Archeologen hebben niet ver van de Noorse hoofdstad Oslo de contouren gevonden van een Vikingschip. Het twintig meter lange schip werd meer dan duizend jaar geleden begraven als laatste rustplaats voor een belangrijke Vikingkoning of -koningin. Het is daarmee een van de grootste Vikingscheepsgraven die ooit werd gevonden.
Volgens experts zijn Vikingscheepsgraven van deze omvang uiterst zeldzaam. “Zo'n vondst doe je eens in de honderd jaar,” zegt archeoloog Jan Bill, curator van Vikingschepen bij het Kulturhistorisk museum in Oslo. “Vanuit archeologisch oogpunt is deze vondst behoorlijk spectaculair.”
De plek waar het scheepsgraf werd aangetroffen, was al bekend als archeologische vindplaats. Er staat een negen meter hoge grafheuvel op, waardoor de plek zichtbaar is vanaf de snelweg die iets ten noorden van de grens met Zweden loopt. Onderzoekers gingen ervan uit dat archeologische overblijfselen in de omliggende akkers al aan het eind van de negentiende eeuw zouden zijn verwoest door de werktuigen van de plaatselijke boeren.
Afgelopen voorjaar vroegen de autoriteiten van de provincie Østfold aan experts van het Norsk institutt for kulturminneforskning (NIKU) om de grond te onderzoeken met behulp van een grondradar. De onderzoekers bekeken de ondergrond van zo’n vier hectare landbouwgrond rond de grafheuvel.
Ze vonden aanwijzingen voor tien grote graven en sporen van een scheepsromp, die slechts een halve meter diep onder de grond lag. Onderzoeksleider Knut Paasche, hoofd van de afdeling archeologie van het NIKU, schat dat het schip minstens twintig meter lang was. Het lijkt goed bewaard te zijn gebleven, de contouren van de kiel en de eerste paar ‘huidgangen’ (planken aan de buitenkant) zijn duidelijk zichtbaar op de radarbeelden.
Het schip is waarschijnlijk op het land gesleept vanuit het nabijgelegen Oslofjord. Op een zeker moment in het Vikingtijdperk diende het als laatste rustplaats voor een vooraanstaand persoon. “Schepen als deze werden gebruikt als doodskist,” vertelt Paasche. “Er was één koning of koningin aan boord, of een lokale bevelhebber.”
Wie er ook in het schip begraven ligt, hij of zij was niet alleen. Er zijn sporen van ten minste acht andere grafheuvels op het terrein, sommige met een doorsnede van zo’n dertig meter. In de grond zijn ook drie grote langhuizen (‘langhuset’) zichtbaar, een zelfs van vijftig meter lang, net als een vijftal kleinere bouwwerken.
Archeologen hopen dat de heuvels en langhuizen bij toekomstige opgravingen kunnen worden gedateerd. Mogelijk stammen de verschillende objecten uit verschillende perioden. “We weten niet zeker of de huizen uit dezelfde tijd zijn als het schip,” aldus Paasche.
Paasche wil het gebied volgend voorjaar opnieuw onderzoeken, en geavanceerdere scans maken. Zo wil hij het gebied met een magnetometer onderzoeken en mogelijk enkele testgeulen graven, om onderzoek te doen naar de staat van de scheepsresten. Als er in de grond nog hout van de scheepsromp bewaard is gebleven, zou dat kunnen worden gebruikt voor de datering van de vondst.
De kans dat er een koninklijke schat wordt gevonden is klein. Omdat ze zo duidelijk te zien waren in het landschap, werden veel Vikinggraven al eeuwen geleden leeggeroofd, lang voordat de grafheuvels met de grond gelijk werden gemaakt door boeren. Maar “het zou heel spannend zijn om te zien of het graf nog intact is,” vindt Bill. “Als dat zo is, zijn er mogelijk heel interessante dingen te vinden.”
Lees ook: Noorse Groenlanders domineerden de middeleeuwse ivoorhandel
Lees ook: Nieuw rapport: ‘Vikingen waren niet vriendelijk en zachtaardig’
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com