‘Op deze dag rennen veel nobele jongeren en magistraten naakt op en neer door de stad, en voor de lol slaan ze eenieder die ze tegenkomen met rafelige stroken.’ Met die woorden beschreef de Romeinse historicus Plutarchus in de eerste of tweede eeuw n.C. het heidense feest Lupercalia, dat halverwege februari jaarlijks werd gevierd in Rome.
Lupercalia, de eerste Valentijnsdag?
Voor het vruchtbaarheidsfeest offerden naakte mannen een geit en een hond, waarna ze stroken huid van de dieren gebruikten als zweepje om jonge vrouwen mee te slaan – een gebruik dat de vruchtbaarheid zou bevorderen. Uit een grote kom trokken mannen de naam van een vrouw met wie ze het feest zouden doorbrengen.
Lupercalia werd eeuwenlang gevierd in het Romeinse Rijk, tot Paus Gelasius I er in de vijfde eeuw een einde aan maakte. Niet veel later werd 14 februari door de katholieke kerk aangewezen als feestdag om de christelijke martelaar Sint-Valentijn te eren.
Leestip: Daten in de negentiende eeuw: zo deed je dat
Hoewel sommige historici vermoeden dat de kerk op deze manier een christelijke stempel wilde drukken op de heidense feestdag, is een direct verband tussen Lupercalia en Valentijnsdag nooit aangetoond.
Wie was Sint-Valentijn?
Naar welke Valentijn de paus precies verwees, is niet helemaal zeker. Onder de ruim tienduizend heiligen die bekend zijn uit de geschiedenis, bevinden zich meer dan dertig figuren met de naam Valentijn. De waarschijnlijkste kandidaten zijn twee martelaars die in de derde eeuw ter dood zijn gebracht door de Romeinse keizer Claudius II Gothicus.
De eerste Valentijn was een priester die in de derde eeuw werd gearresteerd tijdens de Romeinse christenvervolgingen. Toen hij bij de keizer werd gebracht, weigerde hij zijn geloof af te zweren, waarna hij werd gedood. De andere Valentijn was bisschop van Terni en zou eveneens door christenvervolgingen een martelaarsdood zijn gestorven.
Leestip: Was de Romeinse keizer Caligula de wreedste leider ooit?
Beide mannen zouden op 14 februari zijn overleden, hoewel er enkele jaren tussen hun dood zouden zitten. Door de vele overeenkomsten tussen deze twee Valentijns vermoeden sommige geschiedkundigen echter dat het over dezelfde persoon gaat.
De eerste valentijnskaart
De oudst bekende valentijnskaart stamt uit de vijftiende eeuw. In februari 1415 schreef de Franse hertog van Orléans, die op dat moment gevangen werd gehouden in de Tower of London, een liefdesbrief aan zijn vrouw. Daarin noemde hij haar zijn ‘zeer zachtaardige Valentijn’.
Leestip: Maakte Constantijn de Grote van het christendom de staatsreligie van Rome?
In de achttiende eeuw won de (zelfgemaakte) valentijnskaart aan populariteit in Europa en de Verenigde Staten, en in de negentiende eeuw kwamen de eerste massa-geproduceerde valentijnskaarten in de schappen terecht – net als de eerste hartvormige dozen met chocolaatjes.
Steun de missie van National Geographic en krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium. Word nu lid!