Caligula, Agrippina de Jongere en Nero drukten elk op hun eigen manier een stempel op de geschiedenis van het Romeinse Rijk. Ze hadden twee dingen gemeen: ze werden bekend om hun onverbiddelijke manier van regeren én ze stamden alle drie af van Augustus, de eerste keizer van Rome. Hun heerschappij werd gekarakteriseerd door intriges, moorden en machtsstrijden. Zelfs na hun dood bleven ze het Romeinse Rijk én elkaar kwellen.
1. Caligula, een keizer met grootheidswaanzin
Caligula, de eerste Romeinse keizer die zichzelf tot god verklaarde, beweerde in contact te staan met Jupiter en verkondigde trots dat hij gemeenschap had gehad met de maan. Zijn toenemende grootheidswaanzin en minachting voor het Romeinse volk deden zijn populariteit geen goed. Er wordt gezegd dat hij wenste dat ‘het Romeinse volk slechts één nek’ had, zodat hij die in één beweging kon doorsnijden.
Zijn goddelijke ambities kwamen op abrupte wijze ten einde. Volgens geschiedschrijver Cassius Dio ondervond Caligula in zijn laatste momenten dat juist hij ‘degene was met maar één nek, en dat Rome beschikte over vele handen’ – een verwijzing naar de samenzwering rondom zijn moord.
Caligula werd op gruwelijke wijze gedood: hij werd meerdere keren gestoken door zijn eigen officieren. Na zijn dood werd zijn lichaam snel gecremeerd, waarna de restanten in een ondiep graf werden geworpen.
2. Agrippina de Jongere: de manipulatieve moeder
Voordat hij werd vermoord, had Caligula zijn zus Agrippina naar de Pontijnse eilanden verbannen. Ondanks hun vertroebelde relatie keerde Agrippina terug naar Rome om haar broer een passende uitvaart te geven – een slimme politieke zet om meer macht naar zich toe te trekken.
Enkele jaren na haar terugkeer naar Rome trouwde Agrippina met keizer Claudius, haar oom. Als vooraanstaand lid van de keizerlijke familie had ze veel invloed op het bestuur van het Romeinse Rijk.
Leestip: 5 hardnekkige mythen over het Romeinse Rijk ontkracht
Maar haar machtsdrift zou haar uiteindelijk fataal worden. Toen haar zoon Nero de troon besteeg, wilde hij niets hebben van de bemoeienissen van zijn moeder. Nero deed verschillende pogingen om haar te doden: eerst met vergif, daarna door een plafond te laten instorten terwijl ze sliep.
Uiteindelijk slaagde hij daarin, maar zijn daad bleef niet zonder gevolgen. Overmand door schuldgevoelens en paranoia zou hij zelfs geprobeerd hebben contact te maken met de geest van zijn moeder, op zoek naar vergiffenis.
3. Nero: de verdreven keizer
Na de dood van zijn moeder takelde Nero snel af. Hij hield zich niet langer bezig met het Rijk besturen en besteedde zijn tijd aan zingen en acteren in het theater, vermaak dat volgens de oude Romeinen maar weinig keizerlijke allure had. Binnen de kortste keren raakte Nero veel van zijn aanhangers kwijt.
Leestip: Hoe gek waren Romeinse keizers werkelijk?
Op een nacht werd hij wakker in een leeg paleis, nadat de Senaat hem tot staatsvijand had verklaard en de doodstraf over hem had uitgesproken. Nero vluchtte de stad uit en pleegde zelfmoord door zichzelf in de keel te steken.
Het verhaal dat hij lachend een instrument bespeelde terwijl zijn stad werd getroffen door een hevige brand – een tafereel dat is te zien op de foto bovenaan – berust waarschijnlijk niet op waarheid, maar erg florissant was zijn nagedachtenis niet.
Meer lezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang wekelijks de favoriete verhalen van de redactie in je mail.