Terwijl hij een kameel een stevige knuffel geeft, ligt het bootje van de familie van de elfjarige Aybergen Orazmagambetov er op de achtergrond verloren bij. De bewoners van het dorp Akespe in Kazachstan leefden ooit van visserij uit het Aralmeer, maar vandaag de dag zijn kamelen hun voornaamste inkomstenbron.
Het grote meer is uiteengevallen in drie kleinere, en op de drooggevallen delen van de bodem fokken de dorpelingen hun dieren. Zandstormen dwingen de onverzettelijke kamelenhoeders echter om steeds verder weg van de oevers te gaan wonen.
Het Aralmeer was rond 1960 het op drie na grootste meer ter wereld, bijna zo groot als Nederland en België samen. Duizenden jaren werd het door de Syr Darja en de Amoe Darja gevoed met water uit de Himalaya. De rivieren voorzien Centraal-Azië niet alleen van drinkwater, maar ook van energie, vis en landbouwproducten – en daarmee welvaart.
De oorzaak van de waterproblematiek
Sinds halverwege vorige eeuw overstijgt het waterverbruik echter de aanvoer uit het hooggebergte, zodat de precaire balans verstoord is geraakt: het watervolume van het Aralmeer is sindsdien met bijna negentig procent afgenomen. De verouderde waterinfrastructuur, die stamt uit de Sovjettijd, wordt volgens de Wereldbank gekenmerkt door verspilling en inefficiëntie.
Tegelijk neemt de droogte nog toe als gevolg van klimaatverandering. De dorst naar water heeft het landschap, en het leven van zijn bewoners, op veel plekken ingrijpend veranderd. Bovendien dreigen er onder druk van de toenemende waterschaarste en snelle bevolkingsgroei conflicten tussen de Centraal-Aziatische landen te ontstaan.
Leestip: Deze eilanden bestaan niet meer. Waardoor verdwenen ze?
De Armeense fotojournalist en National Geographic Explorer Anush Babajanyan reisde door Kazachstan, Oezbekistan, Kirgizië en Tadzjikistan om de watergerelateerde problemen in deze onderbelichte regio voor het voetlicht te brengen. ‘Vroeger reisde ik veel door Centraal-Azië en kwam ik steeds meer verhalen tegen die te herleiden waren naar water,’ vertelt ze. ‘Ik vond dat ik terug moest gaan om ze te vertellen.’
De foto’s die ze er maakte, variëren van indrukwekkende landschappen tot indringende portretten, waarin veel facetten van de waterproblematiek voorbijkomen. Behalve de gevolgen van falend waterbeheer en klimaatverandering, laten haar beelden ook het menselijke aanpassingsvermogen zien.
Neem een foto die Babajanyan maakte in Kirgizië. Bij de aanleg van een groot waterinfrastructuurproject werden de gevolgen voor landschap en bevolking genegeerd. Op de foto wordt de veerkracht van de bewoners belichaamd door Sonoenbek Kadyrov. Op de foto steekt visser Kadyrov met vastberaden blik met zijn pontje de Naryn over, een voorloper van de Syr Darja.
Nadat bij de aanleg van een dam twintig jaar geleden de enige toegangsweg van het dorp Kyzyl-Beyit onder water was komen te staan, werden de bewoners van hem afhankelijk om niet volledig geïsoleerd te raken van de buitenwereld. Volgens Babajanyan vertelt een foto als deze niet alleen iets over deze regio. ‘Mijn beelden laten zien wat overal ter wereld kan gebeuren.’
Het werk in de katoenvelden
Babajanyan's route door Centraal-Azië volgt de stroomgebieden van de Syr Darja en de Amoe Darja vanaf hun eindpunt bij het voormalige Aralmeer naar hun oorsprong in de bergen. Wanneer ze na haar bezoek aan het opgedroogde Aralmeer de Amoe Darja verder stroomopwaarts volgt door Oezbekistan, ziet ze al snel waarom nog maar zo weinig water het meer bereikt.
Karima Oesmanova is zestig jaar en al met pensioen, maar veertig dagen per jaar werkt ze nog in de uitgestrekte Oezbeekse katoenvelden, naar eigen zeggen voor wat extra inkomen. Babajanyan legde haar vast in een azuurblauwe jurk en met een grote zak aan haar middel, terwijl ze plant voor plant de katoen met de hand plukt.
‘Ik had een drone bij me, om vanuit de lucht de gevolgen van menselijk ingrijpen op de omgeving te tonen,’ vertelt Babajanyan. ‘Maar na verloop van tijd voelde ik dat het belangrijker was om mensen juist van dichtbij te laten zien in hun dagelijkse bestaan, zoals het werk in de katoenvelden.’
De slurpende katoenindustrie
De katoenindustrie is van groot economisch belang voor Oezbekistan, een van de grootste katoenproducenten ter wereld. Maar er wordt ook een hoge prijs betaald voor ‘het witte goud’. Voor de teelt is veel water nodig, en dat geldt des te meer op de droge grond van de Centraal-Aziatische steppe.
Leestip: In deze 6 steden zorgen recordhitte en droogte voor waterschaarste
Dat dit gewas er desondanks grootschalig wordt verbouwd, is een erfenis van het Russische Rijk en later de Sovjet-Unie, waar Oezbekistan – evenals de andere door Babajanyan bezochte landen – het grootste deel van de twintigste eeuw onderdeel van uitmaakte. Zelfvoorzienendheid in katoen en financieel gewin waren hiervoor de voornaamste drijfveren.
In het kader van ‘Het grote plan voor de transformatie van de natuur’ werden er in de Sovjettijd grote irrigatieprojecten uitgevoerd die het water van de Syr Darja en de Amoe Darja verder aftapten, waarmee de productie van katoen en andere gewassen flink kon worden uitgebreid.
Hoewel het de opbrengsten aanzienlijk heeft vergroot, zorgt het oude irrigatiestelsel tot op de dag van vandaag voor veel verspilling. Volgens de Eurasian Development Bank gaat bijna de helft van het water verloren door onder meer lekkage en verdamping, nog voordat het de gewassen bereikt.
De waterproductiviteit (de efficiëntie van het watergebruik) van de Centraal-Aziatische landen behoort tot de laagste ter wereld. De landbouw slurpt zo de Syr Darja en de Amoe Darja grotendeels leeg – de doodsteek voor het Aralmeer.
Leestip: Hoe diep kun je in de aarde boren? De Sovjet-Unie testte het
Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie begin jaren negentig heeft tot weinig verandering geleid. De benodigde investeringen om irrigatie efficiënter te maken, blijven volgens de Wereldbank veelal uit. Daarbij uitte de EU nog begin dit jaar haar zorgen over corruptie en kleptocratie in Centraal-Azië.
‘Het kortetermijndenken voert doorgaans nog de boventoon in deze regio,’ zegt Babajanyan. ‘De prikkel voor goed waterbeheer lijkt daardoor te ontbreken.’ Na de Sovjettijd raakte het waterbeheer bovendien verspreid over meerdere landen, met elk hun eigen uitdagingen en belangen.
Tadzjikistan en Kirgizië liggen in de bergen waar de rivieren ontspringen en hebben dus als eerste toegang tot het water. Het stroomafwaarts gelegen Kazachstan en Oezbekistan zijn daarentegen van het water uit hun buurlanden afhankelijk, maar zijn in vergelijking wel rijker. De omgang met de slinkende watervoorraad zorgt voor een interessante dynamiek in de regio, zegt Babajanyan. ‘Het is boeiend te zien hoe landen samenwerken of juist botsen.’
Op excursie naar de waterkrachtcentrale
Babajanyan bevindt zich verder stroomopwaarts in Tadzjikistan, het armste land van de regio. Samen met een groepje netjes geklede mannen staat ze te midden van een grillig Marslandschap op de rand van een helling, waar in het stroomdal de Vachsj zich een weg richting de Amoe Darja baant.
Leestip: Tuvalu zal in zee verdwijnen door klimaatverandering. Hoe gaan de inwoners daarmee om?
Terwijl de mannen met hun telefoon foto’s maken van de omgeving, worden ze zelf vastgelegd door Babajanyan. Ze zijn met hun uiteenlopende achtergrond allen uitgenodigd voor een excursie om de in aanbouw zijnde waterkrachtcentrale Roghun te bezoeken, met een dam die met 335 meter de hoogste ter wereld moet worden.
Het bergachtige Tadzjikistan wekt net als buurland Kirgizië bijna al haar elektriciteit op met behulp van waterkrachtcentrales. De Roghuncentrale zal niet alleen de eigen bevolking van stroom voorzien, de elektriciteit kan ook aan buurlanden worden verkocht.
‘Ook die positieve kant van de regionale ontwikkeling wilde ik laten zien,’ zegt Babajanyan. Met hun dammen hebben Tadzjikistan en Kirgizië een zekere controle over de hoeveelheid water die Kazachstan en Oezbekistan bereikt.
Vaak worden er onderlinge afspraken gemaakt over de hoeveelheid water die wordt doorgelaten, en wat daarvoor in ruil terugkomt, zoals aardgas. Maar geregeld ontstaat frictie, zoals bij de Roghundam. Oezbekistan vreest dat deze het water voor de katoenvelden zal afknijpen.
In tijden van voldoende water waren de conflicten meestal te overzien, maar klimaatverandering zetten ze op scherp. Naarmate de aarde opwarmt, trekken de gletsjers die de rivieren voeden zich steeds verder terug.
Slinkend stuwmeer
Babajanyan fotografeerde eerder over de grens in Kirgizië de 72-jarige Noerislam Gainoetdinov, een kleine gedaante naast zijn bescheiden hut aan het enorme Toktogoelstuwmeer. In 2010 verhuisde hij naar een stuk hoger gelegen grond vanwege het stijgende water, maar jaren later in het voorjaar keek hij over het stuwmeer in de verte uit vanaf een uitgedroogde richel. Het water stond op een kritiek laag niveau.
‘De foto vangt de situatie van het slinkende stuwmeer, maar brengt ook het gevoel over dat daarbij hoort. Je ziet hoe iemand de speelbal is van machten waar hij geen invloed op heeft, hij moet zich steeds weer aanpassen,’ vertelt Babajanyan.
Later ziet Babajanyan de zwartgeblakerde resten van een Kirgizisch benzinestation. Aan de overkant van de straat ligt Tadzjikistan, waarvandaan een dodelijke gewapende inval plaatsvond, het gevolg van een ruzie tussen beide landen over een nabijgelegen waterbron.
Babajanyans foto van de ruïne voelt als een duister voorteken. Oezbeken, Kazachen, Tadzjieken en Kirgiezen zijn altijd redelijk goede buren geweest, zegt Babajanyan. Die overwegend goede relaties dreigen nu verstoord te raken door watertekorten. ‘Deze geweldsuitbarsting kan een voorbode zijn.’
De bron van het water
Op de Zapadni Soeëkgletsjer in Kirgizië legt Babajanyan een ogenschijnlijk vrediger tafereel vast. Ze is op meer dan duizend kilometer van het Aralmeer aangekomen bij de bron van het water – de bron van al het leven in de regio, maar daarmee ook van mogelijke toekomstige conflicten.
Op de heldere maar ijskoude voorjaarsnacht lijkt de fonkelende sterrenhemel er als verse sneeuw neer te dalen. Maar de gletsjer, die via de Naryn later de Syr Darja voedt, heeft meer behoefte aan echte sneeuw.
Het Tiensjangebergte, waar de gletsjer zich bevindt, behoort tot een groter gebied dat ook wel ‘de derde pool’ wordt genoemd, vanwege de grote hoeveelheid ijs die het bevat. Dit gebied is de belangrijkste waterbron voor bijna twee miljard mensen, zo’n kwart van de wereldbevolking. Maar ook hier verandert het klimaat en stijgt de temperatuur zelfs sneller dan gemiddeld.
Leestip: Urbexen in Georgië: het verlaten Sovjetkuuroord van Tskaltoebo
Met het terugtrekken van het ijs dreigt volgens de VN een gevaarlijke situatie te ontstaan. De bevolking van Centraal-Azië neemt richting 2050 naar verwachting met meer dan dertig procent toe, terwijl volgens de Asian Development Bank in de tweede helft van deze eeuw mogelijk dertig tot veertig procent minder water de stroomgebieden van de Syr Darja en de Amoe Darja zal bereiken.
Dichterbij dan je denkt
De combinatie van bevolkingsgroei en droogte door klimaatverandering is niet alleen aan Centraal-Azië voorbehouden. Als maatregelen uitblijven dreigt volgens het RIVM zelfs in het waterrijke Nederland rond 2030 een tekort aan drinkwater. Klimaatverandering, watertekorten en conflicten: het voorspelt bij elkaar geen rooskleurige toekomst.
Toch overheerst bij Babajanyan een ander gevoel. ‘Elke keer wanneer ik in Centraal-Azië fotografeer, word ik getroffen door de veerkracht en vindingrijkheid van de mens,’ zegt ze. De groeiende economie schept bovendien mogelijkheden voor moderner waterbeheer. ‘De voortdurende vooruitgang en de nieuwe oplossingen die ik er zie, stemmen me hoopvol.’
Terug in Akespe, Kazachstan, hebben de inwoners van dichtbij kunnen zien wat de mens kan vernietigen, maar ook dat herstel mogelijk is. Sinds de bouw van de Kokaraldam in 2005, die het noorden en het zuiden van het voormalige Aralmeer van elkaar scheidt, is het water in grote delen van het noorden teruggekeerd, ook tot vlak in de buurt van Akespe. Er zwemmen zelfs weer vissen, zodat visserij weer op beperkte schaal mogelijk is.
Meerdere Centraal-Aziatische landen spraken met elkaar af om nog meer water naar het meer door te laten. ‘Ondanks de enorme uitdagingen,’ zegt Babajanyan, ‘verlaat ik de regio altijd weer met het geloof in een betere toekomst.’
Explorer Anush Babajanyan maakte haar fotoserie in Centraal-Azië met steun van de National Geographic Society. Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!