Ze omschreef zichzelf als een “bundeltje tegenspraak,” als een grillige en levendige tiener die zich ergerde aan haar moeder, worstelde met haar ontluikende lichaam en droomde van een betere wereld. En dankzij het dagboek dat ze in de Tweede Wereldoorlog twee jaar lang op haar onderduikadres – het ‘Achterhuis’ in Amsterdam – bijhield, groeide ze in de decennia na haar dood in een concentratiekamp van de nazi’s uit tot een van de bekendste schrijvers ter wereld.
Anne was slechts één van de in totaal zes miljoen Joodse burgers die tussen 1939 en 1945 werden vermoord; slechts één van de naar schatting ruim 100.000 Nederlandse Joden – zo’n driekwart van de Joodse gemeenschap in Nederland – die in concentratie- en vernietigingskampen werden omgebracht; en slechts één van de anderhalf miljoen Joodse kinderen die in de Holocaust omkwamen. Maar haar woorden en leven groeiden na haar dood uit tot krachtige menselijke symbolen van wat er tijdens de Shoah verloren ging, en Anne Frank wordt vandaag de dag beschouwd als het bekendste slachtoffer van die massamoord.
Haar dagboek werd in 1952 gepubliceerd en sindsdien zijn er naar schatting dertig miljoen exemplaren van Het Achterhuis verkocht. Maar wie was Anne Frank en waarom wordt er tot op heden over haar dagboek gedebatteerd en geruzied?
Vroege jeugd
Anneliese Marie Frank werd in 1929 in Frankfurt am Main geboren en kwam in 1934 naar Nederland, een jaar na de machtsovername van Adolf Hitler. Het gezin-Frank behoorde tot een groep van 25.000 Joden die door de toenemende jodenvervolging in Duitsland naar Nederland vluchtte.
(Ontdek samen met jouw kinderen meer over het leven van Anne Frank.)
Maar zoals alle Joden waren ook de Franks niet veilig in Nederland. In mei 1940 vielen Duitse troepen Nederland binnen. Vijf dagen later vluchtte de Nederlandse regering naar Londen en gaf het land zich over aan de nazi’s, die meteen het bestuur van het land overnamen en dezelfde beperkingen begonnen op te leggen aan de Nederlandse Joden als ze eerder aan de Duitse joden hadden opgelegd. Onder het nieuwe regime was het Joden nu verboden om van het openbaar vervoer gebruik te maken, bepaalde beroepen uit te oefenen of naar dezelfde school te gaan als niet-Joden. Fietsen, radio’s en andere goederen van Joden werden geconfisqueerd en aan niet-Joden gegeven.
Lees ook: Hoe een coldcaseteam onderzoek doet naar de verrader van Anne Frank
Na de Duitse bezetting maakte Anne’s vader, Otto Frank, zich steeds meer zorgen over de situatie. Hij slaagde erin het verbod op bedrijfseigendom voor Joden te omzeilen door zijn zaak Opekta – dat pectine verkocht, een bindmiddel dat in de keuken werd gebruikt – over te dragen aan bevriende collega’s. Maar na een mislukte poging om een visum voor de Verenigde Staten te bemachtigen, begonnen de nazi’s zijn Joodse kennissen op te pakken en naar concentratiekampen af te voeren. Voor Otto was de tijd gekomen om met zijn gezin onder te duiken.
Met behulp van niet-Joodse vrienden en collega’s richtte Otto voor zijn gezin een woning in achter de kantoorruimte van Opekta. In juli 1942 trokken Anne, haar ouders en haar zusje in het krap bemeten appartement dat Anne “het geheime achterhuis” zou noemen. Samen met het gezin namen ook de familievrienden Auguste en Hermann van Pels, hun zoon Peter en de tandarts Fritz Pfeffer hun intrek in het Achterhuis. De zeven bewoners van het onderduikadres zouden ruim twee jaar lang niet meer buiten komen.
Op hun geheime adres te midden van een drukke stad moesten de ondergedoken bewoners van het Achterhuis overdag alles heel stil doen en kregen ze ’s nachts te maken met luchtaanvallen. Na het invallen van de duisternis gingen ze rond een clandestiene radio zitten luisteren naar nieuws over het verloop van de oorlog. Ze waren volledig afhankelijk van een klein groepje helpers, dat met grote persoonlijke risico’s op de zwarte markt voedsel en voorraden voor de onderduikers kocht en ze op andere manieren steunde.
Het dagboek
Veel van de details van het leven in het Achterhuis kennen we omdat Anne ze nauwgezet in haar dagboek heeft opgetekend. Ze had het dagboek op haar dertiende verjaardag gekregen, een maand voordat het gezin onderdook. Anne richtte haar dagboekaantekeningen aan een fictieve vriendin die ze ‘Kitty’ noemde en schreef in het Nederlands. Het album was voor haar een uitlaatklep voor allerlei inzichten en emoties, van haar ergernis over haar moeder tot haar gevoelens over seksualiteit, de menselijke aard en politiek.
Terwijl de dagen zich aaneenregen en de spanningen van een ondergedoken leven in oorlogstijd toenamen, werd het dagboek voor Anne een van de ankers van haar bestaan. Ze voelde zich als een “een zangvogel die z’n vleugels hardhandig uitgerukt zijn en die in volslagen duisternis tegen de spijlen van zijn nauwe kooi aanvliegt,” schreef ze in oktober 1943.
Anne hoopte dat haar verslag van het dagelijks leven in de Tweede Wereldoorlog een breder publiek zou bereiken. In maart 1944 hoorde ze op de radio hoe een Nederlandse functionaris in ballingschap zijn landgenoten opriep om historische bronnen met betrekking tot de bezetting en de oorlog goed te bewaren. Daarop begon Anne haar dagboek met het oog op eventuele latere publicatie zorgvuldiger te redigeren.
Lees ook: Final Days Of Anne Frank
“Het moet ongeveer tien jaar na de oorlog al grappig aandoen als wij vertellen hoe we als Joden hier geleefd, gegeten en gesproken hebben,” schreef ze. Ze gaf haar dagboek de titel ‘Het Achterhuis’ en bedacht pseudoniemen voor de bewoners en hun helpers.
Gekortwiekt leven
Maar op de ochtend van 4 augustus 1944 kwam er een einde aan haar aspiraties, toen het Achterhuis werd binnengevallen door Nederlandse politieagenten en Duitse functionarissen. Anne en de overige Joodse onderduikers werden opgepakt. Kort na de inval verzamelde Miep Gies, die voor het gezin-Frank de voornaamste verbindingspersoon met de buitenwereld was geweest, de papieren die her en der verspreid op de vloer van het Achterhuis waren achtergebleven. Tussen de papieren vond ze ook het dagboek van Anne, dat ze veilig opborg.
Maar Anne kwam niet meer terug. Ze werd eerst geïnterneerd in het doorgangskamp Westerbork, werd daarna naar Auschwitz overgebracht en belandde uiteindelijk in het concentratiekamp Bergen-Belsen, waar ze vermoedelijk in februari of maart 1945 aan vlektyfus is gestorven. Van de zeven bewoners van het Achterhuis overleefde er slechts één: Otto Frank, Anne’s vader, die in juni 1945 naar Amsterdam terugkeerde. Toen Miep Gies hoorde dat Anne was overleden, opende ze het afgesloten laatje van haar bureau en overhandigde Otto het dagboek van zijn dochter.
Anne’s vader was tegelijkertijd gefascineerd en geschokt door wat hij in het dagboek las. Anne’s aantekeningen weerspiegelden de complexe en emotionele gedachten van een jonge vrouw die hij daarin had onderschat. Hij liet delen van het dagboek lezen aan verwanten en vrienden, en verkocht daarna de rechten op een zwaar gekuiste versie aan een Nederlandse uitgeverij. In 1952 verscheen Anne Frank: The Diary of a Young Girl in het Engels.
Het boek groeide uit tot een cultureel fenomeen. Na het succes van de toneelbewerking uit 1955, waarmee Albert Hackett en Frances Goodrich de Pulitzer-prijs wonnen, werd het boek overal ter wereld een bestseller.
Complexe nalatenschap
In het dagboek worden de onbegrijpelijke verschrikkingen van de Holocaust door de ogen van een kind beschreven. Mede omdat het op veel scholen tot de verplichte literatuur ging behoren, vormde het volgens het Amerikaanse Holocaust Museum and Memorial vaak “de eerste en soms enige manier waarop veel mensen kennisnemen van de geschiedenis van de Holocaust.”
Lees ook: Reclame uit de Tweede Wereldoorlog – voor producten die niemand kon kopen
Maar de populariteit en blijvende relevantie van Het Achterhuis verhulde in zekere zin de vreselijke werkelijkheid van de Holocaust zelf. Het dagboek eindigt kort voordat het gezin werd opgepakt, waardoor de lezer de details van wat er daarna gebeurde, bespaard bleef. Ook beschikte het gezin-Frank over meer ruimte, stabiliteit en steun dan de meesten van de 28.000 Nederlandse Joden die in de oorlog moesten onderduiken. Bovendien worden Anne’s woorden vaak verkeerd geciteerd of uit hun context gehaald.
In de beroemdste en meest aangehaalde passage uit het dagboek schrijft Anne over haar ongebroken geloof in “de innerlijke goedheid van de mens.” Maar op veel plekken in haar dagboek legde ze een grimmige blik op de mensheid vast en weerspiegelde ze de verstikkende angst voor oorlog en vervolging.
“Het is me ten ene male onmogelijk alles op te bouwen op de basis van dood, ellende en verwarring,” schreef ze direct na die beroemde passage, gevolgd door deze: “Ik zie hoe de wereld langzaam steeds meer in een woestijn herschapen wordt, ik hoor de aanrollende donder steeds harder, die ook ons zal doden.”
Anne’s nalatenschap
Het dagboek van Anne Frank gaf de wereld inzicht in de verschrikkingen van de massamoord op de Europese Joden door de nazi’s. Maar daardoor kwam er ook een grote verantwoordelijkheid te liggen op de schouders van een vermoorde 15-jarige die haar stem niet meer kon laten horen.
“Maar weinig andere schrijvers hebben tot zulke diepe emoties, tot een zó verbeten bezitterigheid en tot zóveel geruzie geleid over de vraag wie het recht heeft om in haar naam te spreken en wat haar dagboek al dan niet vertegenwoordigt,” schrijft auteur Francine Prose.
Lees ook: De vergeten ‘wolfskinderen’ van de Tweede Wereldoorlog
Deze strijd betreft ook de authenticiteit en legitimiteit van het dagboek zelf. Ondanks het feit dat er in talloze alomvattende forensische onderzoekingen is aangetoond dat Anne Frank haar dagboek zelf heeft geschreven, blijven er onder ontkenners van de Holocaust geruchten over vervalsingen de ronde doen. Ook is er veel geruzied over de nalatenschap van Anne, onder andere in een juridisch conflict tussen het Anne Frank Huis in Amsterdam, een stichting die het Achterhuis als museum beheert, en het Anne Frank Fonds in Bazel, dat door Otto Frank werd opgezet en eigenaar is van de rechten op het dagboek.
Door wie werd Anne verraden?
Ook het lot van het gezin-Frank en hun landgenoten en de vraag wie het onderduikadres aan de Duitsers heeft verraden, blijft de gemoederen bezighouden. In de loop der jaren zijn er meerdere potentiële verraders geïdentificeerd. In de meeste recente analyse wordt de Joodse notaris Arnold van der Bergh als vermoedelijke boosdoener aangewezen, op basis van een anoniem briefje waarin hij ervan wordt beschuldigd het onderduikadres aan de autoriteiten te hebben doorgegeven. Maar veel experts, onder wie de directeur van het Anne Frank Huis, zijn er niet van overtuigd dat Van der Bergh de verrader was.
(Hoe een ‘cold case’-team op zoek ging naar de verrader van Anne Frank.)
Uiteindelijk ligt de kracht van Anne Franks verhaal in het meest frustrerende kenmerk ervan: dat het niet voltooid kon worden. Haar gekortwiekte dagboek, haar tragisch korte leven en het gebrek aan consensus over de identiteit van haar verrader getuigen een kleine tachtig jaar na dato nog van de omvang en wreedheid van de genocide waarvan zij een van dé symbolen is geworden.
Maar de persoonlijke woorden die zij in het licht van haar dreigende ondergang optekende, zijn tijdloos. “De mooie zijde van Anne kent niemand,” schreef ze in haar laatste dagboekaantekening. Tientallen jaren na haar dood kennen we die kant maar al te goed.
Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in het Engels op nationalgeographic.com