Het maakt niet uit in welk seizoen je Rome bezoekt: je kunt ervan uitgaan dat je de Italiaanse hoofdstad niet voor jezelf zult hebben. Het Colosseum wordt overspoeld door toeristen, de wachttijden bij het Pantheon zijn lang, en zelfs voor de iconische Trevifontein moet je binnenkort mogelijk entreegeld betalen.
Gelukkig hoef je niet naar Rome te reizen om de erfenis van het Romeinse Rijk te kunnen aanschouwen. Een alternatief is Trier, een stad in het westen van Duitsland. Hier vind je nog geen enorme mensenmassa’s die ongewild in je foto poseren, én deze Romeinse stad is een stuk dichter bij huis.
Waarom Trier in plaats van Rome?
‘Stel je voor: indrukwekkende Romeinse monumenten zonder de drukte,’ zegt Ferdinand Heimerl, docent Romeinse archeologie aan de Universiteit van Trier. ‘Hier kun je de geschiedenis echt van dichtbij ervaren.’
In de Romeinse tijd maakte een groot deel van het huidige Duitsland deel uit van het Romeinse Rijk. De regio was sterk ontwikkeld, welvarend en dichtbevolkt. Het leverde Trier, gelegen aan de Moezel, een imposante bijnaam op: het Rome van het Noorden.
Van 293 tot 395 n.C. verbleven verschillende Romeinse keizers geregeld in de stad, onder wie Constantijn de Grote. De stad diende als administratief centrum van het West-Romeinse Rijk. Veel van de Romeinse ruïnes zijn vandaag de dag te verkennen.
Bezienswaardigheden in Trier
1. Het Rheinisches Landesmuseum
Het Rheinisches Landesmuseum is een goed startpunt voor een duik in de Romeinse geschiedenis van Trier. In het museum kun je mozaïeken, fresco’s en beelden bewonderen die teruggaan tot de oprichting van de stad in 16 v.C. Tot de hoogtepunten behoort de Goudschat van Trier, die bestaat uit maar liefst 2650 gouden munten – een van de grootste Romeinse schatten ooit gevonden.
2. De Porta Nigra
De Porta Nigra, gebouwd rond 170 n.C. en te zien op de foto bovenaan, is de best bewaarde Romeinse stadspoort ten noorden van de Alpen. Deze poort heeft de tand des tijds zo goed doorstaan dankzij de Griekse kluizenaar Simeon, die er in de elfde eeuw woonde. Daarmee werd voorkomen dat de poort werd afgebroken voor bouwmaterialen, zoals met andere bouwwerken gebeurde.
Leestip: Unesco-werelderfgoed en Hanzestad Lübeck: 9 tips voor een citytrip
Loop je de Simeonstraße uit, dan kom je terecht bij Wirtshaus Zur Glocke, waar je terechtkunt voor een traditionele Duitse maaltijd. Wat houdt dat in? Denk aan regionale gerechten zoals kalfsschnitzel, geserveerd met een heerlijke witte moezelwijn.
3. De Keizerthermen
De Keizerthermen, een Romeins badhuis en voorloper van een moderne spa, geven een indruk van de geweldige bouwkunsten van de Romeinse ingenieurs. De ruïnes tonen een uitgebreid netwerk van ondergrondse tunnels die nog steeds toegankelijk zijn voor bezoekers. De bouw van de baden werd gestaakt in 316 n.C., waarna het complex werd omgebouwd tot een middeleeuws kasteel.
4. De Basilica van Constantijn
De Basilica van Constantijn is gebouwd als troonzaal voor Constantijn de Grote en de grootste intact gebleven overdekte ruimte uit de Romeinse tijd buiten Rome. Het doet qua formaat zelfs haast niet onder voor het Pantheon in Rome. Na schade in de Tweede Wereldoorlog is het zorgvuldig gerestaureerd. Tegenwoordig dient het als protestantse kerk.
Op een steenworp afstand van de Basilica van Constantijn vind je restaurant Oeschsle Wein- und Fischhaus. Een aanrader voor wie van een moderne keuken houdt én van wijn: op de wijnkaart prijken ruim 120 moezelwijnen.
5. Het Amfitheater van Trier
Het Amfitheater van Trier werd gebouwd in de tweede eeuw n.C. en bood plaats aan 20.000 toeschouwers. Er werden gladiatorengevechten en andere evenementen georganiseerd. Het geheel werd uit een heuvel gehouwen, een typische Romeinse bouwtechniek. ‘Tegenwoordig is het een leuke plek voor kinderen om te spelen,’ vertelt Heimerl. ‘Daarbij lenen de koele ondergrondse gangen zich uitstekend om de zomerzon te ontvluchten.’
Nog niet uitgelezen? Schrijf je ook in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang wekelijks de favoriete verhalen van de redactie in je mail.