zonder apparatuur in kasboeken opgeteld.
Vanuit de trein zwaaiden de passagiers naar de Noord-Koreaanse arbeiders die ze zagen lopen. “Veel mensen, vooral kinderen, zwaaiden terug. We waren misschien wel de eerste buitenlanders die ze ooit hadden gezien,” zei Doran.
“Het centrale hoogland bestaat uit ongerepte, beboste bergen en valleien, en terwijl we door een landschap reisden dat nergens anders in de wereld is te zien, genoten we van prachtige uitzichten op de wouden. De akkers werden bewerkt door teams van landarbeiders. Het vervoer verliep grotendeels per fiets en af en toe een ossenwagen, over stoffige landwegen. Weinig wees erop dat het 2018 was en niet honderd jaar geleden,” zei hij.
Doran en tourgids Ian Bennett waren verrast toen de trein kort in Chongjin stopte en ze een stoomlocomotief op het emplacement zagen staan, “een van de laatste stoomtreinen in reguliere dienst ter wereld,” zei Doran.
Als buitenlanders in een internationale wagon werden ze afgeschermd van Noord-Koreaanse burgers.
“We werden in onze wagon opgesloten, zodat we weinig contact hadden met de plaatselijke bevolking,” zei Clark. “Onze bewakers en enkele Noord-Koreaanse diplomaten zaten bij ons in het rijtuig. Tijdens tussenstops op verschillende stations mochten we de trein uit, wat ons aanvankelijk was verboden. Dus dat was een extraatje, want het werd erg bedompt.”
Bij aankomst in Rason zei Doran dat hier “een interne ‘grens’ loopt om te voorkomen dat burgers zonder toestemming reizen. Onze paspoorten werden gecontroleerd. Meerdere passagiers werden uit de trein gezet, maar niemand uit onze groep werd weggestuurd omdat de bewakers geen diplomatiek incident wilden uitlokken door al te streng te zijn. Zij waren duidelijk nerveuzer dan wij!”
Eenmaal in Rason merkten de westerlingen tot hun verbazing dat ze een tijdje zonder begeleiding door de stad mochten slenteren. Rason is een ‘Speciale Economische Zone’ die bestaat uit de steden Rajin en Sonbong (samengevoegd tot ‘Rason’), beide dichtbij de grens met de Chinese provincie Jilin en het Russische district Chasanski, in de Primorski Kraj. Traditioneel gezien is Rason voor beide landen altijd een warmwaterhaven geweest, dus de mensen hier zijn gewend aan buitenlanders.
Er staat hier ook een casino – voor Chinese bezoekers, want Noord-Koreanen mogen niet gokken. Ook de enige Noord-Koreaanse markt die voor buitenlanders toegankelijk is, bevindt zich in Rason. In de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is in de dubbelstad bij wijze van experiment een visindustrie opgezet, maar zoals veel andere zaken in het land is die ontwikkeling tot stilstand gekomen door geopolitieke spanningen.
Toch kregen de passagiers hier de mogelijkheid om na een lange treinreis onbekommerd rond te slenteren.
Clark besloot ochtendwandelingen rond het plein van hun hotel te maken. “Het was een leuke manier om de plaatselijke bevolking bij haar dagelijkse bezigheden te observeren,” zei ze. Clark kreeg zelfs een massage.
Doran waagde zich in een plaatselijke kroeg. “De barvrouw was verrast me te zien, en om een biertje te krijgen moest ik wijzen naar het drankje van een andere klant,” zei hij. Uiteindelijk dronk hij met nog drie gasten een paar biertjes. “Uiteindelijk arriveerde er ook een ‘gids’, misschien om aan de gezelligheid deel te nemen, maar misschien ook om te controleren of we er niet vandoor waren gegaan.”
Er waren nog meer contacten met de plaatselijke bevolking. De groep bracht een bezoek aan een weeshuis en woonde een Engelse les voor een klas van 16-jarigen bij. “We praatten over familie en hobby’s, maar we hielden ons verre van politieke onderwerpen, hoewel we zonder toezicht over alles mochten praten,” zei Doran.
Het is onduidelijk of deze treinritten in de toekomst verder geëxploiteerd zullen worden. Volgens het Zuid-Koreaans persbureau Yonhap hoopte president Moon van Zuid-Korea eind vorig jaar twee spoorverbindingen met het noorden te openen. Dat kan een puur symbolisch gebaar zijn, want de sancties zijn nog niet opgeheven. Maar misschien zullen de burgers van de beide Korea’s in de toekomst weer met elkaar in de trein kunnen praten. Treinreizen hebben iets onweerstaanbaar romantisch, hoe grimmig de alledaagse realiteit ook is.
“Je raakt met mensen in contact. Je bent allemaal op reis. Je deelt eten en je gaat met elkaar om,” zei Bonner. “Het reizen per trein heeft een heel bijzondere sfeer.”
Freelance-journalist Soo Youn woont afwisselend in New York en Los Angeles. Zelfstandig fotograaf Davide Monteleone richt zich op langetermijnprojecten. Volg hem op Instagram @davidemon.
Bekijk ook: Zeldzame foto’s van de Chinese grens met Noord-Korea
Lees ook: 30x bijzonder alledaagse momenten in Noord-Korea
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com