Terwijl de dreiging van een Russische invasie in Oekraïne het nieuws beheerst, biedt een terugblik op de lange, verweven historie van de ruziënde buurlanden inzicht in het ontstaan van het huidige conflict.
De gedeelde geschiedenis van de twee landen gaat meer dan duizend jaar terug. In die tijd was Kiev, de huidige hoofdstad van Oekraïne, het centrum van de eerste Slavische staat, het ‘Kievse Rijk’, dat aan de wieg stond van zowel Oekraïne als Rusland. In het jaar 988 bekeerde Vladimir I, de heidense prins van Novgorod en grootvorst van Kiev, zich tot het oosters-orthodoxe geloof. Hij werd gedoopt in de stad Chersonesos op de Krim. Vanaf dat moment waren ‘de Russen en de Oekraïners één volk, een eenheid,’ zo verklaarde de Russische leider Vladimir Poetin onlangs.
In de tien eeuwen die volgden werd Oekraïne echter herhaaldelijk verdeeld door strijdende partijen. In de dertiende eeuw veroverden Mongoolse troepen uit het oosten het Kievse Rijk. In de zestiende eeuw vielen Poolse en Litouwse legers vanuit het westen de regio binnen. In de zeventiende eeuw vielen tijdens de oorlog tussen het Pools-Litouwse Gemenebest en het Tsaardom Rusland gebieden ten oosten van de rivier de Dnjepr in handen van de Russische tsaar. Het oosten kreeg bekendheid als ‘Linkeroever-Oekraïne’; het gebied ten westen van de Dnjepr, oftewel de ‘Rechteroever’, stond onder Poolse heerschappij.
Ruim een eeuw later, in 1793, werd het Oekraïne op de rechteroever (het westelijke deel dus) geannexeerd door het Russische Rijk. In de daaropvolgende jaren was sprake van een beleid van ‘russificatie'. Dit hield in dat het gebruik van en de studie naar de Oekraïense taal verboden was en dat mensen onder druk werden gezet om zich te bekeren tot het Russisch-orthodoxe geloof.
In de twintigste eeuw beleefde Oekraïne een van de meest traumatische perioden uit zijn geschiedenis. Na de communistische revolutie van 1917 was het land een van de vele waar een heftige burgeroorlog werd uitgevochten alvorens het in 1922 geheel werd opgenomen in de Sovjet-Unie. Aan het begin van de jaren dertig orkestreerde Sovjetleider Jozef Stalin een hongersnood die leidde tot de dood van miljoenen Oekraïners, om de boeren in de regio te dwingen zich aan te sluiten bij de collectieve kolchozen en sovchozen. Naderhand importeerde Stalin grote aantallen Russen en andere Sovjetburgers (die veelal geen Oekraïens spraken en nauwelijks banden hadden met de regio) in het gebied om het oosten opnieuw te bevolken.
Door deze achtergronden kwamen verschillende bevolkingsgroepen blijvend tegenover elkaar te staan. Omdat het oosten van Oekraïne al veel eerder onder Russische heerschappij kwam dan het westen, voelen inwoners uit het oosten een grotere verbintenis met Rusland en is de kans groter dat zij Russisch georiënteerde leiders steunen. Westelijk Oekraïne bevond zich eeuwenlang onder de heerschappij van afwisselende Europese machten zoals Polen en het Oostenrijks-Hongaarse Rijk. Dit is een van de redenen dat Oekraïners uit het westen meestal meer op hebben met politici die zich op het Westen richten. De bevolking in het oosten van het land spreekt vaak Russisch en hangt het orthodoxe geloof aan, terwijl in delen van het westen meestal Oekraïens wordt gesproken en de bevolking katholiek is.
Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991 werd Oekraïne onafhankelijk. Maar het bleek moeilijk om het volk te verenigen. Zo ‘zit het gevoel van Oekraïens nationalisme in het oosten veel minder diep dan in het westen,’ aldus Steven Pifer, de voormalige Amerikaanse ambassadeur in Oekraïne. De overgang naar democratie en kapitalisme verliep moeizaam en chaotisch, en veel Oekraïners, vooral die in het oosten, verlangden terug naar de relatieve stabiliteit van daarvoor.
‘Al deze factoren droegen ertoe bij dat er nu een belangrijke scheidslijn bestaat tussen mensen die mild terugkijken op de heerschappij van het Russische keizerrijk en de Sovjets aan de ene kant, en mensen die daarin een tragedie zien aan de andere kant,’ vertelt Oekraïnekenner Adrian Karatnycky die in het verleden verbonden was aan de Amerikaanse Atlantic Council. Deze breuklijnen kwamen aan het licht tijdens de Oranjerevolutie in 2004, toen duizenden Oekraïners de straat op gingen voor meer integratie met Europa.
Op ecologische kaarten is het onderscheid tussen enerzijds de zuidelijke en oostelijke delen van Oekraïne – oftewel de steppen – met hun vruchtbare landbouwgrond en anderzijds de meer beboste noordelijke en westelijke regio’s ook terug te zien, aldus historicus en hoogleraar Serhii Plokhii van de Harvard University, tevens directeur van het Ukrainian Research Institute van de universiteit. Volgens hem vertoont de kaart met de grenzen tussen het steppe- en het bosgebied, een diagonale lijn tussen oost en west, ‘opmerkelijke overeenkomsten’ met politieke plattegronden op basis van de Oekraïense presidentsverkiezingen in 2004 en 2010.
Niet lang nadat de Krim in 2014 door Rusland werd bezet en geannexeerd volgde een separatistische opstand in het oosten van de Oekraïense regio Donbas die leidde tot het uitroepen van de Volksrepublikieken Donetsk en Loegansk, die door Rusland worden gesteund. Op dit moment verzamelen zich weer Russische troepen langs de grens met Oekraïne, een scheidslijn die de tumultueuze geschiedenis van de regio weerspiegelt.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com