Op de derde etage van het Museum of the Bible in Washington DC wordt aan de hand van een breed opgezette, vaste tentoonstelling het verhaal verteld van enkele oude geschriften die uitgroeiden tot ’s werelds meest gelezen boek. In het ‘heilige der heilige’, het hart van de tentoonstelling, worden enkele van de kostbaarste stukken van de collectie in gedempt licht getoond: fragmenten van de Dode Zee-rollen, originele teksten uit de oudheid die behoren tot de vroegste kopieën ter wereld die van de Hebreeuwse Bijbel bewaard zijn gebleven.

Maar onlangs moest het museum in Washington DC de bittere waarheid erkennen dat geen van deze fragmenten authentiek is. Vorige week vrijdag maakte een groep onafhankelijke experts die door het Museum of the Bible zelf was ingehuurd, bekend dat alle zestien fragmenten van de Dode Zee-rollen die de instelling in haar bezit heeft, moderne vervalsingen zijn. De nepfragmenten hebben verzamelaars, enkele van de meest vooraanstaande Bijbelexperts en ook de oprichter van het museum om de tuin geleid. Medewerkers van het museum onthulden de resultaten van het onderzoek op een academisch congres dat door het museum werd georganiseerd.

“Het Museum of the Bible probeert zo transparant mogelijk te zijn,” zegt directeur Harry Hargrave. “Wij zijn slachtoffers, slachtoffers van misleiding en fraude.”

In een rapport van ruim tweehonderd pagina’s toonde het team onder leiding van Colette Loll, een expert in kunstvervalsingen, aan dat de museumstukken weliswaar op stukken leer uit de oudheid zijn vervaardigd, maar dat ze waren bewerkt om op fragmenten van Dode- Zee-rollen te lijken en met moderne inkt waren beschreven. “Deze fragmenten werden gemanipuleerd met het doel om te misleiden,” zegt Loll.

De resultaten stellen geen vraagtekens bij de echtheid van de 100.000 echte fragmenten van de Dode Zee-rollen, waarvan het merendeel wordt bewaard in de Schrijn van het Boek, een vleugel van het Israëlmuseum in Jeruzalem. Maar de bevindingen roepen wel kritische vragen op over fragmenten van de Dode Zee-rollen die na 2002 zijn opgedoken, een groep van zo’n zeventig snippers met Bijbelse teksten die in de jaren 2000 op de markt voor oudheden verscheen. Al vóór de publicatie van het nieuwe rapport meenden sommige geleerden dat de meeste van deze ‘post-2002-fragmenten’, zo niet alle, moderne vervalsingen waren.

“Als je eenmaal weet dat één of twee van die fragmenten vervalst zijn, weet je dat het waarschijnlijk allemaal nepfragmenten zijn, omdat ze dezelfde oorsprong hebben en er feitelijk hetzelfde uitzien,” zegt Årstein Justnes, een onderzoeker van de Noorse Universiteit van Agder die in zijn project ‘Lying Pen of Scribes’ de herkomst van de post-2002-fragmenten wist te achterhalen.

Sinds het Museum of the Bible in 2017 zijn deuren opende, heeft het opdracht gegeven tot het testen van vijf fragmenten, die naar de Duitse Bundesanstalt für Materialforschung und -prüfung (BAM) werden gestuurd. Eind 2018 maakte het museum de resultaten van die tests wereldkundig: alle vijf geteste fragmenten waren waarschijnlijk moderne vervalsingen.

Maar hoe zit het met de andere elf fragmenten? En hoe slaagden de vervalsers erin om de meest vooraanstaande geleerden op het gebied van de Dode Zee-rollen, en het Museum of the Bible zelf, om de tuin te leiden?

“Het was en is nog steeds een interessant detectiveverhaal,” zegt Jeffrey Kloha, hoofdcurator Bijbelteksten van het museum. “We hopen echt dat dit instellingen en onderzoekers zal helpen, want we denken dat dit een goede basis biedt voor het bestuderen van andere stukken, ook al gaat het daarbij weer om andere vraagstukken.”

Onder de microscoop

Om zijn fragmenten nader te laten onderzoeken nam het Museum of the Bible in februari 2019 contact op met Loll en haar bedrijf Art Fraud Insights, en verzocht haar om alle zestien objecten aan een grondig fysiek en chemisch onderzoek te onderwerpen. Voor Loll zijn vervalsingen geen onbekend terrein. Nadat ze haar master Kunstgeschiedenis aan de George Washington University had behaald, richtte zij zich op het bestuderen van de internationale kunstcriminaliteit, leidde onderzoeken naar vervalsingen en gaf FBI-agenten trainingen op het gebied van cultureel erfgoed.

Loll benadrukt haar onafhankelijke rol. Het Museum of the Bible had geen enkele zeggenschap over de bevindingen van haar team en haar rapport zou het laatste woord zijn en openbaar worden gemaakt. Het Museum of the Bible ging akkoord met de voorwaarden. “Eerlijk gezegd heb ik nog nooit met een museum samengewerkt dat zó openhartig was,” zegt Loll.

Loll stelde snel een team van vijf conservatoren en wetenschappers samen. Van februari tot oktober 2019 brachten de onderzoekers geregelde bezoeken aan het museum en bespraken de resultaten. Tegen de tijd dat het rapport klaar was, in november 2019, waren ze unaniem in hun bevindingen: alle zestien fragmenten leken moderne vervalsingen te zijn.

Het team kwam tot de slotsom dat de fragmenten van het verkeerde materiaal waren vervaardigd. Bijna alle authentieke fragmenten van de Dode Zee-rollen zijn gemaakt van gelooid of licht gelooid perkament, maar ten minste vijftien van de zestien fragmenten in het Bijbelmuseum zijn van leer, dat dikker en hobbeliger is en meer rafels vertoont.

Onderzoeker Abigail Quandt hoofd boek en papierconservering van het Walters Art Museum in Baltimore onderzoekt een fragment uit het Bijbelboek Genesis op afwijkende kenmerken aan de oppervlakte van het leer Het was onze gezamenlijke doelstelling om geleerden die onderzoek doen naar de Dode Zeerollen van dienst te zijn zegt zij
Onderzoeker Abigail Quandt, hoofd boek- en papierconservering van het Walters Art Museum in Baltimore, onderzoekt een fragment uit het Bijbelboek Genesis op afwijkende kenmerken aan de oppervlakte van het leer. “Het was onze gezamenlijke doelstelling om geleerden die onderzoek doen naar de Dode Zee-rollen, van dienst te zijn,” zegt zij.
Rebecca Hale, Ngm Staff

Het team denkt dat het leer zelf uit de oudheid stamt en mogelijk oude resten uit de Woestijn van Judea of een andere plek zijn. Een van de fascinerende mogelijkheden is dat ze afkomstig zijn van leren schoenen of sandalen uit de oudheid. Een van de fragmenten vertoont namelijk een rij sporen die die doet denken aan een serie opzettelijk geboorde gaatjes, vergelijkbaar met vetergaten in schoenen uit de Romeinse tijd.

Daarnaast bleek uit tests onder leiding van Jennifer Mass, directeur van Scientific Analysis of Fine Art, dat de vervalsers de fragmenten in een amberkeurige oplossing hebben gedrenkt, waarschijnlijk een lijmsoort die uit dierenhuid werd gewonnen. Door de behandeling werd het leer niet alleen gestabiliseerd en glad genoeg om op te schrijven, maar bootste het ook het kenmerkende ‘lijmachtige’ oppervlak van de Dode Zee-rollen na. Gedurende millennia van blootstelling aan de elementen is het collageen in het oude perkament van die fragmenten afgebroken tot gelatine, dat zich daarna heeft verhard en deze authentieke fragmenten een gom- en lijmachtig voorkomen geven.

Maar het meest vernietigend was dat een zorgvuldige analyse onder de microscoop aantoonde dat de schrifttekens op de fragmenten op stukken leer waren gepend die al zeer oud waren. Op veel van de stukken waren verdacht glimmende opeenhopingen van inkt in scheurtjes en ook druppels inkt aan de rafelranden te herkennen, wat erop wijst dat het leer niet nieuw was toen erop werd geschreven, zoals het geval zou zijn geweest als de stukken echt zouden zijn. Op andere fragmenten liepen de pennenstreken van de vervalsers duidelijk over het hobbelige korstje mineralen dat zich in de loop der tijd op het oude leer had afgezet.

“Het materiaal is verweerd. Het is heel bros en stijf,” zegt Abigail Quandt, een van de leden van het team en hoofdcurator boek- en papierconservering van het Walters Art Museum in Baltimore. “Geen wonder dat de geleerden dachten dat het om onervaren schrijvers ging, want ze hadden grote moeite om de schrifttekens vorm te geven en hun ganzenveren onder controle te houden.”

Misschien om de ongerijmdheden in het materiaalgebruik te verhullen waren de vervalste fragmenten naderhand besprenkeld met stof dat bestond uit kleimineralen die overeenstemden met afzettingen in Qumran, waar de oorspronkelijke Dode Zee-rollen werden ontdekt.

Uit nog nauwkeuriger chemische analyses onder leiding van Aaron Shugar, expert in conserveringstechnieken aan het Buffalo State College, kwamen nog meer bedenkingen aan het licht. Door de fragmenten met röntgenlicht te beschijnen, konden de onderzoekers de verschillende chemische elementen aan het oppervlak van de leren stukjes in kaart brengen. Daaruit bleek dat het leer was doordrenkt met kalk. De verdeling van het element wees er duidelijk op dat het leer was bewerkt met een kalkoplossing om de haartjes chemisch uit de huid te verwijderen. Hoewel uit recent onderzoek is gebleken dat ten minste enkele authentieke fragmenten van de Dode Zee-rollen mogelijk met een kalkoplossing zijn bewerkt, zijn geleerden er lange tijd van uitgegaan dat deze techniek pas in gebruik kwam nadat de Dode Zee-rollen werden vervaardigd.

Onbekende herkomst

Hoewel de auteurs van het rapport diep ingaan op de vervaardiging van de objecten, doen ze geen uitspraken over hun provenance, oftewel de keten van eigendomsverhoudingen die helemaal tot aan de oorspronkelijke herkomst van een object is te herleiden. Voor Justnes is het ontbreken van zo’n achtergrondverhaal in het geval van de post-2002-fragmenten een groter probleem dan eventuele chemische bewijzen van vervalsing.

“We mogen hopen dat de post-2002-fragmenten vervalsingen zijn. Als het nepfragmenten zijn, zijn we om de tuin geleid, maar als het echte voorwerpen zonder een duidelijke provenance zijn, dan moet het om geplunderde en gesmokkelde waar gaan en kunnen ze in verband worden gebracht met een of ander crimineel verleden,” zegt hij.

De authentieke Dode Zee-rollen werden in 1947 ontdekt toen bedoeïenenherders in de grotten van Qumran, in het toenmalige Palestina, kruiken van klei vonden waarin duizenden rollen van perkament waren opgeslagen. Tot de ruim 1800 jaar oude handschriften behoorden enkele van de vroegste kopieën van de Hebreeuwse Bijbel die bewaard zijn gebleven.

Om het oppervlak van de leerfragmenten nauwkeurig te kunnen bestuderen maakten de onderzoekers gebruik van multispectraalopnamen waarbij de voorwerpen onder licht van verschillende golflengten werden gefotografeerd
Om het oppervlak van de leerfragmenten nauwkeurig te kunnen bestuderen, maakten de onderzoekers gebruik van multispectraalopnamen, waarbij de voorwerpen onder licht van verschillende golflengten werden gefotografeerd.
Rebecca Hale, Ngm Staff

“De ontdekking van de Dode Zee-rollen is zonder twijfel de belangrijkste vondst van Bijbelse geschriften van de afgelopen eeuw,” zegt Kloha. “De ontdekking heeft onze kennis over de Bijbelteksten duizend jaar verder naar het verleden opgeschoven, vergeleken met de kopieën waarop we tot dan toe moesten afgaan. Ze vertoonden enige afwijkingen van die latere kopieën, maar ze sloten vooral opmerkelijk goed aan op de traditionele overlevering van de Hebreeuwse Bijbel.”

Gedurende de jaren vijftig kocht een in Bethlehem wonende kunsthandelaar met de naam Khalil Iskander Shahin, beter bekend als ‘Kando’, talloze fragmenten van plaatselijke bedoeïenen op en stuurde ze naar verzamelaars in de hele wereld. Maar in de jaren zeventig werd deze plundering van de Dode Zee-rollen een halt toegeroepen onder de nieuwe UNESCO-conventie inzake cultureel erfgoed en met een nieuwe Israëlische wet op de handel in oudheden. Tegenwoordig kunnen privéverzamelaars bieden op snippers die van de huidige wetgeving zijn uitgezonderd, doorgaans kleine fragmenten die gedurende de jaren vijftig en zestig op de markt kwamen.

Maar in 2002 veranderde de situatie drastisch, toen antiquairs en Bijbelgeleerden plotseling stukjes tekst begonnen te onthullen die sterk deden denken aan verloren gewaande fragmenten van de Dode Zee-rollen. Veel van die gekreukte, bruine snippers – de meeste niet groter dan een muntstuk – zouden afkomstig zijn van Kando en zijn familie, die naar verluidt delen van een collectie verkochten die lang geleden in een kluis in Zwitserland was opgeslagen.

Eind jaren 2000 veranderde de gestage stroom van fragmenten in een stortvloed van minstens zeventig fragmenten. Verzamelaars en musea lieten zich de kans niet ontgaan om een fragment van een van de oudste Bijbelteksten ter wereld in hun bezit te krijgen. Onder hen was ook de oprichter van het Museum of the Bible, Steve Green, eigenaar van de hobbywinkel Hobby Lobby. In 2009 gaven Green en Hobby Lobby een fortuin uit aan de aanschaf van Bijbelmanuscripten en andere voorwerpen die het hart van de vaste collectie van een nieuw Museum of the Bible zouden vormen. Tussen 2009 en 2014 kocht Green in vier clusters zestien fragmenten van de Dode Zee-rollen, waaronder de zeven fragmenten die hij direct van William Kando, de oudste zoon van de oorspronkelijke kunsthandelaar, kocht.

Aanvankelijk meenden experts op het gebied van de Dode Zee-rollen dat de post-2002-stukken, waaronder die van Green, authentiek waren. In 2016 publiceerden enkele vooraanstaande Bijbelgeleerden een boek over de fragmenten van het Museum of the Bible waarin ze de stukken dateerden in de tijd van de Dode Zee-rollen. Maar enkele maanden vóór publicatie van dat boek waren er bij sommige geleerden al twijfels gerezen over de echtheid van de fragmenten.

In 2016 begonnen meerdere onderzoekers, onder wie Justnes en Kipp Davis, expert van de Trinity Western University in Canada en een van de redacteuren van de genoemde publicatie, zich uit te spreken over aanwijzingen dat enkele post-2002-fragmenten uit Noorwegen onecht zouden zijn. In 2017 publiceerde Davis aanwijzingen die vraagtekens zetten bij de echtheid van twee fragmenten uit het Museum of the Bible, waaronder een stuk dat bij de opening van het museum in 2017 werd tentoongesteld. Op een van die fragmenten waren schrifttekens te zien op plekken waar ze nooit zouden zijn neergepend als het oppervlak van het leer nieuw was geweest. Op een ander fragment stond een Griekse letter alfa op een plek waar in een geannoteerde uitgave van de Hebreeuwse Bijbel uit de jaren dertig een voetnoot met diezelfde letter was aangegeven.

Na het verschijnen van het nieuwe rapport menen de onderzoekers dat er nader gekeken zal moeten worden naar de grillige route die de fragmenten op de wereldwijde markt in antiquiteiten hebben afgelegd. “Als je iemand hebt die misleidt en je hebt iemand die daarin gelooft, dan is er sprake van een intieme verwevenheid,” zegt Loll. “Om die verwevenheid te achterhalen heb je veeleer kennis van de zwarte markt nodig dan kennis van materialen.”

Ondanks het feit dat de vervalste stukken bij vier verschillende gelegenheden door vier verschillende mensen zijn aangekocht, concludeert het rapport dat alle zestien Dode Zee-fragmenten van het Museum of the Bible op dezelfde manier zijn vervalst, wat er duidelijk op wijst dat ze dezelfde herkomst hebben. De identiteit van de vervalser(s) is vooralsnog onbekend, maar het is ook mogelijk dat de verkopers van de fragmenten zelf zijn misleid toen ze de stukken van andere handelaren of verzamelaars kochten.

National Geographic heeft geprobeerd contact op te nemen met de drie Amerikanen die fragmenten van de Dode Zee-rollen aan Green hebben verkocht. Boekverkoper Craig Lampe, van wie Green in 2009 vier fragmenten aankocht, antwoordde niet op onze verzoeken om commentaar die wij hem via zijn zakenpartner deden toekomen. Ook verzamelaar Andrew Stimer, die in 2014 vier fragmenten aan Green verkocht, reageerde niet op onze verzoeken om commentaar.

Michael Sharpe, een boekverzamelaar die eerder in Pasadena, Californië, was gevestigd en in februari 2010 één fragment van de Dode Zee-rollen aan Green verkocht, reageerde wél. In een interview met National Geographic toonde hij zich geschokt en vol ongeloof over het feit dat het door hem verkochte fragment – dat hij eerder voor zijn eigen collectie had aangekocht – een vervalsing was. “Ik ben er ziek van,” zegt hij. “Ik had géén idee, ik had niets in de gaten!”

Het was William Noah, een arts en tentoonstellingscurator uit Tennessee, die Sharpe naar aanleiding van een rechtszaak tegen Bruce Ferrini, een inmiddels overleden antiquiteitenhandelaar, in de wereld van de Dode Zee-rollen introduceerde. Eind 2003 werd Ferrini door Noah aangeklaagd wegens het verduisteren van fondsen voor Noah’s geplande aankoop van een 1700 jaar oud papyrusfragment van het Evangelie van Johannes ten behoeve van de rondreizende expositie die hij samenstelde. Ferrini ging uiteindelijk bankroet als gevolg van rechtszaken die door Noah en anderen werden aangespannen.

De onderzoekers analyseerden het oppervlak van alle zestien fragmenten onder de microscoop waarbij ze uiterst voorzichtig te werk gingen om de fragiele en broze stukjes leer niet te beschadigen

In de nasleep van deze affaire kreeg Noah twee fragmenten uit de nalatenschap van Ferrini in zijn bezit, stukken die ooit eigendom waren geweest van de familie Kando: een minuscuul fragment van het Bijbelboek Jeremia en een klein stukje van een rabbijns commentaar op het Boek Genesis. “We noemden ze altijd ‘Dode Zee-cornflakes’, omdat ze zo klein waren,” zegt Noah.

Noah probeerde de fragmenten terug te geven aan de familie Kando, maar de Kando’s waren bereid om de fragmenten in plaats daarvan tegen een zacht prijsje aan Noah en Sharpe te verkopen. Volgens Noah vond de kennismaking tussen Kando en Sharpe in het kader van deze verkoop plaats. Jaren later verkocht Kando het grotere fragment uit het Boek Genesis dat uiteindelijk in het Museum of the Bible belandde, direct aan Sharpe.

Zowel Noah als Sharpe zegt dat vooraanstaande experts de echtheid van de aangekochte fragmenten onderschreven. Volgens documenten die zijn verstrekt door Nat Des Marais, een voormalige zakenpartner van Sharpe, was James Charlesworth, een expert op het gebied van de Dode Zee-rollen van het Princeton Theological Seminary die in 2019 met pensioen ging, een van degenen die het Genesis-fragment authenticeerden.

“Hoe kan dit een vervalsing zijn? Hoe kan dit een nepverhaal zijn?” vraagt Noah zich af. “Dat is de vraag waar het nu om gaat. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Hoe kan het dat al deze internationale experts dit niet hebben gezien?”

In een e-mail schreef Charlesworth dat hij het fragment eerder ten behoeve van andere geleerden heeft omschreven als een stuk dat waarschijnlijk authentiek was, maar dat de datering en locatie ervan niet overeenkwam met die van de Dode Zee-rollen uit Qumran. Maar na een foto van het fragment nog eens nader te hebben bekeken, toont Charlesworth zich nu sceptisch. “Ik heb problemen met het handschrift; het ziet er nu verdacht uit,” zegt hij.

Volgens Charlesworth heeft hij stukjes onbeschreven leer uit de oudheid op de markt zien opduiken. “In het verleden heb ik weleens tegen een bedoeïen gezegd dat een bepaald stuk waardeloos was omdat er geen schrifttekens op stonden, waarmee ik vermoedelijk onbewust heb aangegeven hoe je zo’n stuk leer waardevol kon maken,” zegt hij.

Tot dusver heeft William Kando, die zeven fragmenten aan Green verkocht, niet gereageerd op ons verzoek om commentaar dat wij hem per e-mail hebben gestuurd. In een eerder interview met National Geographic-redacteur Robert Draper ontkende Kando dat de door hem verkochte fragmenten onecht waren. (Lees het verhaal van Draper in National Geographic Magazine.)

De talloze connecties tussen de Kando’s en de vervalste fragmenten hebben de aandacht van andere experts getrokken. “Alle wegen leiden naar Bethlehem,” zegt Lawrence Schiffman, expert in het Hebreeuws aan de New York University en adviseur van het Museum of the Bible, op de persconferentie van vorige week vrijdag.

De bladzijde omslaan?

De ophef over de bevindingen van het rapport zouden vérstrekkende gevolgen kunnen hebben. De totale omvang van de collectie bewaard gebleven Dode Zee-rollen wordt nu gecorrigeerd en daarnaast beschrijft het rapport een procedure waarmee de authenticiteit van andere post-2002-fragmenten kan worden getest. Dat soort fragmenten zijn in het bezit van instellingen in de hele wereld, waaronder de Azusa Pacific University in Californië en het Southwestern Baptist Theological Seminary in Texas. “Je moet roeien met de riemen die je hebt, nietwaar?” zegt Loll.

Het rapport kan ook leiden tot een herwaardering van het boek waarmee de fragmenten van het museum in 2016 aan de wetenschappelijke wereld werden voorgesteld: Dead Sea Scrolls Fragments in the Museum Collection. Een van de hoofdauteurs van dat boek, de vooraanstaande Bijbelgeleerde Emanuel Tov, las het nieuwe rapport op verzoek van National Geographic en heeft daarna de volgende verklaring afgegeven:

“Ik zal niet zeggen dat er zich onder de Museum of the Bible-fragmenten geen onechte stukken bevinden, maar naar mijn mening is hun onechtheid nog altijd niet zonder enige twijfel bewezen. Deze twijfel berust op het feit dat soortgelijke analyses niet zijn uitgevoerd op de onaangevochten manuscripten van de Dode Zee-rollen noch op fragmenten uit de Woestijn van Judea uit een latere tijd dan Qumran, om op die wijze een basislijn ter vergelijking te creëren. Het rapport verwacht van ons dat wij tot de slotsom komen dat er talloze ongerijmdheden zijn aangetroffen, maar zonder aan te tonen wat de norm is.”

Brill, de uitgever van het boek, wacht nadere informatie af. “Als wordt bevestigd dat alle fragmenten vervalst zijn, zal het boek worden teruggetrokken en niet langer in de handel zijn,” zei Brill in een verklaring.

Intussen roepen sommige geleerden op tot drastischer maatregelen. “Al deze materialen beschikken over documenten waarin staat dat de geschriften eerder onder de desbetreffende wetgeving inzake antiquiteiten zijn geëxporteerd,” zei Schiffman vorige week vrijdag. “Ondanks het feit dat het pijnlijk is om te moeten toegeven dat je bent misleid, moeten de slachtoffers dus bij de Amerikaanse, Israëlische en internationale autoriteiten alle mogelijke genoegdoening vanuit het strafrecht of het burgerlijk recht gaan onderzoeken.”

De bekendmaking richt de schijnwerpers ook op de wijze waarop het Museum of the Bible zijn collectie oorspronkelijk heeft opgebouwd. In 2017 werd Hobby Lobby door de Amerikaanse autoriteiten gedwongen om 5500 illegaal geïmporteerde kleitabletten aan Irak terug te geven en een boete van drie miljoen dollar te betalen. In 2019 maakten werknemers van het museum bekend dat elf papyrusfragmenten uit de museumcollectie door Oxford-professor Dirk Obbink aan Hobby Lobby waren verkocht. Obbink wordt ervan beschuldigd dat hij de fragmenten heeft gestolen uit een papyruscollectie die hij beheerde.

Green en werknemers van het museum beweren al geruime tijd dat ze rond de tijd van de aankopen onjuist zijn geadviseerd en dat ze hun collectie te goeder trouwe hebben opgebouwd. Maar het Museum of the Bible stelt zich nu wat bescheidener op en probeert het vertrouwen van experts en publiek te herwinnen. In 2017 werd Kloha door het museum gevraagd om toezicht te houden op de collecties, en in november 2019 vroeg het museum Hargrave, die eerder was betrokken bij de bouw van het museum, om als derde directeur in twee jaar tijd aan te treden.

In interviews met National Geographic spreekt de nieuwe leiding van het Museum of the Bible de hoop uit dat de analyse ten goede komt aan internationale experts op het gebied van de Dode Zee-rollen. Volgens Kloha en Hargrave overweegt het museum een revisie van zijn eigen expositie over de Dode Zee-rollen, waarbij de nadruk meer zou komen te liggen op de wijze waarop de onderzoekers de vervalsingen hebben ontdekt.

“Ik had gehoopt dat we één authentiek fragment zouden hebben, want dan hadden we kunnen laten zien wat echt was en wat niet, en of je het verschil tussen beide zou kunnen zien,” zegt Kloha. “Onze taak is het om het publiek inzicht in deze zaken te geven. Dit verhaal is nu onderdeel van de geschiedenis van de Dode Zee-rollen, of je dat nu leuk vindt of niet.”

Het museum is ook bezig met een herwaardering van de provenance van alle voorwerpen in zijn collecties en is bereid om kunstvoorwerpen die zijn gestolen aan hun rechtmatige eigenaars terug te geven. In 2018 stelde het Museum of the Bible vast dat een handschrift uit zijn collectie vóór aankoop meerdere keren van eigenaar was gewisseld en in 1991 uit de Nationale en Kapodistrische Universiteit van Athene was ontvreemd. Het museum heeft het museumstuk onmiddellijk aan Griekenland teruggegeven.

Christopher Rollston, expert in semitische teksten aan de George Washington University in Washington DC, verwelkomt de maatregelen van het museum om de situatie te verbeteren. “Het Museum of the Bible heeft de afgelopen tien jaar enkele zeer nare dingen gedaan en heeft daarvoor terecht zware kritiek gekregen,” zegt hij. “Ik denk dat ze in de laatste jaren een aantal pogingen hebben gedaan om het schip weer op koers te krijgen.

“Als er één onderwerp is dat een centrale rol in de Bijbel speelt, is dat het onderwerp van vergeving en de mogelijkheid van verlossing nadat iemand eindelijk zijn zonden heeft opgebiecht,” zegt hij. “Hier is sprake van echt berouw.”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com. Het is geactualiseerd om aanvullende details over de provenance van het Genesis-fragment uit het Museum of the Bible te weerspiegelen.