Heb je even een paar minuten niks te doen? Scroll dan eens op de kalender van je smartphone naar het jaar 1582. Wanneer je oktober bereikt, kun je wat opvallends zien: de kalender springt van 4 oktober direct naar 15 oktober. In dat jaar zijn 10 dagen zomaar overgeslagen. Wat is hier het verhaal achter?
Een sprong in de kalender
Deze sprong in de tijd heeft te maken met de overgang naar de Gregoriaanse kalender. Tot 1582 gebruikte Europa nog de Juliaanse kalender, ingesteld door Julius Caesar in 45 v.C.
Leestip: Zo werd Julius Caesar een van de bekendste Romeinse keizers ooit
Het idee van Julius Caesar was om een eenvoudige kalender in te voeren die gelijk met de seizoenen zou lopen. De Juliaanse kalender bepaalde dat een jaar 365,25 dagen duurde, oftewel 365 dagen en zes uur. Om het verlies van die zes uur elk jaar te compenseren, werd er elke vier jaar een schrikkeldag toegevoegd op 29 februari.
Het probleem was echter dat het werkelijke zonnejaar net iets korter duurt: 365,2422 dagen. Dat betekende dat de Juliaanse kalender ieder jaar elf minuten te veel rekende. Dat lijkt weinig, maar kan zich in de loop der tijd flink opstapelen. Na 131 jaar liep de kalender al één dag voor, en na 1.300 jaar waren dat zelfs zo’n tien dagen.
Overgang naar de Gregoriaanse kalender
Om deze overcompensatie op te lossen, besloot paus Gregorius XIII in 1582 de Juliaanse kalender te hervormen naar de Gregoriaanse kalender. Hiermee werd de lengte van het jaar gecorrigeerd naar 365,2425 dagen.
Deze lengte kwam dichter bij het werkelijke zonnejaar, maar was nog niet precies gelijk. Daarom werden de regels voor het schrikkeljaar ook aangepast: elk honderdste jaar zou geen schrikkeljaar zijn, tenzij het jaar deelbaar is door vierhonderd. Het jaar 2000 was daarom wel een schrikkeljaar, maar in 2100 wordt er geen schrikkeldag toegevoegd.
Leestip: Waarom bestaat het schrikkeljaar?
Om het probleem van de (ongeveer) tien verloren dagen door het Juliaanse systeem op te lossen, besloot Gregorius deze dagen in de nieuwe kalender eenmalig over te slaan. Wie op 4 oktober 1582 naar bed ging, werd daarom wakker op 15 oktober.
Een chaotische overgang
Deze correctie werd niet meteen in heel Europa geaccepteerd. In katholieke landen, zoals Italië, Portugal en Spanje, werd de aanpassing van de paus snel ingevoerd. Protestantse landen, zoals Engeland, weigerden echter de nieuwe kalender. Dit leidde tientallen jaren lang tot verschillende kalenders in Europa.
Leestip: Is deze kalender in het Turkse Göbekli Tepe de oudste ter wereld?
In Nederland werd het nog ingewikkelder: de katholieke gewesten namen de Gregoriaanse kalender wel over, maar de protestantse gewesten bleven de Juliaanse kalender gebruiken. Zo volgden Brabant en Zeeland in 1582 het nieuwe, katholieke kalendersysteem, terwijl bijvoorbeeld Utrecht, Friesland en Overijssel het systeem pas in 1700 overnamen.
Ruim een eeuw lang kon de datum verschillen, afhankelijk van waar je in Nederland was. Door de problemen die dit veroorzaakte voor handel, bestuur en rechtszaken, besloot uiteindelijk elk gewest dezelfde kalendervorm te hanteren. Tegenwoordig gebruikt elk land in Europa de Gregoriaanse kalender.
Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium én steun de missie van National Geographic. Word nu lid!